Herkomst onbekend. Komt als oudere boom voor in de
Betuwe.
Vrucht: Matig groot, gelijkvormig. Vrijwel even hoog als breed.
Kleur: Groen, bij rijpheid bleek geel, met aan zonzijde rood gestreept en
gevlekt. Rond steel roest.
Kelk: Gesloten, vrij diep ingezonken.
Steel: Kort, ondiep ingeplant.
Vruchtvlees: Wit, droog, zoet.
Gebruikstijd: Winter.
Kookappel.
Groei van de boom goed. Vormt goede kroon met betrekkelijk fijn
hout.
Geschikt voor hoogstam en struik. Kan op diverse onderstamtypen
worden veredeld.
Dijkmanszoet is een nog weinig verspreide zoete appel, welke in het
midden van het land voorkomt.
De vrucht heeft goede eigenschappen, is goed van uiterlijk en goed
houdbaar.
Verdient verdere verspreiding voor nader onderzoek.