Vijverhof, een buitenplaats aan de Vecht

Enkele maanden na het overlijden van Hans de Wolff, op 16 juni 1670 kocht Agnes Block haar eigen buitenverblijf bij Loenen aan de Vecht. Agnes Block was daarin niet bijzonder. Doopsgezinde Amsterdammers investeerden hun vermogen graag in buitenplaatsen aan de Vecht. De streek tussen Breukelen en Nieuwersluis werd zelfs naar hen de 'Mennistenhemel' genoemd.[8] Ook de familie Rutgers, familie van Agnes Block aan moeders kant, bezat buitenplaatsen aan de Vecht, zoals Groenevecht en later in 1688 de Sterreschans.

De aankoop betrof een hofstede met 'seeckere huijsingen (gebouwen), hoff, bergen (bewaarplaatsen voor hooi en graan), schuere, stalingen ende vordere getimmert ende plantagie'.[9] Daar moest dus nogal wat aan gebeuren om dat tot een fraaie buitenplaats te doen uitgroeien. Meteen begon Agnes met de bouw van het huis, een theekoepel, koets- en tuinmanswoning en de aanleg van boomgaarden, tuinen, lanen en natuurlijk van vijvers. De bouw en aanleg werd vertraagd door de oorlog in 1672 waarbij de Franse troepen veel in de Vechtstreek verwoestten. Spoedig verrees een statig huis als een klein paleis aan de Vecht, zoals te zien op de gravure van Daniel Stoopendaal in 'De Zegepraalende Vecht' uit 1719. Aan weerszijden van het huis lagen vier bloemperken in Franse stijl, de 'parteres de broderies', omzoomd door lage geschoren haagjes. Op de oostelijke hoek van de tuin stond een tuinkoepel met prachtig uitzicht op een bocht in de Vecht. Links van de parterres moet het 'oranjehuis' gesitueerd zijn geweest waar Agnes haar zeldzame en uitheemse planten kweekte, zoals de Ananas die Alida Withoos in 1687 op bijna ware grootte voor haar schilderde. In Agnes' testament is er ook sprake van visvijvers met speelhuizen. Volgens het gedicht 'Vijverhof van Agneta Blok' uit 1702 van neef Gualtherus Blok bevond zich daar tevens een volière.[10]

Het leven op Vijverhof nam in latere jaren zozeer de aandacht in beslag dat Agnes Block in de winters niet meer naar Amsterdam terugkeerde. Volgens haar testament woonde ze vanaf 1694 hoofdzakelijk op Vijverhof. In 1699, twee jaar na de dood van haar tweede man verhuurde Agnes zelfs het huis aan de Herengracht in Amsterdam. Zij zou op Vijverhof blijven wonen tot aan haar dood in 1704. Per testament bepaalde ze dat huis, tekeningen en schilderijen bij elkaar dienden te blijven. Al in 1705, een jaar na haar dood werd de buitenplaats door haar erfgenamen echter verkocht en de raakten de oranjerieplanten en haar collecties verspreid. Haar tekeningen en schilderijen kwamen terecht bij de verzamelaar Valerius Röver te Delft. Na diens dood werden diens schilderijen gekocht door de landgraaf van Hessen-Kassel. De tekeningen raakten verspreid. De buitenplaats werd gekocht door Benjamin Teixera. Hij en zijn broer Samuel besteedden ook veel zorg aan huis en tuin. In 1717 bezocht Tsaar Peter de Grote Vijverhof. Hij was dermate gecharmeerd van de 'volkomenheid der kweekkunst' dat hij toestemming vroeg en kreeg om de tuinman mee te nemen naar Rusland.

leesverder


[8] E. de Jong, 'Flora Batava : Agnes Block op haar buiten Vijverhof', Kunstlicht 5 (1984) no. 14/15, p. 23

[9] C.C. van der Graft, 'Agnes Block en haar liefde voor tropische gewassen', Jaarboekje van Oud Utrecht (1962), p. 117-124

[10] Vijver en volière van Vijverhof zijn mogelijk weergegeven op het schilderij Jonge tekenaar tekent een buiten met tuin en menagerie van Nicolaas de Vree(1645-1702), een van de achttien kunstenaars die op Vijverhof werkte,. Afb. E. Bergvelt & R. Kistemaker (1992a) p. 250