GOUD-APPELTJE.
BOEREN-AAGTJE. Kelk: De holte der kelkblaadjes is breed en niet diep, zij blijven iets beneden den omtrek. Om den rand der holligheid zijn eenige sleufjes, tusschen welke zich kleine vleeschagtige verhevenheden of bultjes bevinden. De kleur aldaar is roodachtig geel. Steel: De vrij korte steel die slechts de lengte van elf strepen heeft, staat in eene geringe licht geelachtige holligheid met eenige flaauwe plooijen. Vrucht: De pluktijd is in het begin van October, gedurende den geheelen winter, tot in het voorjaar kan hij als een zeer geurige zure tafelappel gebruikt worden. |