Hoofdmenu

Gebruik

Gebruikstijd

Alfabetisch

Naar plaat

Vorige

Volgende

 


Vermoedelijk van Nederlandsche herkomst.
Vermeld in de Ned. Boomgaard 1864.

Vrucht:
Middelgroot. Soms hooger dan breed, soms even breed als hoog. Vrij onregelmatig van vorm. Bij kelk iets geribd.
Kleur:
Lichtgroen met veel rood.
Kelk: Klein gesloten in vrij vlakke kelkholte.
Steel: Matig lang, dun, vrij diep ingeplant.
Vruchtvleesch: Vast, wit, droog, zoet.
Klokhuis: Vrij groot, goed bezet met zaden.
Gebruikstijd: Tot laat in den winter.
 


Boom groeit matig. Vormt op lateren leeftijd grooten, hoog op groeienden boom. Maakt fijn hangend hout. Geschikt voor stamboom en struik.
Wordt veredeld op zaailing of sterk groeiende typen.
Bloeitijd laat. Gelijke bloeiers o.m.: Sterappel, Brabantse Bellefleur. Is laat vruchtbaar, onderhevig aan beurtjaren. Draagt in de draag­jaren overvloedig.
Windvast. Groeit op alle gronden en is zeer gezond.
Blad is gevoelig voor bespuiting met zwavelproducten.
Is een onzer beste zoete winterappels, welke en wegens de mooie kleur en wegens de goede houdbaarheid gaarne gekocht wordt.