Hoofdmenu

Gebruik

Gebruikstijd

Alfabetisch

Naar plaat

Vorige

Volgende

 


Engelsche Bellefleur.

Gevonden in een boomgaard bij Js. de Kock, Aspremont te Lienden, omstreeks 1850.

Vrucht: Middelgroot, onder breed, naar kelk spits toeloopend, regelmatig gevormd.
Kleur: Vrijwel geheel schitterend rood gekleurd, bij den steel roestig.
Kelk: Klein, gesloten, matig diepe kelkholte.
Steel: Kort, dik, diep ingeplant.
Vruchtvleesch: Wit, matig saprijk, vast, eerst vrij zuur, later minder scherp zuur.
Klokhuis: Klein, goed met zaden gevuld.
Gebruikstijd: Januari - Maart.
 


Boom groeit matig, vormt steile kroon met veel fijn hout. Geschikt voor stamboom. Te veredelen op sterkgroeiende onderstammen. Vermoedelijk meer geschikt voor de zwaardere gronden.
Bloeitijd laat. Is op jeugdigen leeftijd niet vruchtbaar. Kan later groote oogsten geven, doch is onderhevig aan beurtjaren.
Is gevoelig voor spint.
Koningszuur is algemeen verbreid in de Betuwe en Tielerwaard. Komt verder in ons land nog weinig voor.
De boom groeit langzaam, doch wordt op lateren leeftijd groot en blijft lang krachtig en gezond.
De appel bewaart tot Maart zeer goed, is schitterend van uiterlijk. De kwaliteit is echter zeer gewoon.
Was steeds in den voorwinter een goed gevraagde handelsappel, welke veel voor export werd verladen.