
Recente publicaties uit de Hydrotheek
Geïnteresseerd in een publicatie? Vraag 'm aan via de Hydrotheek database of mail naar hydrotheek.library@wur.nlAanmelden voor een gratis e-mail abonnement op de Hydrotheek nieuwsbrief (met attenderingsbulletin) kan door een mailtje te sturen naar hydrotheek.library@wur.nl
AFVALWATERSYSTEEM - Algemeen
Geen titels
AFVALWATERSYSTEEM - Inzameling en transport
Bruijn, B. de;
Milieubelasting van 3 alternatieve
sanitatiemogelijkheden vergeleken met het spoeltoilet:
bij toepassing in nieuwbouw. (nl) Hogeschool Van
Hall, Leeuwarden, Netherlands, 2006. 163 p
De belangrijkste onderzoeksvraag van deze studie
is: Wat is de milieubelasting van het spoeltoilet,
geplaatst in een nieuw aan te leggen woonwijk in
Nederland in vergelijking met systemen gebaseerd op een
(a) indrogingstoilet, (b)verbrandingstoilet, (c) droog
scheidingstoilet?. [WWW]
URL:
http://library.wur.nl/ebooks/1810590.pdf
Clemens, F.H.L.R.;
Intelligent afvalwatersysteem heeft de toekomst :
metingen openbaren valse 'modelwerkelijkheid' : dossier:
Meten aan riool. (nl)
In: Land + water
46(2006)4 p.14-15.
Metingen wijzen uit dat er een groot verschil kan
zijn tussen het functioneren van rioleringen in
modelberekeningen en in de praktijk. Slimme meet- en
regeltechniek kan zorgen voor een betere benutting van de
huidige rioolsystemen, waar men in de praktijk ook
geleidelijk toe overgaat.
Kujawa, K.;
Anaerobic treatment of concentrated wastewater in
DESAR concepts. (en) Rapport / STOWA, 2005 14,
STOWA, Utrecht, Netherlands, 2005. 100 p
De haalbaarheid van anaërobe vergisting voor de
behandeling van geconcentreerd zwartwater en keukenafval
en zijn effect op het totale DESAH concept was de
hoofdvraag van dit onderzoek. Deze haalbaarheid is
uitgedrukt in: - het rendement dat kan worden verkregen
in verschillende vergistingconfiguraties bedreven onder
verschillende procesomstandigheden; - de kwaliteit en
het hergebruikpotentieel van de verkregen producten. Het
DESAH concept kent vele variatiemogelijkheden en daarmee
is er geen universeel DESAH concept dat past in elke
situatie. Er zijn echter elementen die identiek zijn voor
alle scenario’s. Eén element is dat afvalwaterstromen
gescheiden worden ingezameld op basis van bijvorbeeld de
vervuilingsgraad, het type vervuiling en het
hergebruikpotentieel van grondstoffen. Drie soorten
grondstoffen zijn te onderscheiden: bio-energie (via de
omzetting van organisch materiaal), nutrienten
(stikstof, fosfaat en kalium) en water (via een
geavanceerde nabehandeling van minder vervuilde
afvalwaterstromen). De behandeling wordt zo geselecteerd
dat het hergebruikpotentieel wordt behouden.. [HAAFF
NN31050,2005,14 ]
URL:
http://www.stowa.nl/uploads/publicaties2/mID_4924_cID_3914_68788835_rapport%202005%2014.pdf
Oosterom, G.E.; Hermans, R.H.J.J.;
Rioleringsatlas van Nederland : voorzieningen, beheer
en financiën in beeld. (nl) RIONED-reeks, 8,
Stichting Rioned, Ede, Netherlands, 2005. 123 p
De Rioleringsatlas van Nederland biedt op basis van
een onderzoek onder alle gemeenten en waterschappen een
gedetailleerd en kwantitatief beeld van de riolering,
voorzien van achtergronden en verklaringen. Aan bod komen
onder meer de aanwezige voorzieningen, de technische
staat, het aantal medewerkers, de kosten en het
rioolrecht. [HAAFF]
AFVALWATERSYSTEEM - Waterbehandeling
Janssen, A.N.; Evenblij, H.; Menkveld, H.W.H.;
Pilotonderzoek naar filtratie rwzi-effluent werpt
vruchten af. (nl)
In: Land + water
46(2006)8 p.24-25. Ill.; Tab.
Membraanvervuilende stoffen in rwzi-effluent
beïnvloeden in negatieve zin de prestaties van
ultra-filtratie-installaties. Op pilotschaal is
onderzocht hoe de invloed van deze stoffen is te
reduceren met voorbehandelingstechnieken en
membraanreinigingsmethoden.
Nieuwenhuijzen, A.F. van; Mels, A.R.;
Praktijktoepassing op de rwzi Amstelveen :
geavanceerde voorzuivering van afvalwater. (nl)
Rapport / STOWA, 2006 13, STOWA, Utrecht, Netherlands,
2006. 64 p
Dit rapport beschrijft een tweejarig proefonderzoek
met geavanceerde voorzuivering (met PE) en chemische
ondersteunde voorzuivering (met metaalzout) op de rwzi
Amstelveen (in beheer bij Waternet). Onderzocht is of PE-
en/of metaalzoutdosering op de voorbezinking van de rwzi
Amstelveen een betrouwbare en economische manier is, om
in de toekomst te blijven voldoen aan de effluentnorm
voor totaal stikstof (10 mg/1). De capaciteitsvergroting
van bestaande (biologische) zuiveringsinrichtingen staat
daarbij centraal. De bedrijfsvoering, operationele en
economische aspecten zijn belangrijke aandachtspunten
binnen dit project. [HAAFF ]
Romkes, T.;
Separator scheidt licht slib in afvalwater. (nl)
In: Land + water
46(2006)5 p.22-23. Ill.
Bij het reinigen van industrieel afvalwater in
Groningen zorgen separators voor reductie van het
zwevende-stofgehalte. M.b.v. middelpuntvliedende krachten
worden zwevende slibstoffen samengebracht en
afgescheiden.
Veldkamp, R.G.; Kluck, J.;
De effectiviteit van kokerafscheiders in de
bergbezinktank in Limmen. (nl) Rapport / STOWA, 2005
W02, STOWA, Utrecht, Netherlands, 2005. 72
p
Het plaatsen van lamellen in een bergbezinkbassin
kan het effect van bezinking aanmerkelijk vergroten.
Lamellen kunnen enerzijds worden ingezet bij bestaande
tanks met een te grote emissie. Anderzijds zijn lamellen
mogelijk interessant bij nieuwe bergbezinkbassins op
locaties waar de ruimte beperkt is, zodat met een
kleinere tank toch een voldoende emissiereductie wordt
bereikt. Om dit te onderbouwen is onderzoek gewenst.
[HAAFF NN31050,2005,WO2 ]
URL:
http://www.stowa.nl/uploads/publicaties2/mID_4924_cID_3914_63121817_rapport%202005%20W%2002.pdf
The Waterharmonica session. (en)
In:
The 7th INTECOL international wetlands conference.
Universiteit Utrecht, 2004.
In juli 2004 heeft in Utrecht de 7e Intecol
Conference on Wetlands plaats gevonden. Hier het verslag
van de speciale Waterharmonica sessie.
URL:
http://www.waterharmonica.nl/conferences/intecol_utrecht/waterharmonica_session.htm
Wessels, P.; Heijman, B.; Viallefont, X.; Cornelissen, E.
;
Nieuwe aanpak membraanvervuiling: reinigen met lucht
en water. (nl)
In: H twee O 39
(2006)12 p.38-40. figs.; ill.; 2 refs.
Nanofiltratie en omgekeerde osmose vormen een
effectieve barrière tegen tal van ongewenste stoffen,
zoals pesticiden, hormonen, medicijnresten en vele andere
prioritaire stoffen. Ook verwijderen ze kleur, hardheid
en pathogenen. Ondanks de aanzienlijke
kwaliteitsverbetering is de toepassing in de
drinkwaterpraktijk nog beperkt door problemen met
vervuiling en de hoge kosten die daarmee gepaard gaan. Om
membraanvervuiling in de hand te houden, is in de huidige
stand der techniek een uitgebreide voorbehandeling en/of
frequente chemische reiniging noodzakelijk. In het
bedrijfstakonderzoek voor de waterleidingbedrijven
verrichtte Kiwa onderzoek naar de bruikbaarheid van
hydraulische reiniging en preventieve chemische
sanitatie. Uit het onderzoek blijkt dat met preventieve
chemische sanitatie (kopersulfaat), in combinatie met
hydraulische reiniging, de vervuiling van spiraalgewonden
membranen veel effectiever kan worden bestreden. Dit
biedt perspectief op een forse verlaging van de kosten
voor toepassing van nanofiltratie en omgekeerde osmose.
AFVALWATERSYSTEEM - Slibbehandeling
Claessen, V.; Luning, L.;
Desintegratie van slib met ultrageluid; zit er muziek
in?. (nl)
In: Neerslag 41
(2006)4 p.29-36. figs.; ills.; tab.
Op de rwzi Land van Cuijk zijn in 2004/2005
(ultra)geluidstesten uitgevoerd op praktijkschaal. Niet
om te kijken of bacteriën van geluid houden en beter gaan
werken (arbeidsvitaminen), maar om vast te stellen of
slibdesintegratie met ultrageluid de vergistbaarheid en
ontwaterbaarheid van het slib kan verbeteren.
URL:
http://www.neerslag-magazine.nl/artikel.asp?key=467
Derks, T.; Verstegen, W.;
Modernisering slibontwatering rwzi Nijmegen in volle
gang. (nl)
In: Neerslag 41
(2006)4 p.42-46. figs.; ills.
De rwzi Nijmegen (Waterschap Rivierenland) heeft –
na een twee jaar durend vooronderzoek – in het najaar van
2005 het slibontwateringsproces succesvol
geoptimaliseerd. Zowel de manier van polymeeraanmaak en
-dosering, het mengen van polymeer met slib en de
regeling van filterpersvulpompen zijn ingrijpend
gemoderniseerd. Het resultaat van deze wijzigingen heeft
direct geleid tot een verhoging van de drogestof
opbrengst in de filterkoek en een besparing in het
polymeerverbruik.
URL:
http://www.neerslag-magazine.nl/artikel.asp?key=470
Teeven, H.;
Rwzi Deventer: unieke oplossing door samenwerking :
goed ontwerp leidt tot homogene slibmassa. (nl)
In: Neerslag 41
(2006)3 p.29-32. figs.; ill.
De afgelopen 2 jaren hebben medewerkers van
Waterschap Groot Salland in samenwerking met ABS gezocht
naar een zo optimaal mogelijke oplossing voor roerwerken
in de 2 slibbuffertanks van de rwzi Deventer. Tijdens het
zuiveringsproces van afvalwater komt slib vrij. Dit slib
wordt uiteindelijk vergist in de gistingstoren en hierna
tijdelijk opgeslagen in zogenoemde slibbuffertanks. Het
slib heeft dan een drogestofgehalte van 3-3,5%. In de
slibbuffertank wordt dit opgeslagen slib ‘gemixed’ tot
een homogene massa die vervolgens naar de centrifuge
gepompt wordt, waar het verder ontwaterd wordt tot een
droge stof gehalte van 25-26%. Dit proces verloopt
optimaal als vanuit de slibbuffertank een zo homogeen
mogelijke slibsubstantie naar de centrifuge
getransporteerd kan worden. Inmiddels is men er in
geslaagd door toepassing van speciale roerwerken deze
slibsubstantie zo homogeen te krijgen dat het totale
ontwateringsproces daardoor beter verloopt. We praten
hierover met Gerrit van de Kolk, werktuigbouwkundige, en
Johnny Mulder, procesoperator slibontwatering, van het
Waterschap Groot Salland. Van ABS, die de roerwerken
heeft geleverd, is Pascal Tesser aanwezig bij dit
gesprek.
URL:
http://www.neerslag-magazine.nl/artikel.asp?key=455
Veldhuizen, H. van;
Schuimvorming in gistingstanks : oorzaak en remedie.
(nl)
In: Neerslag 41
(2006)3 p.50-54. ills.
In januari 2005 werd de werking van de anaërobe
gistingstanks van de rwzi’s Raalte en Deventer van het
Waterschap Groot Salland ernstig verstoord door
schuimvorming. Gezien het feit dat deze schuimvorming
zich in dezelfde peri-ode heeft voorgedaan op twee
verschillende zuiveringsinstallaties, ontstond het
vermoeden van een mogelijk gemeenschappelijke oorzaak.
Vanwege de ernst van de gevolgen van de schuimvorming
werd door Waterschap Groot Salland besloten nader
onderzoek te doen naar de mogelijke oorzaken van de
schuimvorming.
URL:
http://www.neerslag-magazine.nl/artikel.asp?key=460
Verkuijlen, W.F.;
Ruimteverwarming uit gedroogd zuiveringsslib. (nl)
In: Neerslag 41
(2006)4 p.60-64. fig.; ills.
Op het terrein van de rwzi Venlo wordt het
rioolslib ontwaterd van deze installatie en wordt samen
met het ontwaterde slib van een aantal andere
slibontwateringsinstallaties in een slibdrooginstallatie
(type trommeldroger) gedroogd tot een droogstofpercentage
van ± 95%. Bij dit droogproces komt 4 MW warmte vrij
welke niet wordt benut. Aangrenzend aan het terrein van
de rwzi Venlo zijn de bedrijfspanden van meubelfabrikant
Leolux gelegen. Leolux vindt het belangrijk om goed met
het milieu om te gaan. Het Waterschapsbedrijf Limburg en
Leolux hebben eind maart een publiek-private
samenwerkingsovereenkomst (PPS) getekend voor de levering
van de restwarmte welke vrijkomt bij het drogen van het
ontwaterde rioolslib. Met deze restwarmte worden vanaf
januari 2007 de bedrijfsgebouwen van Leolux verwarmd.
Eind september zal daarvoor de slibdrooginstallatie
worden voorzien van een nieuwe condensor welke tevens
geschikt is voor de warmteterugwinning uit het
droogproces.
URL:
http://www.neerslag-magazine.nl/artikel.asp?key=472
Wiegant, W.; Koopmans, W.; Kamphuis, H.; Uijterlinde, C.;
De integrale slibketen gemodelleerd en geanalyseerd.
(nl)
In: H twee O 39
(2006)16 p.34-36. figs.; tab.; 1 ref.
Afvalwaterslib wordt gevormd tijdens de behandeling
van afvalwater. De hele slibketen bestaat uit de vorming,
behandeling, indikking, vergisting en ontwatering van dit
slib op de rwzi en de verdere verwerking bij de
eindverwerker van het slib. Deze keten werd in opdracht
van de Nederlandse waterschappen (via de STOWA) door
Royal Haskoning in samenwerking met Jacobs Consult
gemodelleerd om inzicht te krijgen in het
energieverbruik, de kosten en de emissies van de
verschillende processen en de onderlinge samenhang
daartussen. Dit gebeurde voor een groot aantal
combinaties van configuraties van rwzi's en mogelijk
routes van de eindverwerking. In dit artikel wordt op
basis van de modellering een analyse van de slibketen
gepresenteerd en worden conclusies getrokken en
aanbevelingen gedaan voor de slibketen van de toekomst.
URL:
http://www.stowa.nl/uploads/publicaties2/mID_4924_cID_3914_07617603_rapport%202005%2026.pdf Het complete rapport
WATERWEREN - Algemeen
Ros, D.; Ostayen, R.A.J. van;
Materiaalkeuze van groot belang bij ontwerp
hydrosysteem. (nl)
In: Land + water
46(2006)4 p.24-25. Ill.; Tab.
De integrale kosten van glijdeuren bij sluizen zijn
lager dan van roldeuren, zo blijkt uit onderzoek. Gewezen
wordt o.a. op de aandacht die nodig is voor de
materiaalkeuze van de glijzool.
Schipper, W.;
Muskusrattenbestrijding : dweilen met de kraan open?.
(nl)
In: Te velde
(2006)47 p.21-28.
