Hoofdmenu

Gebruik

Gebruikstijd

Alfabetisch

Naar plaat

Vorige

Volgende

 


In 1870 uit Nieuw-Zeeland overgebracht naar Engeland en genoemd naar de Duitse rijkskanselier Bismarck.

Vrucht: Middelgroot, regelmatig gevormd.
Kleur: Hardgroen, bij rijpheid bleekgroen met veel, en donker rood aan zon­zijde, rond de steel roestig.
Kelk: Gesloten in matig diepe, licht geribde kelkholte.
Steel: Vrij lang, diep ingeplant.
Vruchtvlees: Groenachtig wit, vast, vrij saprijk, zuur, weinig of geen aroma.
Gebruikstijd: December - Februari.
 


Groei van de boom in de eerste jaren vrij sterk. Deze groei wordt
door de grote vruchtbaarheid spoedig getemperd.
Geschikt voor struikvorm.
Kan veredeld worden op alle onderstamtypen, echter bij voorkeur op
de sterkere groeiers wegens grote vruchtbaarheid.
Bloeitijd middelvroeg tot laat. Zeer vruchtbaar en reeds op jeugdige leeftijd.
Vatbaar voor schurft en meeldauw, doch met een normale ziektebestrijding goed te kweken.
Bismarck is in het begin dezer eeuw vrij algemeen aangeplant om de grote vruchtbaarheid en het mooie uiterlijk der vruchten. Is in later jaren echter geheel verdrongen door betere kwaliteitsappelen.
Wanneer men echter ziet hoe de verbruikers gesteld zijn op een mooi uiterlijk, vraagt men zich af of deze appel meerdere aanplant niet verdient.
De vruchten laten zich zonder uitval tot laat in de winter bewaren.