Gewonnen te Bailbrook nabij Bath en omstreeks 1864 in den
handel gebracht.
Vrucht: Klein, regelmatig gevormd, meer breed dan hoog.
Kleur: Groen met zeer veel rood aan de zonzijde en roestaders, bij
rijpheid geel-rood.
Kelk: Klein, half geopend, in vlakke kelkholte.
Steel: Kort, veelal vleezig, matig diep ingeplant.
Vruchtvleesch: Geelachtig, saprijk, zacht zuur, aangenaam aroma.
Klokhuis: Normaal, goed met zaden bezet.
Gebruikstijd: begin Augustus.
Goede dessertappel.
Boom groeit zwak tot matig. Vormt een in verhouding breede kroon.
Is geschikt voor struikvorm. Kan vermoedelijk op alle gangbare onderstam typen
worden vermeerderd. Is geschikt voor alle voor appels geschikte gronden.
Draagt vrij vroeg, doch geeft nooit groote oogsten. Is ook op later leeftijd een
zeer matige drager. De vrucht rijpt vroeg, doch heeft sterk de neiging tot
vallen voor rijptijd.
Behoort tot de beste handappels in het vroege seizoen. Heeft als zoodanig groote
waarde, doch wordt wegens onvoldoende vruchtbaarheid hier te lande zeer weinig
aangeplant. Is in Engeland sterk verspreid.