Naast een algemene beschrijving van herkomst,
levenswijze, schade, bestrijding en toekomst van
muskusratten, volgen methoden van vangen en aantallen
gevangen in de jaren 2001 - 2003. [HAAFF]
Steenhuisen, B.M.; Dicke, W.M.; Tijink, D.;
Veiligheid verwaterd? : een naratieve analyse van
Nederlands en Duits hoogwaterbeleid. (nl)
In:
Bestuurswetenschappen 60(2006)3 p.227-247. 47 refs.
Tussen 1953 (wet deltawerken) en 2000 (deltaplan
grote rivieren) is er veel vernaderd in het Nederlands
waterbeheer. Tegelijkertijd is veel hetzelfde gebleven:
veiligheid was de onbetwiste focus van de deltawerken en
is dat nog steeds. In Duitsland is dat echter anders: in
het Duitse hoogwaterbeleid staat de balans tussen
verschillende belangen centraal, zoals ecologie,
veiligheid en landbouw. Ondanks de verschillen werken de
twee landen samen bij het bestrijden van hoogwater van de
Rijn. [HAAFF]
WATERWEREN - Primaire waterkeringen - Algemeen
Geen titels
WATERWEREN - Primaire waterkeringen - Planvorming
Waterkering Kampen; veiligheid op peil : een sluitende
waterkering bij hoog IJsselwater. (nl)
In: Neerslag 41
(2006)3 p.37-40. ills.
Kampen beschikt over een uniek waterkerend stelsel.
Een waterkering die voor een belangrijk deel bestaat uit
de middeleeuwse stadsmuur. Maar er zijn ook plaatsen waar
de waterkering wordt onderbroken door straten en stegen.
Juist op die plaatsen moet – bij bepaalde omstandigheden
– de waterkering snel worden gesloten. In dit artikel
wordt uitgelegd wat er precies bij het sluiten van de
kering komt kijken. [HAAFF]
URL:
http://www.neerslag-magazine.nl/artikel.asp?key=456
WATERWEREN - Primaire waterkeringen - Uitvoering, beheer en onderhoud
Meer, M.T. van der; Nijman, J.C.; Knotter, H.;
Semi-continu toetsen dijken mogelijk door nieuwe
methodiek : proefproject over 1 kilometer van Lekdijk :
dossier: Waterbouw. (nl)
In: Land + water
46(2006)5 p.14-15. Ill.
Introductie van een nieuwe toetsingsmethode,
FAST4DMAP, om de sterkte en de gevoeligheden voor
faalmechanismen bij een dijk op elk willekeurig punt in
de gaten te houden.
WATERWEREN - Niet-primaire waterkeringen
Krol, J.; Zijlstra, L.; Oterdoom, T.; [et al.];
Wetterskip Fryslân inventariseert veiligheidsrisico’s
in bebouwd gebied : boezemkaden via 'afpelmethode'
identificeren [thema Stedelijk waterbeheer]. (nl)
In: H twee O 39
(2006)13 p.26-27. fig.; ills.
Wetterskip Fryslân inventariseert de risico’s van
wateroverlast vanuit de boezemwateren in bebouwd gebied.
Begonnen is met een pilotstudie in Dokkum, Sneek, Warten
en Tirns. Aan de hand van de door Arcadis ontwikkelde
'afpelmethode' zijn stapsgewijs de veilige boezemkaden
geïdentificeerd. Wat resteert zijn de kaden die niet aan
de veiligheidsnormen voldoen. De gebieden achter deze
kaden worden onvoldoende beschermd tegen het boezemwater.
[HAAFF]
WATERSYSTEEM - Algemeen
GGOR Terschelling. (nl) Royal Haskoning, 2006.
GGOR staat voor Gewenste Grond- en
Oppervlaktewaterregime. GGOR is een beschrijving van de
grond- en oppervlaktewaterstanden die in een gebied
gewenst zijn. Het GGOR moet afgestemd zijn op de
kenmerken en functies van het gebied. GGOR Terschelling
bestaat uit twee verschillende onderdelen. Aan de ene
kant GGOR en aan de andere kant de regionale
wateroverlast. Bij GGOR ligt de nadruk op het
grondwatersysteem in normale situaties. Bij de toetsing
aan de werknormen regionale wateroverlast ligt de nadruk
op het oppervlaktewatersysteem in extreem natte
situaties.
URL:
http://www.wetterskipfryslan.nl/interdocs/Publicaties/Diverse%20rapporten/GGOR%20Terschelling%20-%20definitief%20eindrapport.pdf
URL:
http://www.wetterskipfryslan.nl/interdocs/Publicaties/Diverse%20rapporten/GGOR%20Terschelling%20-%20figuren%20eindrapport.pdf Figuren
Groothuijse, F.A.G.;
Beleidslijn grote rivieren : nieuw toetsingskader voor
activiteiten in rivierbed. (nl)
In: Toets 13
(2006)3 p.10-14. refs.
De naamswijziging van 'beleidslijn ruimte voor de
rivier' in 'beleidslijn grote rivieren' is illustratief
voor een nieuwe tendens. De nadruk ligt niet langer meer
uitsluitend op behoud van de bestaande ruimte voor de
rivier, maar tevens op de ruimtelijke ontwikkeling van
het rivierbed, waarbij de bescherming tegen hoogwater een
harde randvoorwaarde is. De auteur, promovendus Utrecht
(juridische aspecten van ruimtelijke wateropgaven) beziet
de nieuwe beleidslijn. [HAAFF]
Hoogheemraadschap van Rijnland
Waterbeheerplan 06-09 : waterwerk Rijnland. (nl)
Hoogheemraadschap van Rijnland, Leiden,
2006. 123, 63 p 3 kaarten + 2 vouwbladen.
Het hoogheemraadschap van Rijnland heeft een nieuw
waterbeheerplan opgesteld. In dit plan geeft Rijnland
aan wat zijn ambities voor de komende periode zijn. Het
westen van Nederland heeft te maken met allerlei
ontwikkelingen waar we weinig of geen invloed op hebben,
maar waar we wel de gevolgen van ondervinden als we geen
maatregelen treffen. Denk aan veranderingen in het
klimaat, een dalende bodem en een steeds verdergaande
intensivering van het grond- en ruimtegebruik. Al deze
ontwikkelingen vragen om een adequaat antwoord. Hoe
Rijnland dat wil aanpakken staat in Waterwerk Rijnland
2006-2009. [HAAFF ] [HAAFF ] [RLG 4wa 06-06/1 r ] [RLG 4wa 06-06/2 r
]
URL: http://www.rijnland.net/contents/pages/00005421/wbp-uitvoering.pdf het uitvoeringsdeel
URL: http://www.rijnland.net/contents/pages/00005421/wbp-strategie.pdf het strategiedeel
Learning together to manage together – improving
participation in water management. (en) University of Osnabrück, Osnabrück, 2005. 99 p
The HarmoniCOP handbook is the result of an
extensive participatory working process involving a
multidisciplinary team of scientists, government
officials, water managers, and stakeholders of different
sectors. The methodology featured in the book is based on
the concept of “social learning” advocating
collaboration between the different stakeholders from the
earliest moment possible. The target groups of the
handbook broadly includes all actors involved in the
practical implementation of the WFD, such as
decision-makers, administrators, NGOs, water users etc.
The handbook offers practical guidance to the development
of participation processes that meet the actual needs of
stakeholders and aims to serve as a reference book for
the selection of adequate participatory methods. In the
context of the handbook, public participation is
understood as a continuously ongoing process. (In
English, German, Spanish, Italian, and Dutch.).
URL:
http://www.harmonicop.info/handbook.php
Ligtvoet, W.; Rijswick, M. van;
Welke ruimte biedt de Kaderrichtlijn Water? : een
quick scan. (nl) Milieu- en Natuurplanbureau,
Bilthoven, 2006. 88 p 89 refs.
Dit rapport van het Milieu- en Natuurplanbureau
beoogt om tijdig de mogelijke gevolgen van de KRW voor
Nederland in kaart te brengen, met een focus op de
centrale doelstelling van de KRW: de bescherming van
oppervlaktewater- en grondwatersystemen en de daarmee
samenhangende ecologische kwaliteit. [HAAFF 839D41 ]
[LEI 410-A/2006-01 ]
URL: http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/500072001.pdf
Minnema, B.; Snepvangers, J.; Linden, W. van der;
MIPWA : waterbeheerders op één lijn [waterketens en
infrastructuur]. (nl)
In: Informatie
over bodem en water (2006)juli p.28-30. 3 fig.
TNO en Vitens komen met een methodiekontwikkeling
interactieve planvorming ten behoeve van het waterbeheer
(MIPWA); dit om te zorgen, dat verschillende partijen die
betrokken zijn bij waterbeheer tot een gezamenlijke
aanpak te krijgen, ter overbrugging van vaak
tegenstrijdige belangen. [HAAFF]
URL:
http://www.tno.nl/bouw_en_ondergrond/actueel/documentatie/productbladen/452beno.pdf
Nieuwkamer, R.L.J.; Mulder, P.T.W.;
Kaderrichtkijn Water : wat zijn de praktische
consequenties voor m.e.r. en SMB?. (nl)
In: Toets 13
(2006)3 p.4-8. 14 refs., 3 fig., 3 tab.
De KRW en WB21 worden vertaald in de formele
planfiguren in het waterbeheer. Deze vormen het kader
voor de toetsing van plannen en projecten. Dit artikel
verkent de instrumenten SMB en m.e.r. bij toetsing van
KRW vereisten, het stroomlijnen van procedures en het
ontwikkelen van plannen, projecten en alternatieven.
[HAAFF]
Ruimte voor de rivier.
PKB deel 1 ruimte voor de rivier. (nl) Ministerie
van Verkeer en Waterstaat, [Den Haag],
2005. 178 p ill., krt.
In deel 1 van de PKB Ruimte voor de Rivier
presenteerde het kabinet een pakket maatregelen - het
Basispakket - dat én voldoende veiligheid waarborgt tegen
overstromingen én bijdraagt aan de verbetering van de
ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied. Op PKB deel
1 heeft iedereen in de periode van 1 juni tot en met 23
augustus 2005 kunnen inspreken. Het kabinetsstandpunt
van 22 december 2005 (PKB deel 3) is op basis van
inspraak (circa 3000 reacties), nader onderzoek en
adviezen op een aantal punten aangepast ten opzichte van
het kabinetsplan (PKB deel 1) van april 2005. [DLGNRD WAT
WAN 82 ] [DKLNV B 4c / 278 (1) ] [LEI F-195(a) ]
[IAHL boeken 556(492) RUIM ] [HAAFF 839B08 ]
URL: http://www.ruimtevoorderivier.nl/upload/pkb-deel-a.pdf
PKB deel A - Ontwerp Planologische Kernbeslissing
URL: http://www.ruimtevoorderivier.nl/upload/pkb-deel-b.pdf
PKB deel B - Nota van Toelichting
URL: http://www.ruimtevoorderivier.nl/upload/pkb-deel-c.pdf
PKB deel C - Bijlage bij Ontwerp PKB
URL: http://www.ruimtevoorderivier.nl/upload/Kaart%20plangebied%20PKB.pdf
Kaart plangebied PKB
URL: http://www.ruimtevoorderivier.nl/upload/pkb-deel-d.pdf
PKB deel D - Kaarten bij Ontwerp PKB
URL: http://www.ruimtevoorderivier.nl/upload/pkb-deel-e.pdf
PKB deel E - Bijlagen bij Toelichting
URL: http://www.ruimtevoorderivier.nl/upload/pkb-deel-f.pdf
PKB deel F - Kaarten bij Toelichting
Ruimte voor de rivier.
PKB deel 2 ruimte voor de rivier. (nl)
Projectorganisatie Ruimte voor de Rivier, [Den Haag],
2006. 156 p
PKB deel 2 geeft een beschrijving van de
inspraakreacties op PKB deel 1. Tevens zijn verslagen
opgenomen van bestuurlijk overleg. Ook zijn de adviezen
van (wettelijke) adviseurs in PKB deel 2 gebundeld.
[HAAFF 839B09 ]
URL: http://www.ruimtevoorderivier.nl/upload/PKB2,%2022%20december.pdf
PKB deel 2
URL: http://www.ruimtevoorderivier.nl/upload/1682%20Toetsingsadvies%20over%20het%20MER%20RvdR,%20Cie%20MER,%2014-10-2005.pdf
Toetsingsadvies over het MER
URL: http://www.ruimtevoorderivier.nl/upload/Advies%20VROM-raad%20+%20brief,%2027-10-2005.pdf
Advies VROM-raad
URL: http://www.ruimtevoorderivier.nl/upload/Advies%20over%20PKB%20RvdR,%20College%20van%20Rijksadviseurs,%2025-10-2005.pdf
Advies College van Rijksadviseurs
Ruimte voor de rivier. PKB deel 3 ruimte voor de rivier. (nl)
Projectorganisatie Ruimte voor de Rivier, [Den Haag],
2006. 128 p
Het kabinetsstandpunt is op basis van inspraak
(circa 3000 reacties), nader onderzoek en adviezen op een
aantal punten aangepast ten opzichte van het kabinetsplan
(PKB deel 1) van april 2005. [HAAFF 839B10 ]
URL: http://www.ruimtevoorderivier.nl/index.asp?m_id=301
Rozemeijer, J.C.; Passier, H.; Grift, B. van der; Broers,
H.P.;
Grond- en oppervlaktewaterkwaliteit : STROMON -
quickscan pleit voor integraal waterbeheer. (nl)
In: Informatie
over bodem en water (2006)juli p.1-5. 4 fig., 2
refs.
Binnen het project STROMON (stroomgebiedsgerichte
monitoring) is een 3D stoftransportmodel voor de
bovenlopen van de Dommel opgesteld en (voor heel Brabant)
een quickscan uitgevoerd. De uitkomsten pleiten voor
integraal beheer van grond- en oppervlaktewater in
stroomgebieden. [HAAFF]
URL:
http://www.tno.nl/bouw_en_ondergrond/actueel/documentatie/productbladen/448beno.pdf
Spijker, M.; Lobbrecht, A.;
Naar een efficiënt integraal waterbeheer met 'het
nieuwe modelleren'. (nl)
In: H twee O 39
(2006)14/15 p.24-25. fig.
Innovaties op het gebied van procesbeschrijving en
informatie- en communicatietechnologie hebben ertoe
geleid dat het modelleren van watersystemen de laatste
jaren een grote ontwikkeling doormaakte. Was het voorheen
een specialistische en tijdrovende activiteit waarbij per
model meestal slechts één vraag kon worden beantwoord,
met het nieuwe modelleren is dit verleden tijd. Een model
wordt automatisch opgebouwd vanuit een geografisch
databestand met behulp van intelligente modelgeneratoren.
Hiermee wordt het modelleren een continu en zeer snel
proces, waarbij de gebruiker elke keer opnieuw kan
bepalen op welke wijze het model het beste kan worden
opgebouwd voor het beantwoorden van een specifiek
vraagstuk.
Water in beeld 2006 : voortgangsrapportage over het
waterbeheer in Nederland. (nl)
Adviescommissie Water, Den Haag, 2006.
Jaarlijkse rapportage op het gebied van waterbeheer
door de Adviescommissie Water. [HAAFF www]
URL: http://www.waterinbeeld.nl/
Sterk voor water : visie van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht 2006. (nl) AGV, Waternet, Amsterdam, 2006. 32 p [HAAFF 839A21 ]
WATERSYSTEEM - Grondwater
Bonten, L.T.C.; Brus, D.J.;
Belasting van het oppervlaktewater in het landelijk
gebied door uitspoeling van zware metalen :
modelberekeningen t.b.v. emissieregistratie 2006 en
invloed van redoxcondities. (nl) Alterra-rapport,
1340, Alterra, Wageningen, 2006. 46 p
Ten behoeve van de emissieregistratie zijn
modelberekeningen uitgevoerd om een inschatting te maken
van de uitspoeling van zware metalen uit bodems in het
landelijk gebied naar het oppervlaktewater. Het
modelinstrumentarium voor de berekening van deze
uitspoeling is sterk verbeterd door een nieuwe
schematisatie van zware metaalgehaltes in de bodem en een
verbeterde hydrologie voor natuurgebieden. Daarnaast is
de mogelijk invloed van de redoxeffecten geschat. Voor
zand- en kleigronden lijken redoxeffecten nauwelijks een
rol te spelen. De berekeningsresultaten met het
verbeterde model komen beter overeen met metingen dan
eerdere berekeningen. Landelijke vrachten van Zn, Cd en
Ni zijn veel lager dan eerdere berekeningen. [HAAFF
NN31844,1340 ] [HAAFF NN31844,1340 ] [WWW ] [DKLNV
NL 02 / 1340 ]
URL:
http://www2.alterra.wur.nl/Webdocs/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport1340.pdf
Brink, C. van den; Buitenkmap, M.; Essen, J. van; [et al.];
Gebiedsdossiers als middel voor ruimtelijk
gedifferentieerd grondwaterbeheer. (nl)
In: Bodem 16
(2006)3 p.108-110.
De provincie Overijssel heeft besloten haar
grondwaterbeschermingsbeleid te evalueren en aan te
scherpen. Dit heeft gerulteerd in een nieuw Beleidsplan
(vastgesteld op 15 maart 2006). Voor de winningen St.
Jansklooster en Holten wordt het gebiedsgericht benaderen
van samenhangende onderdelen toegelicht. [HAAFF]
Brink, F. van den; Hoogveld, J.; Buskens, R.; Buggenum,
H.J.M. van;
Van verdrogingsbeleid naar ecologisch herstel :
resultaten van 15 jaar verdrogingsbestrijding in Limburg.
(nl)
In: Natuurhistorisch
maandblad 94(2005)11 p.201-205. 5 fig., 21 refs.
Net als de rest van Nederland is Limburg de
afgelopen eeuw een stuk droger geworden. Dit ondanks de
soms overvloedige neerslag. Dit artikel geeft
achtergrondenvan het provinciale verdrogingsbeleid en de
gebiedsgerichte uitvoering. Daarbij wordt ingegaan op
zowel successen als tegenvallers. Tevens komen
toekomstperspectieven aan bod. [HAAFF]
Dam, A.M. van;
Understanding the reduction of nitrogen leaching by
catch crops. (en) [sn], [sl], 2006.
171 p
Uitspoeling uit de bewortelde bovengrond en
denitrificatie uit de bodem zijn verantwoordelijk voor
een aanzienlijk deel van de N verliezen. Die verliezen
zijn vooral problematisch op zandgrond met een diepe
grondwaterspiegel, waar van nature weinig N
denitrificeert. Veelvuldig wordt daar de maximumwaarde in
Nederland overschreden. Een simulatiemodel is ontwikkeld
dat de groei en N opname van vanggewassen (winterrogge en
bladrammenas) en de dynamiek van water en stikstof in de
bodem beschrijft. [UB MAG NN08200,4008 ] [UB MAG
NN08201,4008 ] [UB MAG NN08202,4008 ]
URL: http://library.wur.nl/wda/dissertations/dis4008.pdf
Fraters, B.; Boumans, L.J.M.; Elzakker, B.G. van; Gast,
L.F.L.; Griffioen, J.; Klaver, G.T.; Nelemans, J.A.;
Velthof, G.L.; Veld, H.;
Een nieuwe toetsdiepte voor nitraat in grondwater? :
eindrapport van het onderzoek naar de mogelijkheden voor
een toetsdieptemeetnet. (nl) Rapport / RIVM,
680100005, RIVM, Bilthoven,
2006. 165 p
Studie in het kader van het landelijk meetnet
effecten mestbeleid. Het verlagen van de toetsdiepte voor
nitraat in het grondwater in zandgebieden van de bovenste
meter van het grondwater naar de bovenste vijf meter,
blijkt niet opportuun. Hetverlagen van de toetsdiepte
wordt gezien als mogelijkheid om aan de doelstellingen
van de Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water te
kunnen voldoen, zonder de landbouw onnodig scherpe
gebruiksnormen op te leggen. Een verlaging is niet
opportuun, omdatbij de nitraatuitspoelingsgevoelige
(“droge”) gronden, op basis van de beschikbare gegevens,
geen afname van de nitraatconcentratie in de bovenste
vijf meter van het grondwater kan worden aangetoond..
[WWW ]
URL: http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/680100005.pdf
Gaast, J.W.J. van der; Massop, H.T.L; Vroon, H.R.J.;
Staritsky, I.G.;
Hydrologie op basis van karteerbare kenmerken. (nl) Alterra-rapport, 1339, Alterra, Wageningen,
2006. 111 p 1 CD-ROM.64 refs.
Dit onderzoek heeft als doel het landsdekkend
kwantitatief in kaart brengen van hydrologische
gebiedseigenschappen (waarvan het grondwaterstandsverloop
een belangrijke variabele is), alsmede het in kaart
brengen van waterhuishoudkundige ingrepen op basis van
modelberekeingen. [HAAFF ] [DKLNV NL 02 / 1339 ]
URL:
http://content.alterra.wur.nl/Webdocs/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport1339.pdf
Hoving, I.E.; Vos, J.A. de;
Verminderde drooglegging op melkveebedrijven in de
Krimpenerwaard = Effects of reduced drainage
possibilities for dairy farms in the Krimpenerwaard.
(nl) PraktijkRapport rundvee, 95, Animal Sciences Group /
Praktijkonderzoek, Lelystad, 2005. 16 p
In de Nota Ruimte is aangegeven dat in de
westelijke veenweidegebieden de bodemdaling beperkt moet
worden. Om deze wens gestalte te geven en inpasbaar te
maken, is het principe ‘functie volgt peil’ ontstaan. De
werkgroep FES Westelijke Veenweiden heeft voor de
aanvraag van een bijdrage voor de financiering van deze
herinrichting van functies uit de FES-gelden, dit
principe in drie voorbeeldprojecten uitgewerkt, waaronder
in de Krimpenerwaard. Hierbij zijn per voorbeeldproject
drie alternatieve inrichtingen benoemd en onder andere
doorgerekend in een Maatschappelijke Kosten baten Analyse
(MKBA). Om inzicht te krijgen in de effecten van
verschillende droogleggingen op de
landbouwbedrijfsvoering in de alternatieven is voor de
Krimpenerwaard met behulp van Waterpas op basis van vijf
fictieve bedrijfsmodellen een inschatting gemaakt van de
opbrengstderving bij verschillende
droogleggingverdelingen op het bedrijf. Vernatting van
graslandpercelen van een melkveebedrijf van 50 hectare in
de Krimpenerwaard is mogelijk als er voldoende variatie
is in de drooglegging tussen percelen, en er voldoende
goed ontwaterde percelen zijn. Vernatting heeft dan extra
aankoop van krachtvoer en/of ruwvoer tot gevolg. De
bedrijfseconomische resultaten zullen door vernatting
echter afnemen, waarbij de afname sterker is naarmate de
vernatte oppervlakte op het bedrijf toeneemt en naarmate
de drooglegging vermindert. Voor een bedrijfssituatie
waarbij 20% van het grasland “zeer sterk vernat”
(oppervlaktewaterpeil 0 cm) is de schade € 365,- per
hectare voor het hele bedrijf als er tijdens beweiding
geen mogelijkheden zijn om met vee uit te wijken naar
percelen met een voldoende drooglegging en als er
onvoldoende ruwvoer wordt geproduceerd om in de
voerbehoefte van de veestapel te voorzien. Eventuele
extra arbeidsinzet en vergoeding voor “blauwe diensten”
zijn hierbij niet meegerekend. Onze verwachting is dat
het bedrijfsrisico bij vernatting sterk toeneemt. [WWW ]
URL:
http://www.pv.wur.nl/Producten/PraktijkNet/Zoeken/Antwoord/PraktijkRapport/RSP/95.pdf
Kiestra, E.;
Bodemkundig-hydrologisch onderzoek in het
landinrichtingsgebied Peize. (nl) Alterra-rapport,
1233, Alterra, Wageningen, 2006. 99 p 1
CD-ROM.10 fig., 13 refs., 2 krt.
Het gebied Peize bestaat uit afzettingen die
dateren uit het Pleistoceen en het Holoceen. De
afzettingen uit het Pleistoceen, die aan of nabij het
oppervlak voorkomen, bestaan voornamelijk uit dekzand,
keileem en potklei. Het dekzand wordt tot de Formatie van
Twente gerekend; de keileem en potklei tot de Formatie
van Drente. Langs het Peizer- en Eelder Diep en in de
Peizermaden komen aan het maaiveld kleiige afzettingen
voor die voor een belangrijk deel in het Holoceen zijn
afgezet. De overige holocene afzettingen bestaan
voornamelijk uit veen en rietklei. In de beekdalen is het
veen relatief voedselrijk (mesotroof zegge- en
broekveen). In het uitgestrekte laagveengebied in het
noorden komt veel mesotroof rietveen voor, soms
onderbroken door laagjes klei of rietklei. Door een
combinatie van kwel en afzetting komen in de beekdalen
plaatselijk ijzerhoudende gronden voor. Het Bunnerveen en
de directe omgeving zijn in het Holoceen bedekt met een
dik pakket oligotroof (arm) veenmosveen (hoogveen). Een
deel van dit veen is in de vorige eeuw verdwenen door
afgraving. Door een combinatie van grondbewerking en
ontwatering is ook veen verdwenen als gevolg van
oxidatie. De gronden zijn ingedeeld volgens het Systeem
van bodemclassificatie voor Nederland. In het gebied
komen veengronden, moerige gronden, zandgronden en oude
kleigronden voor. De veengronden komen voornamelijk voor
in het noorden, in de beekdalen en in de omgeving van het
Bunnerveen. De moerige gronden die in het gebied
verspreid voorkomen, zijn op basis van het niet of wel
voorkomen van een humuspodzol onderverdeeld in
broekeerdgronden en moerige podzolgronden. In de
beekdalen komen de meeste broekeerdgronden voor. In het
noorden van het gebied komen moerige gronden voor waarbij
de minerale ondergrond uit ongerijpte klei (rietklei)
bestaat. In het zuiden en midden van het gebied komen de
meeste zandgronden voor. Binnen de zandgronden zijn
podzolgronden en eerdgronden onderscheiden. Bij veel
zandgronden komt keile. [HAAFF NN31844,1233 1e ex.]
[HAAFF DISK-507 1e ex.] [HAAFF NN31844,1233 2e ex.]
[HAAFF DISK-507 2e ex.] [DKLNV NL 02 / 1233 ]
Kooiman, J.W.; Akker, K. van den;
Geef grondwater zijn terechte economische waarde.
(nl)
In: H twee O 39
(2006)12 p.12-15. figs.
Grondwater is een aktueel onderwerp. De laatste
maanden vinden regelmatig bijeenkomsten plaats rond
grondwater. Tijdens die bijeenkomsten komen steeds twee
wensen terug: grondwater moet meer aandacht krijgen van
politiek en bestuur én het grondwater en de ondergrond
moeten een eigenaar krijgen. Ondergetekenden willen een
bijdrage leveren aan het vervullen van deze wensen.
[HAAFF]
Kooiman, J.W.; Akker, C. van den;
Grondwater, de cruciale hulp in het waterbeheer. (
nl)
In: Stromingen
12(2006)2 p.5-18. 6 fig., 3 refs.
De waterbeheerders in West-Nederland krijgen de
komende decennia heel wat te verstouwen als gevolg van
onder andere zeespiegelrijzing, bodemdaling en
klimaatverandering. In allerlei plannen worden
oplossingen gezocht, die louter uitgaan van het
oppervlaktewatersysteem. In deze bijdrage (op
persoonlijke titel) wordt ook het grondwater betrokken;
daarbij gebruik makend van grootschalige ingrepen in het
verleden, zoals na de watersnoodramp van 1916 en 1953.
Dat levert nieuwe mogelijkheden voor bestaande en
toekomstige problemen; met meer keuzemogelijkheden,
waardoor het allemaal niet gemakkelijker wordt om daaruit
te kiezen. Een pleidooi voor een deltaplan grondwater.
[HAAFF]
Lucassen, E.C.H.E.T.; Roelofs, J.G.M.;
Vernatten met beleid : lessen uit het recente
verleden. (nl)
In: Natuurhistorisch
maandblad 94(2005)11 p.211-215. 6 fig., 9 refs.
Sinds 1960 zijn de grondwaterpeilen in
natuurgebieden veelal verlaagd ten gunste van de
landbouw. Opstuwen van grondwater lijkt een oplossing
tegen verdroging, maar kan aanleiding geven tot
fosfaatmobilisatie in de bodem (interne eutrofiëring
genaamd), wat veel ongewenste soorten oplevert met
achteruitgang van de oorspronkelijke flora en fauna. Dit
artikel beschrijft de biogeochemische processen die
plaatsvinden in (door grondwater gevoede) natte natuur en
de hieruit af te leiden herstelmaatregelen. [HAAFF]
Mars, H. de; Dort, T. van; Kloet, P.; Tijen, C. van;
Verdroging in Limburg : een evaluatie na 15 jaar
beleid. (nl)
In: Natuurhistorisch
maandblad 94(2005)11 p.206-210. 4 fig., 16 refs., 3
tab.
De verdrogingsbestrijding in Limburg richt zich
sinds 1989 op het herstel van kwetsbare natte
natuurdoeltypen. Toen werd voor het eerst de
verdrogingstoestand vastgelegd, middels veldkarteringen
in natuurgebieden; hetgeen herhaald werd in 1996 en 2003.
Sinds 2004 is ook een hydrologisch meetnet operationeel.
Dit artikel geeft hoofdpunten: waterkwaliteit, waterpeil,
ecohydrologie, GGOR meetnet, hectares vernatting en
hectares herstel. [HAAFF]
Olsthoorn, T.N.;
Van Edelman naar Bruggeman. (nl)
In: Stromingen
12(2006)1 p.5-12. 2 fig., 4 refs.
De meeste boeken over grondwaterstroming geven de
formule van Edelman voor de berekening van de
tijdsafhankelijke stijghoogte en stroming in een
halfoneindig watervoerend pakket, dat grenst aan open
water waarin de randvoorwaardeverandert volgens een
bepaald verloop in de tijd. De auteur toont aan, dat een
kleine aanvulling van een oplossing van Bruggeman kan
resulteren in een uiterst eenvoudige formule, die
bovendien niet slechts vier, maar een oneindige reeks
gevallen omvat; hetgeen de Edelmanformule overbodig
maakt. [HAAFF]
Schokker, J.; Gessel, S. van; Lange, G. de; [et al.];
Bodemdalingsgevoelingheid Zuid-Holland in kaart
[waterbeheer en ruimtelijke inrichting]. (nl)
In: Informatie
over bodem en water (2006)juli p.6-9. 4 fig.
TNO heeft een nieuwe methode ontwikkeld, waarmee de
gevoelighied voor bodemdaling in kaart kan worden
gebracht en waarmee tevens de effecten van toekomstige
waterbeheersmaatregelen op de hoogte van het maaiveld
kunnen worden ingeschat. [HAAFF]
URL:
http://www.tno.nl/bouw_en_ondergrond/actueel/documentatie/productbladen/573beno.pdf
Vermeulen, P.T.M.;
Model-reduced inverse modeling. (en) [sn], [sl],
2006. 177 p
Although faster computers have been developed in
recent years, they tend to be used to solve even more
detailed problems. In many cases this will yield enormous
models that can not be solved within acceptable time
constraints. Therefore, there is a need for alternative
methods that simulate such models more efficiently and
conserve the detailed information. Within this frame this
thesis presents two methodologies. The first method
redices the problem locally by increasing the scale
(upscaling), and the second method reduces the problem
globally by reducing its state space with respect to its
behaviour (model reduction). The latter is promising for
scenario analysis and appears to be an improved
alternative for inverse modeling. [HAAFF 839D33 ]
URL: http://repository.tudelft.nl/file/157956/131687
Walsum, P.E.V. van; Lourens, A.; Veldhuizen, A.A.;
Snepvangers, J.J.J.C.; Dik, P.E.; Minnema, B.;
Groenendijk, P.;
Flexibel geïntegreerd systeem voor regionale
hydrologische modellering : combinatie van MODFLOW en
SIMGRO. (nl)
In: Stromingen
12(2006)2 p.19-28. 3 fig., 15 refs.
TNO en Alterra hebben een koppeling tot stand
gebracht tussen hun grondwatermodeelen, resp. MODFLOW en
SIMGRO. Eerst is gekeken naar recente ontwikkelingen
binnen modelkoppelingen, daarbij zoekend naar eenvoudige
software. Dat is gevonden in Open Modelling Interface
(OpenMI). Dit artikel geeft uitleg over het systeem, en
komt met eerste toepassingen, namelijk in het Kromme
Rijn-gebied. [HAAFF]
Waternet
Verslag grondwaterzorg 2005 gemeente Amsterdam /
Waternet. (nl)
Waternet, Amsterdam, 2006. [HAAFF]
Wee, L. van; Bonte, M.; Kerkhoff, M.; [et al.];
Het nut van geohydrologisch onderzoek in de Peel :
noodzaak voor watertoets en haalbaarheid integraal
gebiedsplan. (nl)
In: H twee O 39
(2006)14/15 p.14-17. 5 fig.
Het gebied Bakel-Milheeze maakt onderdeel uit van
de Brabantse Peel, die van oudsher hoge landschappelijke
kwaliteiten herbergt. Deze zijn in de loop van de vorige
eeuw echter steeds meer vervaagd door intensivering en
schaalvergroting in de landbouw. Gedeputeerde Staten van
Noord-Brabant hebben daarom in het Reconstructieplan De
Peel gezocht naar een nieuwe balans tussen landbouw en
natuur. Als uitwerking van het reconstructieplan is het
Integraal Gebiedsprogramma Bakel-Milheeze Noord (IGP)
opgesteld. Dit plan streeft naar herstel van de
landschappelijke kwaliteit, nieuwe natuur, nieuwe
economische dragers en behoud van de leefbaarheid van het
platteland. Uit overleg met provincie en waterschap kwam
naar voren dat in het kader van de wettelijk vereiste
watertoets een geohydrologische effectenstudie in de
omgeving van de zandwinning in dit gebied, de Bakelse
Plassen, noodzakelijk is. Witteveen+Bos voerde die uit.
Op basis van dit onderzoek en de voorgestelde mitigerende
maatregelen hebben de provincie Noord-Brabant en
Waterschap Aa en Maas een positief advies afgegeven.
Hiermee konden Gedeputeerde Staten instemmen met het IGP.
[HAAFF]
WATERSYSTEEM - Oppervlaktewater
Ban, E.C.D. van den; Durksz, D.L.; Knol, W.C.; Rietra,
R.P.J.J.; Verdonk, J.M.A.;
Waterberging en veehouderijen: dier- en
plantgezondheid, voedselveiligheid en bedrijfsvoering :
kennis uit wetenschap en praktijk. (nl) Rapport /
Nutrition and food, 05/I00220, Animal Sciences Group,
Lelystad, 2005. 33 p
Waterberging of inundatie speelt een grote rol in
de waterhuishouding van oppervlaktewater voor de
veehouderij in Nederland. Waterberging kan voor de
veehouderij effect hebben op plant- en diergezondheid,
bedrijfsvoering en voedselveiligheid. Dit rapport beoogt
enerzijds op basis van bestaande kennis een analyse te
geven van de risico's van waterberging op
bedrijfsvoering, dier- en plantziekten en
voedselveiligheid in dierlijke productieketens. Deze
literatuurstudie benoemt kansen en knelpunten (hoofdstuk
2). Daarnaast zijn verschillende betrokken partijen zoals
provincies, waterschappen en veehouders benaderd om de
belangrijkste kennishiaten, knelpunten en kansen voor
deze betrokkenen te benoemen (hoofdstuk 3 en 4).
Tenslotte wordt een kort verslag gegeven van de discussie
van het minisymposium "Kortdurende inundaties in natuur-
en landbouwgebieden: kansen en bedreigingen" (hoofdstuk
5). [WWW ]
URL: http://library.wur.nl/way/bestanden/clc/1814986.pdf
Bedem, N. van den ;
Effecten van natuurlijke bovenstroomse berging op
hoogwater in de Maas. (nl) Stichting Reinwater, 2006, 19 p.
Nederland heeft de afgelopen decennia een aantal
keren te maken gehad met extreme rivierafvoeren, waarbij
gevreesd werd voor grote overstromingen. Om dit soort
problemen in de toekomst te voorkomen, wordt veel baat
verwacht van het bovenstrooms opvangen, bergen en langer
vasthouden van water. De effecten van dit soort
maatregelen zijn echter moeilijk voorspelbaar, waardoor
er in de hoger gelegen (buitenlandse) gebieden weerstand
bestaat tegen het nemen van de maatregelen. In deze
literatuurstudie wordt bekeken wat de effecten voor de
verschillende gebieden van het stroomgebied zijn, én
worden er aanbevelingen gedaan voor een hogere
effectiviteit van de maatregelen.
URL: http://www.reinwater.nl/docs/SV_bovenstroomse_berging.pdf
Beersma, J.J.; Buishand, T.A.; Goederen, S. de;
Zout, zouter, zoutst : statistiek van de extreme
verzilting in Midden-West Nederland. (nl) KNMI, De
Bilt, 2005.
Het Rijn-Maas mondingsgebied is één van de locaties
in Nederland waar zoutindringing vanuit zee plaatsvindt
(externe verzilting).. De mate van zoutindringing hangt
sterk af van de waterstand op zee en de grootte van de
rivierafvoer (zout zoet vermenging). Het doel vanhet in
dit rapport beschreven onderzoek is de kans van
voorkomen van verziltingsjaren te bepalen zowel voor het
thans heersende klimaat als voor een toekomstige
situatie.
URL: http://www.knmi.nl/publications/fulltexts/publ_199iii_zout.pdf
Beheersverslag Rijkswateren IJsselmeergebied
2002-2004. (nl) Rijkswaterstaat, Lelystad, 2006.
Brochure van het Beheersverslag Rijkswateren
IJsselmeergebied 2002-2004. De informatie is in
uitgebreidere vorm in het gelijknamige rapport
(IJG-rapport nr. 2006-4) te vinden. Er wordt een
overzicht gegeven voor de jaren 2002, 2003 en 2004 van
de toestand, zowel kwalitatief als kwantitatief, van de
door Rijkswaterstaat IJsselmeergebied beheerde
watersystemen in het IJsselmeergebied en van de
werkzaamheden, die ten behoeve van het waterbeheer door
Rijkswaterstaat IJsselmeergebied zijn uitgevoerd. De
volgende onderwerpen worden behandeld: a -
waterkwantiteit; b - waterkwaliteit; c -
waterbodemkwaliteit en zwevend stof; d -
vergunningverlening; e - ecologie en
natuurontwikkeling; f - overige gebruiksfuncties; g -
planvorming en afstemming.
URL: http://www.rijkswaterstaat.nl/ijg/Images/IJsselmeer_tcm90-64617.pdf Brochure
URL: http://www.rijkswaterstaat.nl/ijg/Images/Beheersverslag02_04_tcm90-48059.pdf IJG-rapport nr. 2006-4
Berbee, R.P.M.; Volkers-Verboom, L.W.;
Analyses waterstromen : dit onderzoek is een
deelproject binnen het onderzoek naar de oorzaak van
gewasschade bij tuinders in de regio Aalsmeer, waar een
syntheserapport van is verschenen. (nl) RIZA rapport,
2006.003, Rijkswaterstaat, RIZA, Lelystad,
2006. 73 p
In de regio Aalsmeer werd in de afgelopen jaren
door sommige tuinders melding gemaakt van gewasschade
vermoedelijk veroorzaakt door luchtverontreiniging door
Schiphol. Via een gemeenschappelijk project van RIVM,
TNO, PPO, CLM en RIZA is dit probleem onderzocht. In dit
(deel) rapport zijn de resultaten van het chemisch
onderzoek van watermonsters beschreven. Bij de uitwerking
van de resultaten is ingezoomd op het onderscheid tussen
de omgeving van Aalsmeer en de gebieden elders in
Nederland, en daarnaast op verschillen tussen bedrijven
met en zonder gewasschade. [HAAFF NN31066,2006,003 ]
URL:
http://www.rijkswaterstaat.nl/rws/riza/home/publicaties/rapporten/2006/rr_2006_003.pdf
Dam, O. van;
Hydromorfologie in Nederland : pilot
hydromorfologische parameters Kaderrichtlijn Water. (nl) Adviesdienst Geo-Informatie en ICT, Delft,
2006. 141 p
De hydromorfologische karakterisering is één van de
te monitoren kwaliteitselementen van een waterlichaam en
is ondersteunend voor de biologische toestand van het
waterlichaam. De disciplinegroep hydromorfologie heeft
een lijst met in totaal 43 parameters voor dit
kwaliteitselement opgesteld. Deze zijn verdeeld over de
drie typen waterlichamen: * beken, rivieren en
getijdenrivieren (18 parameters); * meren (12
parameters); en * kust- en overgangswateren (13
parameters). Om in december 2006 te kunnen starten met de
hydromorfologische monitoring heeft Rijkswaterstaat
Adviesdienst Geo-informatie en ICT Ingenieursbureau BCC
bv (BCC) verzocht een pilot uit te voeren om ervaring op
te doen. [HAAFF ]
URL:
http://www.verkeerenwaterstaat.nl/kennisplein/uploaded/AGI/2006-08/335204/AGI-2006-GPM-018.pdf
Doomen, A.; Zwolsman, J.; Hoek, J. van der; [et al.];
Waterkwaliteit van de Rijn en de Maas bij lage
afvoeren: een verkenning na de droge zomer van 2003.
(nl)
In: H twee O 39
(2006)13 p.46-49. 6 fig., 3 refs., 2 tab.
De droogte en warmte in 2003 heeft gevolgen gehad
voor de waterkwaliteit van de Rijn en de Maas. Voor drie
locaties waar oppervlaktewater wordt ingenomen voor
drinkwaterproductie, twee grenslocaties en Keizersveer
zijn de waterkwaliteitseffecten van de droogte
geanalyseerd. De gevolgen van de droogte blijken het
grootst voor de watertemperatuur en het chloride- en
fluoridegehalte. Het onderzoek, dat gefinancierd werd
door Duinwaterbedrijf Zuid-Holland, PWN en Waternet, is
uitgevoerd door Kiwa Water Research. [HAAFF]
Duursema, G.; Molen, D. van der; Oosterloo, W.;
Van Praag naar Ommen: formuleren van ecologische
doelen voor de Kaderrichtlijn Water. (nl)
In: H twee O 39
(2006)16 p.37-40. 3 tab., 1 ref.
Dit jaar 2006 en de komende jaren werken
waterbeheerders aan ecologische doelen en bijbehorende
maatregelpakketten. Nederland is in Europa tamelijk uniek
is als het gaat om de afwezigheid van natuurlijke
referenties en de aanwezigheid van sterk veranderde en
kunstmatige wateren. Daarom lijken de Europese
voorschriften niet altijd goed toepasbaar voor Nederland.
Onze specifieke situatie is internationaal onder de
aandacht gebracht. Dat heeft geleid tot een pragmatischer
aanpak. In deze bijdrage gaan we in op de status van die
werkwijze en illustreren we de aanpak aan de hand van een
gebiedsstudie van de Overijsselse Vecht. Met de
uitwerking van dit voorbeeld hopen we dat deze complexe
materie ook voor bestuurders begrijpelijk wordt. [HAAFF
]
Foekema, E.; Sneekes, A.; Graansma, J.;
Hoog fosfaatgehalte in rwzi-effluenten voorspelt
remming van algengroei. (nl)
In: H twee O 39
(2006)12 p.35-37. figs.; tab.; 6 refs.
Biologische testen met bijvoorbeeld watervlooien,
bacteriën en algen worden regelmatig ingezet om het
milieurisico van effluenten van
rioolwaterzuiveringsinstallaties te beoordelen. Vooral de
algentest blijkt gevoelig voor deze effluenten, zonder
dat hiervoor een duidelijke oorzaak kon worden
aangewezen. Nader onderzoek heeft nu uitgewezen dat de
resultaten van de algentesten goed zijn te voorspellen op
basis van het fosfaatgehalte van het geteste effluent.
Opvallend daarbij is dat de algengroei bij hoge
fosfaatgehalten geremd werd. Met dit inzicht konden de
resultaten van 19 van de 20 voor dit project uitgevoerde
algentesten met rwzi-effluent worden verklaard. In het
enige uitzonderingsgeval was waarschijnlijk een andere
stof verantwoordelijk voor de remming van de algengroei.
De onderzoeksresultaten suggereren dat het merendeel van
de effecten die met algentesten bij rwzi-effluenten
worden aangetoond, gerelateerd zijn aan hoge
fosfaatgehalten. [HAAFF]
Hardeveld, H. van; Eertwegh, G. van den; Beek, C.L. van;
Verbetering waterkwaliteit in veenweidepolders
haalbaar. (nl)
In: H twee O 39
(2006)12 p.32-34. fig.; ill.; tabs.; 9 refs.
In de Vlietpolder bij Hoogmade realiseert het
Hoogheemraadschap van Rijnland een verbetering van zowel
de chemische als de ecologische waterkwaliteit. Hiertoe
neemt het maatregelen op het gebied van peilbeheer,
bemesting, inrichting en beheer. De maatregelen zijn
gebaseerd op enkele jaren onderzoek waarin het
hoogheemraadschap de water- en stofstromen in de polder
nauwkeurig in beeld bracht. Doordat nauw is samengewerkt
met enkele betrokken melkveehouders in de polder, bleek
het mogelijk maatregelen te nemen die voor alle betrokken
partijen acceptabel zijn. Verbetering van de
waterkwaliteit in veenweidepolders wordt daarmee
daadwerkelijk haalbaar. [HAAFF]
Hermans, L.M.;
Actor analysis for water resources management: putting
the promise into practice. (en) Eburon, Delft,
2005. X, 235 p
Actor analysis offers a potentially promising tool
to support water experts, as it can be used to
investigate the multi-actor policy making setting in
which water experts find themselves. This is likely to
help water experts design and execute analyses that are
relevant to policy makers. Actor analysis for water
resources management provides insight into how actor
analysis is done in practice. A model-based approach for
actor analysis is developed and its use is described for
cases in Egypt, Turkey, the Netherlands and the
Philippines. The results of these four cases are used to
examine to what extent actor analysis lives up to its
promise for water experts. The findings shed light on the
use of actor analysis in practice and its potential to
help water experts in their interactions with policy
makers. Policy analysts and water experts alike may find
the guidelines on executing an actor analysis valuable,
and the examples of applications inspiring to their daily
tasks. [WWW ] [IAHL boeken 556.18 HERM ]
URL: http://repository.tudelft.nl/file/82854/347628
Internationaal polderen : het ABC van de KRW. (nl)
In: Het waterschap
(2006)7 p.12-13.
Een samenvatting van het betoog dat René Didde
uitsprak tijdens de Kennisconferentie Leren met Water In
Amsterdam. De Kaderrichtlijn Water (KRW) veroorzaakt veel
stress in de waterwereld, maar biedt wel degelijk veel
beleidsvrijheid.
URL: http://library.wur.nl/artik/waterschap/1810770.pdf
Jansen, A.;
Ruimte voor water, water voor ruimtelijke kwaliteit :
lectorale rede. (nl) Waterkenniscentrum Van Hall
Larenstein, Velp, 2005. 95 p 56 refs.
Overzicht van het vakgebied waterbeheer, bij het
aantreden als lector Integraal Waterbeheer en Ruimtelijke
Inrichting aan de Hogeschool Van Hall Larenstein. [IAHL
boeken 556.18 JANS ] [IAHL boeken 556.18 JANS ]
[HAAFF 839A17 ]
Jansen, K.;
Project ‘Boeren met water’ gestart : waterberging in
agrarisch gebied. (nl)
In: Neerslag 41
(2006)3 p.41-43. ills.
Het Waterschap Groot Salland heeft eind vorig jaar
in Wesepe de waterberging van het project Boeren met
Water vol laten stromen. In de ca. 4 hectare grote
berging stond een aantal dagen enkele decimeters water.
De betreffende percelen van de fam. Kerkmeijer in Wesepe
zijn geschikt gemaakt om water bij dreigende
wateroverlast tijdelijk vast te houden. Maar het land
blijft geschikt en beschikbaar voor de landbouw, behalve
als het bij hoge waterstanden onderloopt. Voor zijn rol
als ‘waterbeheerder’ ontvangt de boer een vergoeding van
het waterschap. Hij levert als het ware een ‘blauwe
dienst’ voor de dubbele bestemming van zijn perceel.
[HAAFF]
URL: http://www.neerslag-magazine.nl/artikel.asp?key=457
Karakterisering deelstroomgebied Rijn-Midden :
hoofdrapport. (nl) Regionaal Bestuurlijk Overleg Rijn-Midden, [sl], 2004. 159 p.
In Rijn-Midden wordt de implementatie van de
Europese Kaderrichtlijn Water uitgevoerd door de
waterschappen Vallei & Eem, Veluwe en Zuiderzeeland, de
provincies Gelderland, Utrecht en Flevoland,
Rijkswaterstaat Directie IJsselmeergebied
envertegenwoordigers van gemeenten en de ministeries van
LNV en Verkeer en Waterstaat. Het voorliggende rapport is
een eerste stap op weg naar het stroomgebiedbeheersplan
van 2009. Het is tot stand gekomen door samenwerking van
alle betrokkenorganisaties. Juist deze
gebiedsoverschrijdende samenwerking is zo kenmerkend voor
het watersysteem, dat zich over het algemeen ook niets
aantrekt van bestuurlijke grenzen.
URL: http://library.wur.nl/ebooks/1813426.pdf
Knotters, M.; Vos, J.A. de; Hoving, I.; Brus, D.J.;
Monitoringstrategie voor de oppervlaktewaterkwaliteit
van melkveebedrijven in veenweidegebied. (nl)
In: H twee O 39
(2006)13 p.54-57. 3 fig., 11 refs., 2 tab.
Sinds 22 december 2000 is de Kaderrichtlijn Water
van kracht, die ertoe moet leiden dat in 2015 het
oppervlaktewater van goede kwaliteit is. Ook van boeren
in het veenweidegebied wordt verwacht dat zij bijdragen
aan schoon oppervlaktewater. Maar hoe bepaal je of het
slootwater van de vereiste kwaliteit is? Hoe beoordeel je
of de maatregelen om de kwaliteit te verbeteren werken?
Wat moet je bemonsteren, op hoeveel en welke locaties en
hoe vaak? Het antwoord op deze vragen is een
monitoringstrategie onder het motto 'begin aan het eind
en redeneer dan terug'. [HAAFF]
Lange, F.T.; Schmidt, C.; Brauch, H.J.;
Perfluoroalkylcarboxylates and -sulfonates : emerging
contaminants for drinking water supplies?. (en) RIWA,
Nieuwegein, 2006. 28 p
One important aspect of the WSP (Water Safety
Plans) approach is the assessment of chemical hazards in
drinking-water resources. For ubiquitously occurring
anthropogenic compounds, like the fluorochemicals
regarded in this survey, it is possible to perform a
first hazard assessment by means of a desktop study.
This study will provide a first insight of a potential
threat to drinking water prepared from surface water.
[HAAFF 839A20 ]
URL: http://www.riwa.org/e_publikaties/137_ptfe_report.PDF
Liefveld, W.M.; Jesse, P.;
Minimale afvoer van de Grensmaas : inschatting van
ecologische effecten met RHASIM. (nl) RWS RIZA
rapport, 2006.015, Rijkswaterstaat, RIZA, Lelystad,
2006. 68 p 69 refs.
Om de ecologische effecten van lage afvoeren op de
Grensmaas te kunnen kwantificeren is een rivierhabitat
simulatie model ontwikkeld (RHASIM). Dit model laat zien
wat de effecten van verschillende afvoeren zijn op de
kwaliteit van het leefgebied van aquatische soorten.
RHASIM drukt dit uit in oppervlakte geschikt gebied per
soort of levensstadium. De uitkomsten van dit model zijn
geïnterpreteerd en vergeleken met gegevens uit andere
studies. Om de effecten van lage afvoeren op de
ecologie inzichtelijk te maken is een gidssoort gekozen
die representatief is voor het karakteristieke milieu van
de Grensmaas: de Barbeel. [HAAFF NN31066,2006,015 ]
URL:
http://www.rijkswaterstaat.nl/rws/riza/home/publicaties/rapporten/2006/rr_2006_015.pdf
Makaske, B.; Os, A.G. van; Wolfert, H.P.;
NCR-days 2004 : research for managing rivers : present
and future issues, november 4-6. (en)
NCR-publication, 26-2005, NCR, [Netherlands Centre for
River Studies], [Delft], 2005. 126 p
These proceedings are the product of the NCR days
2004, held 46 November 2004 in Wageningen.The NCR days
are a yearly conference at which mainly young scientists
present their ongoing research on a wide variety of
fluvial subjects. The 46 contributions (oral
presentations and posters) to the conference resulted in
the 43 papers in this proceedings volume. The papers
have been arranged into sections that basically
represent the various sessions of the conference: Flood
management and defence; Hydrology; Ecology; and
Sediments, hydraulics and morphology. [HAAFF 781B06 ]
URL:
http://www.ncr-web.org/downloads/pub26.pdf
Peperstraten, J. van;
De Hoogwaterrichtlijn komt eraan!:
overstromingsrisico's worden inzichtelijk: samenhangende
aanpak geboden. (nl)
In: Het waterschap
(2006)6 p.6-8. Ills.
In januari 2006 presenteerde de Europese Commissie
de concept-Hoogwaterrichtlijn. Het ziet er naar uit dat
de totstandkoming van de richtlijn buitengewoon snel
verloopt. De Hoogwaterrichtlijn (HWR) dwingt tot het
inzichtelijk maken van de overstromingsrisico's en de
beschermingsmaatregelen. Voor Nederland kan de richtlijn
gunstig uitpakken. [HAAFF]
Rampenbeheersingsstrategie overstromingen Rijn en Maas. Syntheserapport onderzoeksprogramma. (nl)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat, [sl],
2005. 59 p cd-rom.
De studie komt voort uit het besluit van het
kabinet om voor een rampenbeheersingsstrategie behalve
naar potentiële noodoverloopgebieden nader onderzoek te
doen naar vier andere opties. Daarbij gaat het om
internationale afstemming, organisatorische maatregelen,
compartimentering en het verhogen van veiligheidsnormen.
Het rapport geeft een synthese van de uitgevoerde
deelonderzoeken. [HAAFF ]
URL:
http://www.rijkswaterstaat.nl/rws/riza/home/publicaties/rapporten/2005/rampenbeheersingsstrategie_synthese_rapport.pdf
Rampenbeheersingsstrategie overstromingen Rijn en Maas. Onderdeel organisatorische en fysieke
(nood)maatregelen : eindrapport. (nl)
Rijkswaterstaat, RIZA, [Lelystad], 2005. 143
p
Het voorliggend rapport is het eindresultaat van
het Rampenbeheersingsstrategieën Overstromingen Rijn en
Maas (RBSO)-deelonderzoek naar optie II:
“Organisatorische voorbereiding op overstroming van Rijn
en Maas”. Het richt zich enerzijds op de mogelijk te
nemen organisatorische maatregelen voor bovenmaatgevende
omstandigheden en anderzijds op de mogelijkheden om
daarmee het restrisico op overstromingen te reduceren,
te inventariseren. Binnen het onderzoek is het begrip
“organisatorische maatregelen” nader gedefinieerd als
het samenstel van vier aandachtsgebieden. Deze zijn
verdeeld in (1) fysieke (nood)maatregelen toepasbaar bij
een (dreigende) overstroming; (2) overige
organisatorische maatregelen; (3) bestuurlijke
coördinatie en besluitvorming; en (4)
informatievoorziening en communicatie. [HAAFF]
URL:
http://www.rijkswaterstaat.nl/rws/riza/home/publicaties/rapporten/2005/rampenbeheersingsstrategie_eindrapport.pdf
Silva, W.; Stijnen, J.W.;
Rampenbeheersingsstrategie overstromingen Rijn en Maas. Achtergrondrapportage veiligheid en rivierkunde. (
nl) RIZA rapport, 2005.024, Rijkswaterstaat, RIZA,
[Lelystad], 2005. V, 112 p
Dit is de achtergrondrapportage van het onderdeel
Veiligheid en rivierkunde van het onderzoeksproject
Rampenbeheersingsstrategie Overstromingen Rijn en Maas
(RBSO). In dit rapport zijn de gevolgen voor de
veiligheid tegen overstroming bepaald van de vijf opties
die door het kabinet voor rampenbeheersing zijn
voorgesteld. De resultaten worden weergegeven in termen
van overstromingskansen die een belangrijk vertrekpunt
vormen voor de kosten- en batenanalyse van de opties.
Het plangebied is het bedijkte bovenrivierengebied van
Rijn en Maas. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode
van september 2004 tot en met december 2005. Dit
rapport moet in samenhang worden gezien met
achtergrondrapporten die voor de andere onderdelen van
het RBSO-project zijn verschenen: Ruimtelijke aspecten,
Organisatorische maatregelen en juridische aspecten en
Kosten- en batenanalyse. [HAAFF ]
URL:
http://www.rijkswaterstaat.nl/rws/riza/home/publicaties/rapporten/2005/rr_2005_024.pdf
Kind, J.;
Rampenbeheersingsstrategie overstromingen Rijn en Maas. Achtergrondrapportage kosten-batenanalyse. (nl)
RIZA rapport, 2005.025, Rijkswaterstaat, RIZA,
[Lelystad], 2006. 126 p
In de periode 2004–2005 is aanvullend onderzoek
verricht naar de mogelijkheden en ingrediënten voor een
Rampenbeheersingsstrategie Overstromingen Rijn en Maas.
Een kosten-batenanalyse van verschillende maatregelen
maakt deel uit van dit gezamenlijk onderzoek. De
volgende maatregelen zijn onderzocht: 1. fysieke
noodmaatregelen, zoals zandzakken, strobalen en
steunbermen; 2. noodoverloopgebieden, zowel de varianten
zoals die al eerder zijn voorgesteld door de Commissie
Luteijn, als ook een aantal tijdens het RBSO-onderzoek
geïdentificeerde, nieuwe varianten; 3.
compartimenteringsdijken, die bestaande dijkringen
opdelen in twee (of eventueel meer) nieuwe dijkringen; 4.
integrale verhoging van de veiligheidsnorm middels
dijkversterking of rivierverruiming. [HAAFF ]
URL:
http://www.rijkswaterstaat.nl/rws/riza/home/publicaties/rapporten/2005/rr_2005_025.pdf
Alberts, F.; Koning, R. de;
Rampenbeheersingsstrategie overstromingen Rijn en Maas. Achtergrondrapportage ruimtelijke aspecten. (nl)
RIZA rapport, 2005.026, Rijkswaterstaat, RIZA,
[Lelystad], 2006. 111 p 1 bijl. (51 p.).
Deze achtergrondrapportage bestaat uit dit
hoofddocument, waarin beschreven is de ruimtelijke
karakteristiek van het studiegebied. Het hoofddeel van
het rapport bestaat uit een verslaglegging van de
werkzaamheden voor de uitwerking van de 'ruimtelijke'
opties Noodoverloopgebieden, Compartimenteren en Normen
verhogen (met name de sub-optie meer Ruimte voor de
Rivier). Daarnaast zijn er twee verbonden documenten. Ten
eerste de Kaartenatlas, die vooral de ruimtelijke
beschrijving en karakteristiek van het studiegebied
ondersteund. En ten tweede is er voor de opties
Compartimenteren en Noodoverloopgebieden een bundel
factsheets gemaakt waarin voor elke variant van deze
opties een kaartbeeld en een aantal kerngegevens zijn
samengebracht. [HAAFF ]
URL:
http://www.rijkswaterstaat.nl/rws/riza/home/publicaties/rapporten/2005/rr_2005_026.pdf
Alberts, F.; Koning, R. de;
Rampenbeheersingsstrategie overstromingen Rijn en Maas. Achtergrondrapportage kaartenatlas. (nl) RIZA
rapport, 2005.027, Rijkswaterstaat, RIZA, [Lelystad],
2006. 94 p
De Kaartenatlas is samengesteld als onderdeel van
het project Rampenbeheersing Overstromingen Rijn en Maas
(RBSO). Het RBSO-project heeft als doel een strategie te
maken voor het indammen van de risico’s van grootschalige
rivieroverstromingen als gevolg van extreme
bovenmaatgevende rivierafvoeren. Het project richt zich
op de dijkringen waarvoor een beschermingsniveau van
1/1250 geldt. Het onderzoek van RBSO biedt een scherper
beeld van zowel de kansen als de gevolgen van
grootschalige overstromingen. Daarbij is een goede
karakteristiek van de rivier als overstromingsbron en van
het potentieel te overstromen gebied onontbeerlijk.
Binnen het plangebied zijn de verschillen tussen de
riviertakken en de dijkringen aanzienlijk.De atlas richt
zich in de eerste plaats op het plangebied van RBSO, maar
geeft ook informatie over de direct boven- en
benedenstrooms gelegen delen van het rivierengebied.
[HAAFF ]
URL:
http://www.rijkswaterstaat.nl/rws/riza/home/publicaties/rapporten/2005/rr_2005_027.pdf
Roelsma, J.; Bolt, F.J.E. van der; Leenders, T.P.;
Renaud, L.V.;
Systeemanalyse voor het bemalingsgebied Quarles van
Ufford : fase 1. (nl) Alterra-rapport, 1274, Reeks
monitoring stroomgebieden, 5-IV, Alterra, Wageningen,
2006. 56 p 12 refs.
Voor het project “Meerjarig monitoringsprogramma
naar de uit- en afspoeling van nutriënten vanuit
landbouwgronden in stroomgebieden en polders” is een
systeemanalyse uitgevoerd voor het bemalingsgebied
Quarles van Ufford. Hierbij zijn de resultaten van het
landelijke modelinstrumentarium STONE toegepast voor het
bemalingsgebied Quarles van Ufford. Er is op het
ruimtelijke schaalniveau van het gehele gebied getoetst
op nutriëntenconcentraties. Het gebruikte modelsysteem
(fase 1) is in staat om op het ruimtelijk schaalniveau
van het gehele stroomgebied een langjarige gemiddelde
waarde voor de stikstof- en fosforbelasting van het
oppervlaktewater te een langjarige gemiddelde waarde voor
de stikstof- en fosforbelasting van het oppervlaktewater
te geven welke plausibel lijkt met de waarnemingen. Met
behulp van het gebruikte modelsysteem kunnen geen:
relaties worden gelegd tossen bronnen (beleid en
maatregelen) en nutriëntenconcentraties in het
oppervlaktewater, vanwege het ontbreken van een
oppervlaktewatermodule; één op één beschrijvingen van de
metingen worden gemaakt of resultaten op verschillende
schalen worden gepresenteerd, vanwege de grove
ruimtelijke en temporele uitvoer van het modelsysteem.
Het fase l modelsysteem is daarom ongeschikt om het
aandeel van de landbouw in de belasting van het
oppervlaktewater en de verandering van dit aandeel van de
landbouw als gevolg van (mest)beleid op
stroomgebiedsniveau te kwantificeren. Met het fase l
modelsysteem is meer informatie verkregen met betrekking
tot de identificatie van kritische systeemcomponenten en
-parameters van het studiegebied en zijn sluitende water-
en nutriëntenbalansen op gebiedsniveau gegenereerd.
Hiermee wordt richting gegeven aan de verfijning van het
modelsysteem in de vervolgfase. Het bemalingsgebied is
gelegen in het westelijk deel van het Land van Maas en
Waal. [HAAFF ] [HAAFF] [DKLNV NL 02 / 1274 ]
URL:
http://www2.alterra.wur.nl/Webdocs/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport1274.pdf
Salm, C. van der; Dolfing, J.; Groenigen, J.W. van;
Heinen, M.; Koopmans, G.; Oenema, J.; Pleijter, M.;
Toorn, A. van den;
Monitoring van nutriëntenemissies op een
melkveehouderijbedrijf in Waardenburg : diffuse belasting
van het oppervlaktewater met nutriënten vanuit grasland
op een zware kleigrond. (nl) Rapport / STOWA, 2006
12, STOWA, Utrecht, 2006. 84 p
Gedurende een periode van drie jaar is de
nutriëntenemissie van een grasperceel op en zware
kleigrond in de Betuwe gemeten. Het perceel werd
gedraineerd met behulp van drains en greppels. De
greppels zorgden voor 60% van de afvoer van het
neerslagoverschot, 70% van de afvoer van stikstof en 75%
van de afvoer van fosfaat naar de sloot. Bij een
gemiddelde mestgift van 463 kg N ha-1 jr-1 en 71 kg P
ha-1 jr-1 bedroeg het verlies naar het oppervlaktewater
17 kg N ha-1 jr-1 en 4 kg P ha-1 jr-1. Ondanks de
relatief geringe uitspoelingverliezen lagen de
fluxgewogen concentraties (4.1 mg N/l en 0.6 mg P/l) in
de sloot ruim boven de MTR waarde. Denitrificatie vormde
een belangrijke bron van stikstofverlies op deze
kleigronden. Denitrificatiemetingen gaven aan dat
denitrificatie leidde tot een gemiddeld stikstof verlies
van 131 kg N ha-1 jr-1. [HAAFF NN31050,2006,12 ]
URL:
http://www.stowa.nl/uploads/publicaties2/mID_4924_cID_3914_26233282_rapport%202006%2012.pdf
Stoks, P.G.M.; [et al.];
Jaarrapport 2005 Rijn / Vereniging van
Rivierwaterbedrijven RIWA. (nl)
RIWA,
Amsterdam, 2006. [HAAFF 31/422(A) ]
URL: http://www.riwa.org/e_publikaties/134_JR_2004_nl.pdf
Toelichting peilbesluit Quarles van Ufford. (nl)
Witteveen+Bos, Deventer, 2006. 107 p.
In de Verordening Waterhuishouding van de provincie
Gelderland (2000) is opgenomen dat het algemeen bestuur
van het waterschap peilbesluiten opstelt voor de
oppervlaktewateren in de gebieden zoals aangegeven op de
kaart behorend bij de Verordening. Vanwege de
herzieningstermijn dient voor de vigerende peilbesluiten
Maas en Waal West (vastgesteld 1994) en een deel van
Maas en Waal Oost (vastgesteld 1996) een nieuw
peilbesluit te worden opgesteld. Deze twee vigerende
peilbesluiten worden daarbij samengevoegd tot een nieuw
peilbesluit, waarvan de begrenzingen overeen komen met
het bemalingsgebied Quarles van Ufford. In het kader van
een pilotproject is voor dit peilbesluit gewerkt volgens
de GGOR-methodiek.
URL:
http://www.wsrl.nl/bo/media/upload/Toelichting-peilbesluit-Quarles-van-Uffort-24112005.pdf
URL:
http://www.wsrl.nl/bo/media/upload/Quarles-van-Uffort-kaart-oude_situatie.pdf Kaart oude situatie
URL:
http://www.wsrl.nl/bo/media/upload/Quarles-van-Uffort-kaart-gewijzigde_gebieden.pdf Kaart met gewijzigde gebieden
Tu, M.;
Assessment of the effects of climate variability and
land use change on the hydrology of the Meuse river
basin. (en) [sn], [sl], 2006. XIV, 190
p Refs. p. 171-182.
The aim of this research was to improve our
understanding of the hydrological response of a large
river basin (the Meuse) to climate variability and land
use change. The study area covers the French and Belgian
parts of the Meuse basin (upstream of Borgharen, about
21,260 km2). The following specific research aspects have
been addressed: identification of the temporal changes in
the discharge regime (particularly the flood regime);
identification of the temporal changes in the
precipitation regime; linkage between the observed
precipitation pattern change and large-scale atmospheric
circulation; assessment of the rainfall-runoff relations;
identification of historical land use changes and
hydraulic activities in the Meuse basin and assessment of
their potential impacts (particularly from land use
changes). To obtain supportive evidences and also to
demonstrate effect of spatial scale, the investigation
has been extended to a few selected tributaries. The
research was based on a combination of statistical trend
analyses and hydrological modelling. [HAAFF ]
Water in cijfers 2006 : achtergrondinformatie over het
waterbeheer in Nederland. (nl)
CIW, Den Haag, 2006.
Deze rapportage is de bijlage bij de
voortgangsrapportage Water in Beeld 2004. De gegevens in
het achtergronddocument onderbouwen de teksten en
conclusies in het hoofdrapport. De rapportage behandelt
de volgende onderwerpen: veiligheid; ecologisch gezonde
stroomgebieden en de Noordzee; waterkwantiteit. [HAAFF
www]
URL: http://www.waterincijfers.nl/
Waterschap Hollandse Delta
Informatiekrant glastuinbouw. (nl) Waterschap
Hollandse Delta, Dordrecht, 2006. 4 p
Deze uitgave geeft de laatste ontwikkelingen rond
de glastuinbouw in relatie tot de waterkwaliteit. Tevens
biedt deze krant een overzicht van belangrijke
wijzigingen in wet- en regelgeving. [WWW ]
URL:
http://www.waterschaphollandsedelta.nl/home/Internet/PDF/Folders-Brochures/informatiekrant_glastuinbouw_2006.pdf
Waterschap Hollandse Delta
Informatiekrant open teelt en veehouderij. (nl)
Waterschap Hollandse Delta, Dordrecht, 2006.
8 p
In het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij
staan maatregelen om de emissie van
gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen naar het
oppervlaktewater te verminderen. Waterschap Hollandse
Delta zorgt in zuidelijk Zuid-Holland voor de uitvoering
van dit besluit. [WWW ]
URL:
http://www.waterschaphollandsedelta.nl/home/Internet/PDF/Folders-Brochures/informatiekrant_openteeltenveehouderij_2006.pdf
De waterkwaliteit in zuidelijk Limburg : toelichting
op de waterkwaliteitskaarten 2003-2005. (nl)
Waterschap Roer en Overmaas, Sittard, 2006.
[2] p 4 krt.
De set Waterkwaliteitskaarten 2003-2005 geeft een
indruk van de waterkwaliteit in een aantal Limburgse
wateren die in de jaren 2003 tot en met 2005 zijn
onderzocht. Op de kaarten wordt de kwaliteit voor
fysische en chemische parameters met een kleurcode
aangegeven. [HAAFF ]
URL:
http://www.mijnwaterschap.nl/overmaas/upload/Begeleidende_info_Waterkwaliteitskaarten_2003-20051157373273.pdf
De toelichting
URL:
http://www.mijnwaterschap.nl/overmaas/upload/WKK_2003-2005_-_stagn_-_FCh1157373374.pdf
Fysisch/chemische parameters van de stilstaande wateren
URL:
http://www.mijnwaterschap.nl/overmaas/upload/WKK_2003-2005_-_strom_1_-_FCh1157373452.pdf
Fysisch/chemische parameters van de stromende wateren
URL:
http://www.mijnwaterschap.nl/overmaas/upload/WKK_2003-2005_-_strom_2_-_MV1157373529.pdf
Microverontreinigingen in de stromende wateren
URL:
http://www.mijnwaterschap.nl/overmaas/upload/WKK_2003-2005_-_strom_3_-_EBEOSWA1157373607.pdf
Ebeosa-scores in stromende wateren
Wernand, M.; Boonstra, R.; Eerens, N.; [et al.];
Monitoren van cyanobacteriënbloei in recreatiewater.
(nl)
In: H twee O 39
(2006)16 p.27-29. 3 fig., 7 refs.
Het NIOZ en het NIOO hebben methoden ontwikkeld
voor bepaling van biomassa van algen en cyanobacteriën
uit optische metingen boven water. Een modemverbinding
via de telefoon met in het veld geplaatste apparatuur
maakt het mogelijk oppervlaktewater iedere dag van grote
afstand te monitoren. De toepassing is van belang wanneer
zich zeer snelle veranderingen in het water voordoen,
bijvoorbeeld in het geval van plotselinge sterfte van
cyanobacteriën door een virusuitbraak. De optische
meetapparatuur is net voor de zomer van 2005 geplaatst
aan het Proostmeer, een recreatieplasje bij Wagenborgen
(gemeente Defzijl). Een massale cyanobacteriëngroei en
–sterfte bleef tot nu toe echter achterwege. [HAAFF]
Wieggers, G.;
Gezamenlijke handhaving Glastuinbouw. (nl)
In: Neerslag 41
(2006)4 p.6-10. ills.
In 1997 heeft de sector glastuinbouw en de overheid
afspraken gemaakt en vastgelegd in het Convenant
Glastuinbouw. Hierin zijn milieudoelstellingen tot het
jaar 2010 op het gebied van meststoffen, energieverbruik
en gewasbeschermingsmiddelen vastgelegd. Uit deze
afspraken en het samenvoegen van diverse wetten als de
Wet milieubeheer, Wet verontreiniging oppervlaktewateren
en de Bestrijdingsmiddelenwet is het Besluit glastuinbouw
ontstaan. Deze is in april 2002 van kracht geworden en
gezamenlijk met de HUM (Handhaving Uitvoeringsmethoden)
glastuinbouw heeft dit geleid tot verregaande
samenwerking tussen de AID, waterschap en gemeenten.
[HAAFF]
URL:
http://www.neerslag-magazine.nl/artikel.asp?key=462
WATERSYSTEEM - Waterbodem
Duijne, H. van;
AquaTerra : kennis voor integraal beheer van Europese
stroomgebieden [waterketens en infrastructuur]. (nl)
In: Informatie
over bodem en water (2006)juli p.24-27. 5 afb.
Europees onderzoeksproject aangaande een integrale
benadering van het bodem - sediment - water systeem in
stroomgebieden van rivieren. Daarbij betrokken zijn 45
instituten uit twaalf Europese landen. [HAAFF]
URL:
http://www.tno.nl/bouw_en_ondergrond/actueel/documentatie/productbladen/451beno.pdf
Hin, J.A.; Frieling, J.H.;
Inventarisatie meetmethoden voor het bepalen van
baggervolumes. (nl) Rapport / STOWA, 2006 07, STOWA,
Utrecht, 2006. 58 p
Om de functies van wateren voor de waterafvoer, de
scheepvaart of de natuur te kunnen vervullen dienen
waterbodems te worden gebaggerd. De kosten van het
baggerwerk worden mede bepaald door de hoeveelheid
baggerspecie die wordt verwijderd. Deze hoeveelheid wordt
meestal in-situ (in de watergang) bepaald. Voor het
bepalen van het in-situ baggervolume bestaan diverse
methoden. Gebleken is dat met name voor kleinschalig
baggerwerk in regionale wateren behoefte bestaat aan
inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van de
bestaande methoden om het baggervolume te bepalen. In dit
rapport is een overzicht opgenomen van de
geïnventariseerde meetmethoden en meetprotocollen en hun
eigenschappen, waarbij het toepassingsgebied en de
meetnauwkeurigheid de belangrijkste zijn. Dit overzicht
kan als een handreiking worden gebruikt door de partijen
die betrokken zijn bij kleinschalige baggerwerken in
regionale wateren. Het overzicht en bijbehorende
toelichting hebben daarnaast geleid tot aanbevelingen
voor het eventueel ontwikkelen van meetprotocollen.
[HAAFF NN31050,2006,07 ]
URL:
http://www.stowa.nl/uploads/publicaties2/mID_4924_cID_3914_60945188_rapport%202006%2007.pdf
Posthuma, L.; Wintersen, A.M.; Zwart, D. de; Lijzen,
J.P.A.; Harmsen, J.; Groenenberg, J.E.; [et al.];
Beslissen over bagger op bodem : waarom moeilijk doen
als het makkelijk kan!. (nl)
In: Bodem 16
(2006)4 p.142-146. 9 refs., 4 fig.
De risico's van verspreiding van bagger op land
wordt op een nieuwe manier inzichtelijk gemaakt: RIZA,
RIVM en Alterra ontwikkelden een nieuwe risicoanalyse.
Het is een milieuhygiënisch te verantwoorden en
kosteneffectieve aanpak is mogelijk binnen de kaders van
het nieuwe Bodembesluit (dat begin 2007 van kracht
wordt). [HAAFF]
Schmidt, C.A.;
Grondwaterverontreiniging Sliedrechtse Biesbosch :
nader onderzoek waterbodem. (nl) RIZA rapport,
2006.016, AKWA werkdocument, nr. W06.001,
Rijkswaterstaat, RIZA, Lelystad, 2006. 74 p
In het kader van het Nader Onderzoek van de
verontreinigde waterbodem van de Sliedrechtse Biesbosch
is AKWA-RIZA door RWS directie Zuid-Holland verzocht een
inschatting te doen van het actueel risico van
verspreiding van de verontreinigingen via het grondwater.
Om de verspreiding van de verontreinigingen te kunnen
bepalen, is het onderzoek opgesplitst in een
geohydrologisch en een milieuchemisch deelonderzoek, in
het geohydrologisch deelonderzoek zijn de
grondwatersnelheden en –stromingspatronen gedetailleerd
bepaald, waarbij gebruik is gemaakt van veldonderzoek
naar de sliblaagdikteverdeling hiervoor uitgevoerd in
september 2003. In het milieuchemisch deelonderzoek is
het gedrag van de risicovolle (meest mobiele)
verontreinigingen onderzocht. De deelonderzoeken tezamen
leveren de informatie voor het vaststellen van het al dan
niet optreden van actueel risico van verspreiding van
verontreinigingen uit de verontreinigde waterbodem via
het grondwater. [HAAFF ]
Vries, G. de; Herrebout, A.;
De expressie van bagger : van baggerreiniging tot
park. (nl)
In: Topos 16
(2006)2 p.26-29. 5 afb.
Laag Nederland heeft te kampen met een grote
hoeveelheid (verontreinigde) bagger. De huidige
oplossingen voor het baggerprobleem bestaat voornamelijk
uit opslaan. De auteurs komen met een landschappelijke
oplossing: het aanleggen van een reinigingslandschap, met
de diversiteit aan waterbodems met hun vervuilingsgraad
als uitgangspunt. De machine verschaft helderheid in de
reinigingsprocessen en laat de diversiteit in
baggersoorten zien. Zowel machine als residu is continu
toegankelijk, waardoor bagger beleefbaar wordt. Locatie
voor zo'n park: Haarlemmermeer. [HAAFF]
URL: http://www2.wau.nl/rpv/geniusloci/Topos/archief/2006-02.pdf
WATERSYSTEEM - Ecologie
Backus-Geelen, L.;
Knip tussen landbouw en natuur : herinrichting
Elsbeek. (nl)
In: Het waterschap
(2006)7 p.36-37.
Waterschap Peel en Maasvallei legde de laatste hand
aan de herinrichting van de Elsbeek. Een uniek project
omdat de beek volledig in een natuurgebied ligt en het
landbouwwater door middel van een eigen watersysteem is
afgekoppeld. [HAAFF]
URL: http://library.wur.nl/artik/waterschap/1810782.pdf
Claassen, T.H.L.;
Limnological characteristics of Lake the Leijen in
northern Netherlands, focused on a pilot project of the
implementation of the EU Water Framework Directive
Internat. Verein. Limnol., 30:. (en)
In: Verhandlungen /
Internationale Vereinigung fuer Theoretische und
Angewandte Limnologie 29(2006)Part 3 p.1433-1439. 7
refs.
In this paper a limnological overview is given for
Lake the Leijen, presenting some details about
morphology, hydrology, chemistry and biology of the
lake. Planned restoration measures are summarized.
Focused on the WFD preliminary water quality objectives
will be given, based on a description of a reference
situation for shallow buffered lakes.
Claassen, T.H.L.; Brans-van Megen, B.;
Gradiënten in begroeiing van petgaten in de Alde
Feanen. (nl)
In: H twee O 39
(2006)14/15 p.49-52. 5 fig., 12 refs.
