Hoofdmenu

Rassenlijst

Grote Plaat

Vorige tekst

Volgende tekst

VADERZOET.
 


Kleur: Op de hoofdkleur welke licht groenachtig geel is, bemerkt men enkele bruinachtige vlekken met donkerder randen, verders vermengt zich deze kleur aan de zonzijde, met eene roode tint, op welke eenige ronde karmozijn-vlekken zich bevinden, welker randen ook hooger van kleur zijn.

Kelk: De kelkblaadjes zijn groot, staan van elkander afgescheiden in eene breede groef, uit welken twee à drie ronde verhevenheden voorkomen, welke door sleuven afgezonderd zijn.

Steel: De steel die zeer kort is, steekt in eenen diepen ronden kuil met eenige plooijen, die zich niet verre over de vrucht uitbreiden. De kleur is bruin en ook paarsachtig groen, en vormt zich in stralen en streepachtige vlekjes en slippen boven op de vrucht.

Vrucht: Laat in October moet deze appel geplukt worden. Van December tot in Februarij is hij als Pot-appel te gebruiken, doch de smaak is flaauw zoet.