MENU LIJST PEREN OORSPRONKELIJKE PLAAT

4. EYEWOOD.

 

 

Hogg zegt, dat deze variėteit gewonnen is door Mr. T. A. Knight, president van de Horticultural Society. Volgens hem is zij genoemd naar Eyewood, de woonplaats van een vriend van den winner, bij Kington in Herefordshire en niet, gelijk hij er bijvoegt, naar de vele oogen (die op de twijgen voorkomen), waarom dan ook de Hoogduitsche vertaling Augenwald niet gepast is.

Behalve bij Hogg, the Fruit Manual, 4de Ed., is zij beschreven in de Cat. Lond., onder n°. 226, pag. 137, bij Downing, the Fruits, Rev. Ed. 573 en in 't H.B. der Obstk. V, n°. 411, pag. 321, met den naam en de vertaling daarvan als Augenwald.

 

VORM: Platrond, 0.05 hoog en 0.06 dik, zelden grooter. In 1865 was de vrucht 0.06 hoog en dik.

KELK: klein, open; de kelkbladeren zijn klein, bruin, een weinig geelachtig, in eene nauwe, ondiepe holte met dun roest omringd.

STEEL: lang, 0.04 Ned., houtachtig, weinig of niet gebogen, groen met bruin, ingestoken.

SCHIL: dik, een weinig ruw, groenachtig geel, aan de zonzijde meer geel gekleurd, vol fijne en ook wel grootere grauwbruine stippen met groene kringen omgeven, en lichtbruine roest vlekjes, waarin de stippen nu lichter dan donkerder voorkomen.

VLEESCH: witachtig, een weinig roomkleurig, zeer fijn, boterachtig, smeltend,

buitengewoon saprijk, met een wijnachtigen smaak en eenigszins geurig.

KLOKHUIS: klein, cellen matig, pitten goed gevormd, donkerbruin; om het klokhuis zeer weinig steenkorrels.

TIJD VAN GEBRUIK: In het laatste gedeelte van October. Deze peer is van den eersten rang voor het dessert en eene voortreffelijke vrucht.

De BOOM groeit sterk, maakt scheuten van meer dan l Meter lengte. De twijgen zijn glad, lichtbruin, met fijne, aschgrauwe stippen, de knoppen klein, rond, met een fijn spits puntje, zwart, op weinig verheven dragers, dicht bijeen geplaatst, kort geleed; de bloemknoppen stomp-kegelvormig, asch-grauw gekleurd; de scheuten dof, lichtbruin met groen en rosé, bijna glad. De bladsteel is 0.04 tot 0.06 Ned. lang, dun, geelgroen, de bladschijf rond of eirond en eivormig, van 0.06 tot 0.09 lang en 0.05 tot 0.07 breed; aan de onderste helft gaafrandig, naar de spits stomp getand en meestal zonder punt; de langste bladeren hebben evenwel een puntje. De bladeren zijn glanzend lichtgroen gekleurd. De boom is zeer vruchtbaar, draagt aan trossen, vroeg en bijna ieder jaar.

Hij is voor alle vormen en voor den boomgaard zeer aan te bevelen. De vruchten hangen vast aan den boom en worden dus door den wind niet spoedig afgeworpen. Wij kunnen deze variėteit aanbevelen voor aanplanting op groote schaal. De vruchten zijn zeer geschikt voor de markt en bovenal voor de verzending.

K. J. W. O.