Eutrofiëring vormt in vele Nederlandse wateren een
knelpunt voor het behalen van waterkwaliteitsdoelen. Voor
laagveenmoerasgebieden kenmerken die doelen zich door
heldere wateren, begroeid met planten en een daarbij
behorende visstand met snoek en zeelt. Voor ondiepe
laagveenplassen wordt de vegetatie in vroege stadia
gekenmerkt door kranswieren en fonteinkruiden, maar ook
algemene soorten als groot blaasjeskruid, gele plomp en
witte waterlelie. In de loop van de tijd gaat met name
krabbescheer domineren en gaan zich drijftillen vormen.
Voor matig grote ondiepe laagveenplassen noemt de
Kaderrichtlijn Water 'een weelderige watervegetatie met
langs de oevers drijfbladplanten en een brede gordel aan
emergente soorten, waarin riet en kleine lisdodde over
het algemeen domineren en waar door verlandingsprocessen
regelmatig krabbescheer, waterscheerling en moerasvaren
voorkomen'. [HAAFF]
Dorenbosch, M.; Pollux, B.J.A.; Verberk, W.C.E.P.;
Kopvoorn en rivierdonderpad migreren stroomopwaarts in
de Oostrumsche Beek. (nl)
In: Natuurhistorisch
maandblad 94(2005)12 p.261-262. 5 afb., 4 refs.
Zowel de Leuciscus cephalus als de Cottus gobio
hebben een beperkte verspreiding in Limburg. Beide
soorten zijn indicatoren voor het ecologische streefbeeld
van laaglandbeken. In 1999 zijn maatregelen getroffen om
de vistrek in de Oostrumsche Beek te verbeteren door de
aanleg van vispassages bij stuwen. Dit artikel doet kort
verslag van waarnemingen van beide soorten vóór en na de
ingreep van de beek. [HAAFF]
Faber, J.H.;
Bodemleven in het rivierengebied, leven met stress :
bodemverontreiniging en overstroming bepalen
milieukwaliteit voor landbouw en natuur. (nl)
In: Bodem 16
(2006)4 p.139-141. 10 refs.
Uiterwaarden kenmerken zich door intensieve
interacties tussen bodem en water: de natuurlijke
dynamiek van regelmatige overstromingen en sedimentatie
gaat gepaard met grootschalige, maar ook diffuse
bodemverontreiniging. Door nu de afvoercapaciteit te
vergroten, door de bodem af te graven en te verplaatsen,
verandert de bodemgesteldheid van het gebied, en daarmee
de levensgemeenschap. De auteur pleit voor een blijvende
betekenis van het bodemleven voor natuur en landbouw, als
een leidend principe bij inrichting en beheer van het
rivierengebied. [HAAFF]
Huver, J.J.; Smit, L.;
Beheersbare exoten? : een beschrijving van
verspreiding, problemen en beheer van de Chinese
wolhandkrab en de grote waternavel. (nl) [sn],
[sl], 2005. 88, [63] p
De laatste jaren waren er relatief veel meldingen
van de Chinese wolhandkrab en de Grote waternavel. Twee
Van Hall studenten hebben geïnventariseerd hoe het staat
met voorkomen, verspreiding en hinder van deze beide
exoten in ons beheergebied. Hun belangrijkste
bevindingen, vooral verkregen aan de hand van enquêtes,
interviews en literatuur, staan in het rapport. [HAAFF
]
Koning, A. de; Vijver, M.G.;
'Biotic Ligand Models’ voor de effectmodellering van
metalen in enkele Nederlandse oppervlaktewateren.(nl) CML rapport 168, CML, Leiden, 2006. 77 p
Dit rapport beschrijft de toepassing van recent
ontwikkelde Biotic Ligand Modellen (BLMs) op de
effectmodellering van metalen in enkele Nederlandse
oppervlaktewateren. BLMs zijn modellen gebaseerd op
wetenschappelijke kennis over de belangrijkste
blootstellings- en effectmechanismen van metalen. Het
toepassen van deze modellen zal het mogelijk maken de
effecten van metalen of combinaties van metalen zo te
modelleren dat rekening gehouden wordt met de
watersamenstelling. Daarmee kan mogelijk een verfijning
in de effectvoorspelling worden bewerkstelligd.
URL:
http://www.leidenuniv.nl/cml/ssp/publications/effectmodellering_final_june_06.pdf
Kramer, K.; Nijhof, B.S.J.; Vreugdenhil, S.; Werf, D.C.
van der; Wyngaert, I. van den; Armbruster, J.; Späth, V.
; Siepmann-Schinker, D.;
Effects of flooding on germination, establishment and
survival of woody species : a field and modeling study on
the floodplains of the river Rhine. (en)
Alterra-rapport, 1345, Alterra, Wageningen,
2006. 72 p
Climate change results in higher water levels and
therefore more frequent flooding and longer inundation
of the floodplains of the river Rhine. Retention basins
are installed in Germany and anticipated in the
Netherlands to reduce peak flows and to prevent loss of
property. In Germany, many of the retention basins are
covered with forests that have experienced few floodings
and that may be severely damaged by an extensive flood.
In the Netherlands, the allocation of retention basins
provides opportunities for new forest development. In
both cases, knowledge is required on the effects of
flooding on germination, establishment and survival of
woody species to support the selection of retention
basins. We analyzed the effects of flooding regimes on
germination, establishment and survival of both saplings
and adult trees, using analyzing available data; by
collecting observational data; by performing field
experiments; and by integrating this knowledge in a
simulation model. We found clear differences between
species in their response to flooding characteristics.
The model is available for future studies on selection
of retention basins. [HAAFF NN31844,1345 ] [HAAFF
NN31844,1345 ] [WWW ] [DKLNV NL 02 / 1345 ] [RLG 4wa
06-09 e ]
URL:
http://www2.alterra.wur.nl/Webdocs/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport1345.pdf
Leenders, D.; Bolt, F. van der; Westein, E.;
Natuurbeleid, de Kaderrichtlijn Water en landbouw.
(nl) Alterra-rapport, 1341, Alterra, Wageningen,
2005. 44 p 16 refs.
LNV (directie Landbouw) heeft Alterra gevraagd de
consequenties van het aanwijzen van gebieden onder het
register beschermde gebieden en het hanteren van
verdergaande doelstellingen in natuurgebieden voor de
landbouw inzichtelijk te maken. De gevolgen van de
ambities van het natuurbeleid (Vogel- en
Habitatrichtlijngebieden,
Natuurbeschermingswetgevinggebieden, Ecologische
Hoofdstructuur zijn in een voorbeeldgebied verkend
(namelijk voor de Dinkel). Om consequenties inzichtelijk
te maken is eerst gekeken naar: het voorkomen dat
bovenstrooms gelegen gebieden afwentelen op
benedenstrooms gelegen gebieden (Gelderse Vallei, Drentse
Aa). [HAAFF ] [HAAFF] [RLG 4na 05-14 ] [DKLNV NL 02 / 1341 ]
URL:
http://www2.alterra.wur.nl/Webdocs/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport1341.pdf
Nijboer, R.C.;
The myth of communities : determining ecological
quality of surface waters using macroinvertebrate
community patterns. (en) Alterra scientific
contributions, 17, Alterra, Wageningen,
2006. 188 p
Om de vragen van het natuur- en waterbeheer echt op
te lossen, moeten we terug keren naar de praktijk van
fundamenteel onderzoek om de ecologische kennis over
soorten uit te breiden. Dit stelt Rebi Nijboer naar
aanleiding van haar promotieonderzoek over de beoordeling
van de ecologische kwaliteit van oppervlaktewateren op
basis van de grotere weekdieren die dat water bevolken.
Het blijkt dat de macrofaunasamenstelling in een water
zich moeilijk laat beschrijven. Nijboer laat zien dat
dergelijke analyses sterk bepaald worden door de
gevolgde methode. Een monster is een steekproef en de
soortensamenstelling verschilt per locatie en per
seizoen. Bovendien is de soortensamenstelling niet
alleen gerelateerd aan het milieu (vaak een aanname bij
beoordelingssystemen), maar spelen toeval en interacties
tussen soorten ook een rol. Voor een juiste interpretatie
en gebruik van beoordelingssystemen is gebiedskennis
nodig. Tevens moet men weten op welke manier een soort
aan zijn omgeving is aangepast. Levensstrategieën (zoals
verspreidingsmethode) kunnen hier inzicht in geven. Ook
maakt Nijboer aannemelijk dat het voorkomen van zeldzame
dieren meer zegt over de kwaliteit van een ecosysteem
dan de aantallen algemene soorten. [HAAFF NN30826,17 ]
Ottburg, F.G.W.A.; Jong, T. de; Pelikaan, G.C.;
Vissen in poldersloten : de invloed van baggeren in
'dichte' en open sloten op vissen en amfibieën. (nl)
Alterra-rapport, 1349, Alterra, Wageningen,
2006. 48 p 9 fig., 8 refs.
Er is weinig bekend over de invloed van baggeren op
vissen en amfibieën in sloten. Dit onderzoek richt zich
op een vergelijking tussen ‘dichte’ en open sloten,
waarin gebaggerd wordt met een baggerspuit. De verkregen
inzichten kunnen bijdragen aan doelstellingen van
beleidsvelden als habitatrichtlijn, Kader Richtlijn Water
en groen-blauwe dooradering. ‘Dichte’ sloten staan door
middel van een duikerbuis van maximaal 40 centimeter
doorsnede in verbinding met het overige oppervlakte
water. Open sloten staan in directe verbinding met andere
sloten en weteringen. Het onderzoek is uitgevoerd in een
polder gebied rond Driebruggen in de provincie
Zuid-Holland. De bemonsteringen zijn voornamelijk door
middel van elektrisch vissen uitgevoerd. Dit onderzoek
geeft ecologische inzichten voor vissen en amfibieën weer
en mondt tevens uit in praktische aanbevelingen m.b.t.
duikerbuizen om zo sloten beter bereikbaar te maken voor
vissen. [HAAFF ] [HAAFF ] [WWW ] [DKLNV NL 02 / 1349 ]
URL:
http://www2.alterra.wur.nl/Webdocs/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport1349.pdf
Platteeuw, M.; Noordhuis, R.; Perk, J. van der;
Inschatting ecologische ontwikkelingen Veluwerandmeren
2005 : een actualisatie van ecologische effecten van het
Integrale Inrichtingsplan voor de Veluwerandmeren
inclusief de overige ontwikkelingen. (nl) RIZA
rapport, 2006.004, Rijkswaterstaat, RIZA, Lelystad,
2006. 118 p
In 2000 zijn ecologische effecten berekend van het
IIVR (Van den Berg, 2000). Dit rapport geeft een
actualisatie van de effectinschatting. Aanleiding tot
deze aanpassing zijn de veranderingen op juridisch,
politiek, economisch en ecologisch vlak. [HAAFF
NN31066,2006,004 ]
Ree, A. van de;
Akkerranden fleuren waterkwaliteit op: Hoeksche Waard.
(nl)
In: Het waterschap
(2006)6 p.28-29. Ill.
Bijna zestig agrariers nemen deel aan de
Akkerrandenregeling Hoeksche Waard, een tweejarig
proefproject van waterschap Hollandse Delta, provincie
Zuid-Holland en stichting Rietgors. Samen beheren ze 200
kilometer akkerranden in de Hoeksche Waard, nationaal
landschap in wording onder de rook van Rotterdam. Wat
maakt deze akkerranden zo bijzonder?. [HAAFF]
Rutgers, M.; Gestel, C.A.M. van; Klok, C.; Vijver, M.;
Het onderzoek en de locaties van het SSEO :
stimuleringsprogramma systeemgericht ecotoxicologisch
onderzoek. (nl)
In: Bodem 16
(2006)3 p.111-114. 7 fig., 11 refs.
In dit nummer van Bodem wordt aandacht geschonken
aan uitkomsten van NWO onderzoeksprogramma (ondersteund
door VROM, LNV en V&W) betreffende ecologische effecten
van bodemverontreining in Biesbosch en Afferdensche en
Deestsche Waarden (betreft overstroming van uiterwaarden)
en in de Ronde Venen (betreft toemaakdek
veenweidegebied). [HAAFF]
URL: http://www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/NWOA_4YJCFQ Website met Nieuws en achtergronden Stimuleringsprogramma systeemgericht ecotoxicologisch onderzoek
Suarez Barranco, M.D.;
Estimation of the spatial frequency distribution of
biomass in river floodplains : a case study using field
and imaging spectroscopy data in Millingerwaard. (en)
Thesis report / Centre for Geo-Information,
GIRS-2006-17, [sn], [sl], 2006. IX, 66,
VIII bl 88 refs.
Vegetation mapping of river floodplains is needed
for ecological monitoring as well as input for river
management in case of flooding. This case study used
imaging spectroscopy to estimate the vegetation. [HAAFF
NN31737,2006,17 ]
Teuben, H.;
De bever, herbergen en vasthouden : waterwerken. (
nl)
In: Neerslag 41
(2006)3 p.46-49. 3 afb.
In 1826 werd de laatste bever in Nederland gedood.
Ondertussen is door herintroductie in de Biesbosch (1988)
en Gelderse Poort (1994) en door ontsnappingen (wildpark
Lelystad) de populatie weer op peil. Herintroductie
blijkt succesvol, het sluit aan bij het beleid van LNV,
het biedt waterschappen en Rijkswaterstaat volop kansen
om natuurbelangen te combineren met waterbelangen (via
WB21). [HAAFF]
URL: http://www.neerslag-magazine.nl/artikel.asp?key=459
Verberk, W.C.E.P.; Dorenbosch, M.; Pollux, B.J.A.;
De visfauna van beekmondingen in Limburg. Dl. 2.
Vergelijking tussen beekmondingen en bovenstroomse
beekdelen. (nl)
In: Natuurhistorisch
maandblad 95(2006)7 p.173-177. 4 fig., 15 refs.
Beekmondingen zijn soortenrijk en omvatten veel
Rode Lijstsoorten. Het is daarbij niet bekend of een
beekmonding als een op zichzelf staande biotoop
functioneert of dat er een sterke relatie bestaat met de
populatie in het bovenstroomse gedeelte. [HAAFF]
Vertegaal, P.; Torenbeek, R.;
KRW gezien door de bril van Natuurmonumenten :
Vereniging wil partij zijn in uitwerking richtlijn. (
nl)
In: H twee O 39
(2006)14/15 p.10-12. ills.; tabs.; 3 refs.
Bij de verkenning van doelen en maatregelen voor
waterlichamen in en bij natuurgebieden achten veel
waterbeheerders inbreng van kennis en visie van de
natuurbeherende organisaties van groot belang. Om te
komen tot een vruchtbare samenwerking is het zaak dat
terreinbeheerders hun beheers- en ontwikkelingsvisies
weten te vertalen in KRW-terminologie. Daartoe heeft
Vereniging Natuurmonumenten dit voor een aantal van haar
gebieden geprobeerd. Op basis van deze bevindingen gaat
Natuurmonumenten in de regio haar wensen voor haar
belangrijkste watergestuurde natuurgebieden bespreken met
de verantwoordelijke provincies en waterbeheerders.
[HAAFF]
URL: http://assets.panda.org/downloads/eu_water_policy___may_2006.pdf WWF rapport EU Water policy: making economics work for the environment
Vijver, M.; Peijnenburg, W.; Koning, A. de;
Biotic Ligand-modellen in lijn met KRW. (nl)
In: H twee O 39
(2006)12 p.29-31. figs.; 7 refs.
Recent is door onderzoekers het Biotic Ligand-model
geïntroduceerd als alternatief voor de totaal opgeloste
concentratie aan metalen. Het model (BLM) voorspelt de
binding van het metaal aan aquatische organismen,
rekening houdend met de verschijningsvorm van het metaal,
binding van andere ionen aan het organisme en
gevoeligheid van het organisme. Het gebruik van BLM maakt
watertype-afhankelijke effectvoorspelling van metalen
mogelijk. Een accurate effectvoorspelling geeft meer
inzicht in hoe voldaan kan worden aan de KRW-eisen. Of de
implementatie van deze nieuwe kennis een verfijning
oplevert in de effectvoorspelling voor de Nederlandse
oppervlaktewateren is hier uitgewerkt.
Visser, D.M.;
Evaluatie natuurvriendelijke oevers. (nl) [sn],
[sl], 2002. [138] bl. in 2 bd 1 bijl. (26
p.)+ CD-ROM.
Dit verslag behandelt een evaluatie over de door
DLG aangelegde natuurvriendelijke oevers. Voor negen
verschillende ruilverkavelingen is een evaluatie
opgesteld en dit zijn: Wymbritseradeel, Wommels,
Doniawerstal, Kollumerland, Wonseradeel–Zuid, Echtener en
Groote Veenpolder, Twijzel – Buitenpost, Midden –
Opsterland en Oostermeer. Per ruilverkaveling zijn één of
meerdere stroken geëvalueerd. De evaluatie per strook
bestaat uit de volgende punten: algemene gegevens zoals
ligging, jaar van realisatie, eigendom, beheer, lengte,
breedte, oppervlakte en het dwarsprofiel van de strook.
De evaluatie per strook heeft betrekking op de vegetatie,
dat gemonitoord is tijdens het veldwerk. Dit gedeelte
bestaat uit de aanwezige type(n) vegetatie, de verhouding
per type, de structuur, opmerkingen en andere aanwezige
soorten. [DLGNRD EVA NLA 22 ] [HAAFF ]
Wiertz, J.;
Kerngraadmeters voor natuur en landschap in Nederland:
een tussenbalans. (nl) Milieu en Natuur Planbureau,
Bilthoven, 2005. 83 p 131 refs.
Dit rapport van Milieu- en Natuurplanbureau
inventariseert graadmeters voor veranderingen in
biodiversiteit, identiteit van het landschap en
landschapsbeleving. De bedoeling is om tot een inperking
van het aantal te komen. Ter aanvulling worden ook
graadmeters voorgesteld voor condities (milieu, ruimte en
beheer), maatschappelijk draagvlak, bestuurlijke
inspanning en economische kosten. Het rapport bevat een
elf pagina lange bijlage (vanuit het natuurcompendium):
Overzicht van indicatoren natuur en landschap (versie
2004). [HAAFF 826A30 ]
URL:
http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/500002006.pdf
Wolfert, H.P.; Koning, M.J.; Nijhof, B.S.J.;
Grote rivieren: veiligheid en natuur : achtergronden
bij de Natuurbalans 2005. (nl) Milieu- en
Natuurplanbureau, Bilthoven, 2006. 45 p 26
refs.
Dit rapport van Milieu- en Natuurplanbureau bevat
een beknopte beschrijving van het effect op natuur van
inrichting en herstel; een inventarisatie van de
geldstromen van overheidswege voor natuur, en een analyse
van de voortgang van het beleid. [HAAFF NN31014,2005,06
]
URL:
http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/408763013.pdf
Zoethout, A.;
Voorbereiding implementatie gedragscode van de Flora-
en faunawet bij Wetterskip Fryslân. (nl) [sn],
[sl], 2006. 69 p
Op 10 september 2004 is er door middel van een
Algemene Maatregel van Bestuur (AmvB) een wijziging
gemaakt in artikel 75 van de Flora- en faunawet. Deze
AmvB wordt ook wel het Vrijstellingenbesluit genoemd. De
wijziging geeft de mogelijkheid vrijstelling te
verkrijgen van een aantal verbodsbepalingen van de Flora-
en faunawet mits gewerkt wordt volgens een Gedragscode.
Dit moet zorgen voor een grotere werkbaarheid van de
Flora- en faunawet en een besparing van tijd en geld door
het verminderen van de ontheffingsaanvragen. De gevolgen
van deze wijziging voor het waterschap Friesland waren
nog niet goed onderzocht. In deze stageopdracht is
nagegaan wat de invoering van de Gedragscode voor
gevolgen kan hebben voor het waterschap. Er is een korte
literatuurstudie gedaan naar de Flora- en faunawet en de
Gedragscode. Er is een start gemaakt met het in kaart
brengen van de soortverspreiding van beschermde planten
en dieren binnen het beheergebied van Wetterskip Fryslân.
[HAAFF ]
WATERSYSTEEM - Ruimtelijke ordening
Brinckmann, E.;
Waterpark Het Lankheet : stapeling van functies met
water als verbindend element. (nl)
In: De landeigenaar
52(2006)4 p.6-8.
Op landgoed Het Lankheet is het 'Waterpark'
geopend. Centraal staat een grootschalig natuurlijk
zuiveringsfilter dat meerdere doelen dient: berging en
zuivering van oppervlaktewater, energiewinning en
natuurherstel. Samenwerking en stapeling van functies met
water als bindend element, zo laat dit waterpark zich in
het kort karakteriseren. De auteur doet verslag van het
project vanuit een historisch perspectief. [HAAFF]
URL:
http://www.hetlankheet.nl/ Website over het Waterpark
Brinkman, J.;
Meedenken over de Deurningerbeek : projectmatige
inspraak Deurningen. (nl)
In: Neerslag 41
(2006)3 p.23-28. ills.
Deurningen in de gemeente Dinkelland. De
Deurningerbeek stroomt dwars door dit pittoreske Twentse
dorpje. De beek ziet er echter verwaarloosd uit en moet
worden heringericht om te voldoen aan de provinciale
doelstellingen (ecologische verbindingszone) en
waterschapsdoelstelling (waterparel). Met name het deel
van de beek dat dwars door het dorp Deurningen loopt is
op voorhand een zwakke en moeilijke schakel in het
geheel. Het watersysteem wordt door het waterschap als
onderdeel van de leefomgeving van mensen beschouwd.
Mensen kijken met zeer uiteenlopende belangen naar
‘water’. Daarom wordt besloten om de ‘Deurningers’
intensief te betrekken (participatie) bij de planvorming
van dit project. Een adviesbureau werd ingeschakeld bij
dit participatieproces, aangezien het waterschap niet
over deze expertise beschikte.
URL: http://www.neerslag-magazine.nl/artikel.asp?key=454
URL: http://www.deurningerbeek.nl/Website met actuele informatie over het project
Hendriks, M.;
Eo Wijers Stichting zoekt opdrachtgevers voor perfecte
plannen. (nl)
In: Blauwe Kamer
(2006)4 p.10-11.
Met de uitreiking van de zevende Eo
Wijersprijsvraag slaat de stichting een nieuwe richting
in. Waar vroeger de prijsvraag zelf centraal stond,
richt men zich nu meer op het opdrachtgeverschap bij
planvorming op bovenregionaal niveau. Bij deze editie was
uitgekozen: het reconstructiegebied Beerze-Reusel, waarin
de Beerze is aangewezen als ecologische verbindingszone;
en het IJmeer. Dat laatste plan, XI Markeroog, voorziet
in een uitbreiding van Almere op een plaat in het IJmeer,
met aandacht voor de ecologische ontwikkeling van het
gebied. [HAAFF]
Marrewijk, A.A.M. van;
Luctor et submergo? : een beschouwing over water in de
polder. (nl)
In: Topos 16
(2006)2 p.42-45. 3 afb., 5 refs.
Hoe gaan we om met een geleidelijke stijging van de
zeespiegel op lange termijn; wat kunnen we leren van de
geschiedenis; hoe groot is onze bereidheid om tijdig
maatregelen te nemen. Dit artikel geeft een helder betoog
hoe beleidsmakers en bestuurders omgaan met de risico's
die laag Nederland loopt t.o.v. het water. [HAAFF]
URL:
http://www2.wau.nl/rpv/geniusloci/Topos/archief/2006-02.pdf
Snellen, D.; Ronden, H.;
Monitor nota ruimte : de opgave in beeld. (nl) NAi
Uitgevers, Rotterdam, 2006.
165 p De indicatoren (1 CD-ROM).
Een eerste rapportage in het kader van de Nota
Ruimte. Op verzoek van VROM brengen het Ruimtelijk
Planbureau en het Milieu- en Natuurplanbureau de
ontwikkelingen in beeld van doelstellingen en beoogde
resultaten van: stedelijke netwerken, natuur, water en
milieu. [HAAFF 839C13 ] [HAAFF DISK-509 ] [WWW ] [DKLNV B 6 / 674 + cd-rom] [LEI
403-A/2006-02 ] [RLG 1ro 06-05 ]
URL:
http://www.mnp.nl/images/monitor_tcm60-30479.pdf
Westera, H.B.; Pelt, F. van;
Waterhuishouding bepaalt inrichting Zuidplaspolder.
(nl)
In: Land + water
46(2006)4 p.26-27. 2 fig., 1 krt.
Bij de planvorming voor de inrichting van de
Zuidplaspolder is het waterschap nauw betrokken. In het
noorden van de polder komen glastuinbouw en woningen, in
het zuiden natuur, mede ingegeven door eisen vanuit
waterbeheer. De Goudse wijk Westergouwe behoort niet tot
het plangebied. Het artikel geeft uitleg, aan de hand van
een kaartje. [HAAFF]
WATERKETEN - Algemeen
Geen titels
WATERKETEN - Drinkwater, industriewater en andere
toepassingen
IJpelaar, G.; Harmsen, D.; Veer, B. van der;
Zijn reactieproducten bij waterzuivering met
UV-technologie beheersbaar?. (nl)
In: H twee O 39
(2006)14/15 p.40-41. figs.; ill.; 2 refs.
Nieuwe pathogenen en ongewenste stoffen in bronnen
voor de bereiding van drinkwater dwingen de Nederlandse
drinkwaterbedrijven na te denken over de zuivering van
morgen. De waterbedrijven zijn intussen verplicht om een
risico-analyse op hun zuiveringsprocessen uit te voeren,
gericht op pathogenen in drinkwater. Daarnaast kijken de
waterbedrijven in toenemende mate naar prioritaire
stoffen en naar eventuele neveneffecten van
zuiveringsprocessen, zoals de vorming van
reactieproducten. Bij toepassing van UV-licht voor
desinfectie en omzetting van ongewenste stoffen in
natuurlijk water worden reactieproducten als AOC en
nitriet gevormd. Groei van algen kan spelen bij
UV-desinfectie. Sommige onderzoeksresultaten geven aan
dat tijdens UV-processen stoffen met een (geno)toxisch
karakter worden gevormd. Over de aard, kwantiteit en
betekenis daarvan voor de volksgezondheid is echter
onvoldoende kennis beschikbaar. Aanvullend onderzoek is
derhalve nodig om de vraag in de titel te kunnen
beantwoorden.
Kuiper, M.;
Occurrence of Legionella pneumophila and Hartmannella
vermiformis in fresh water environments and their
interactions in biofilms. (en) [sn], [sl],
2006. 167 p
Legionella pneumophila, the causative agent of
Legionnaires’ disease, is widespread in natural fresh
water environments and is also frequently found in
man-made water systems. Microbial biofilms and protozoa
are known to play a major role in the proliferation of
L. pneumophila. Biofilms provide shelter and a gradient
of nutrients, and protozoa may act as host for L.
pneumophila, since intracellular multiplication of L.
pneumophila was shown in a variety of protozoan species.
The need for protozoa for the proliferation of L.
pneumophila in aquatic habitats is still not fully
understood and is even questioned by some investigators.
This thesis shows the in vivo growth of L. pneumophila
in protozoa in aquatic biofilms developing at high
population densities on plasticized polyvinylchloride in
a biofilm-batch model system with autoclaved tap water.
[MICROB Hdb 33 Dissertatie ] [UB MAG NN08200,3986 ]
[UB MAG NN08201,3986 ] [UB MAG NN08202,3986 ]
URL: http://www.library.wur.nl/wda/dissertations/dis3986.pdf
Runhaar, J.;
Natuur in de verdringingsreeks. (nl)
In: H twee O 39
(2006)14/15 p.37-39. figs.; ill.; 7 refs.
In de nieuwe verdringingsreeks (uit 2004) wordt een
hoge prioriteit toegekend aan het voorkomen van
onomkeerbare schade aan de natuur als gevolg van droogte.
Deze formulering roept vragen op als: wanneer is sprake
van onomkeerbare schade aan de natuur en wat zullen de
gevolgen zijn van de nieuwe reeks voor waterbeheerders?
Waar het gaat om directe schade aan de natuur door
watergebrek, lijken de consequenties beperkt: er zijn
maar weinig situaties waar aanvoer van water zinvol is om
onomkeerbare schade door droogte te voorkomen. Anders
ligt dat bij de indirecte schade die wordt veroorzaakt
door de aanvoer in droge perioden van water van een
verkeerde kwaliteit. In peilgereguleerde gebieden kan de
aanvoer van licht brak tot brak water leiden tot ernstige
schade aan de natuur. Dat kan worden voorkomen door het
watersysteem zo in te richten dat water met een verkeerde
waterkwaliteit de daarvoor gevoelige gebieden niet of pas
in laatste instantie bereikt. [HAAFF]
Schijven, J.F.; Teunis, P.F.M.; Roda Husman, A.M. de;
Quantitative risk assessment of avian influenza virus
infection via water. (en) RIVM, Bilthoven, 2005.
Using literature data, daily infection risks of
chickens and humans with H5N1 avian influenza virus (AIV)
by drinking water consumption were estimated for the
Netherlands.
URL: http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/703719012.pdf
Schippers, D.; Heijman, B.; Bakker, S.;
Oppervlaktewaterzuivering door middel van keramische
membranen. (nl)
In: H twee O 39
(2006)14/15 p.45-48. figs.; tabs.; 5 refs.
Vitens benutte tot aan de grote brand bij
autobandenfabriek Vredestein in het voorjaar van 2004 het
Twentekanaal voor de productie van drinkwater. De
conventionele zuivering bestaat uit microzeven en
flotatie. Het water wordt daarna geïnfiltreerd en verder
behandeld met snelfiltratie, actief kool en
UV-desinfectie. Deze zuivering voldoet niet meer aan de
eisen die Vitens stelt aan kwaliteit, veiligheid,
automatisering en milieu. Om eventuele alternatieven voor
oppervlaktewater te onderzoeken, beschikt het
drinkwaterbedrijf over een onderzoekslocatie aan het
Twentekanaal in Enschede.
Vink, C.;
Stedelijk waterbeheer en drinkwaterwinning :
verkenning van de haalbaarheid van stedelijke
drinkwaterwinningen. (nl) KIWA, Nieuwegein,
2006. 146 p
Er zijn in hoofdzaak drie ontwikkelingen die de
aanleiding vormen voor het onderzoek naar stedelijke
grondwaterwinning voor drinkwaterbereiding:
verstedelijking; ontwikkelingen in de zuiveringstechniek;
ontwikkelingen in stedelijke watersystemen. Voorliggend
rapport heeft tot doel de problemen en kansen van
bovengenoemde ontwikkelingen te verkennen en methoden en
technieken uit te werken om de kosten, baten en risico’s
te analyseren. [HAAFF NN31061,2005,037 ]
VEWIN;
Waterleidingstatistiek 2004. (nl)
Vereniging
van Exploitanten van Waterleidingbedrijven in Nederland,
Rijswijk, 2005.
Voor de lezer die snel een overzicht wil hebben van
de belangrijkste branchegegevens begint de publicatie
met een samenvattende tabel. Daarna wordt een indeling
gevolgd naar thema: - hoofdstuk 1: waterbedrijven,
voorzieningsgebieden en werkgelegenheid; - hoofdstuk 2:
waterproductie en ruwwaterbronnen; - hoofdstuk 3:
waterverkoop; - hoofdstuk 4: financiële gegevens
(financiële balans, investeringen en belastingen); -
hoofdstuk 5: infrastructuur.
URL:
http://www.easy-site.nl/vewin/UploadDataDocumenten/Algemeen/Waterleidingstatistieken/WSS_nl_2004_internet.pdf
Wielen, P.W.J.J. van der; Voost, S.;
Het gebruik van alternatieve indicatororganismen voor
de detectie van fecale verontreiniging in water. (nl)
KIWA, Nieuwegein, 2006. 40 p
Mogelijke alternatieve indicatororganismen (om
verontreiniging van water met fecaliën op te sporen) zijn
enkele groepen obligaat anaërobe bacteriën die de fecale
microbiële flora domineren en die door hun gevoeligheid
voor zuurstof niet groeien in natuurlijke watermilieus.
Het doel van de onderhavige studie was te onderzoeken of
moleculaire methoden voor de detectie van deze obligaat
anaërobe bacteriën, kunnen worden toegepast om fecale
verontreiniging van water aan te tonen. