Gewonnen door Charles Ross en in den handel gebracht door
Clibran te Altrincham.
Vrucht: Middelgroot tot groot, regelmatig van vorm, veelal meer breed dan
hoog.
Kleur: Lichtgroen, bij rijpheid geel met sterk rood gekleurd aan zonzijde
en verder gemarmerd en gevlekt, bij steel licht roest.
Kelk: Open in vrij diepe en breede kelkholte.
Steel: Zeer kort, diep ingeplant.
Klokhuis: Klein, goed met zaden gevuld.
Vruchtvleesch: Geelachtig, vast, matig sappig, zachtzuur, goed aroma.
Gebruikstijd: October - November.
Boom groeit goed. Maakt een mooie regelmatige kroon.
Kan veredeld worden op de verschillende onderstamtypen.
Groeit vermoedelijk op alle gronden goed, mits niet te nat.
Niet ernstig vatbaar voor bepaalde ziekten.
Bloeitijd middelvroeg tot laat. Gelijke bloeiers,
Groninger Kroon, London Pippin (=London Calville).
Is niet vruchtbaar.
Vrucht zeer aantrekkelijk wegens mooi uiterlijk en goede smaak.
Onvruchtbaarheid van den boom is oorzaak dat deze variëteit geen sterkere
verspreiding vindt.