LANGE GRATIOLE.

Afbeelding  70a,   70b,   70c.

Oorspronkelijke plaat.

Rassenlijst:    Peren    Kersen    Pruimen    Abrikozen    Perziken.

Terminologie.

 

 

ange Gratiole (Beschrijving der vruchtsoorten, I, No. 83; M. van NOORDT).

 

 

 

Volgens eene bijzondere mededeeling van den heer OBERDIECK zoude onze lange Gratiole overeenkomen met de Aarer Pfundbirn (Handbuch , II, S. 131). Wij betwijfelen dit echter zeer; er bestaat een aanmerkelijk verschil in de groeiwijze, en ook de tijd van rijpwording stemt niet overeen. Deze valt volgens het Handbuch bij de Aarer Pfundbirn in het laatst van October en duurt dan slechts veertien dagen, terwijl onze soort midden in den winter en tot in het voorjaar wordt gebruikt.

 

AFKOMST: onbekend, sedert onheuglijken tijd hier gekweekt.

VORM: zeer standvastig.

GROOTTE: van de eerste.

KELK: open, met spitse, hoornachtige blaadjes, in eene diepe, van bulten en ribben omgevene holte.

STEEL: 0.04-0.05, stevig, houtachtig, lichtbruin, sterk gekromd, even ingedrukt.

HUID: glad, grauwachtig geel, aan de zonzijde dofrood, overal grauw gestippeld.

VLEESCH: geelachtig wit, met groene aders, vast, brokkelig, wrang.

KLOKHUIS: lang ovaal, rondom door steenkorrels omringd, met lange, ruime cellen en groote, donkere pitten.

GEBRUIK: Januari-Maart; - uitmuntend voor de huishouding.

De BOOM groeit onregelmatig en vormt eene hoog opgaande, pyramidale kroon. De twijgen zijn lichtbruin, met ronde, grauwe stippen; de knoppen dik, stomp, kegelvormig, grauwbruin; de scheuten stevig, licht roodbruin met olijfkleur en met langwerpige, onregelmatig verspreide stippen; de bladstelen 0.05-0.06 lang, de bladeren glanzig lichtgroen, groot, ovaal, spits, fijn getand, somtijds gaafrandig.

Op beschutte standplaatsen als hoog- of halfstam aan te bevelen. Eene uitmuntende en goed loonende markt vrucht.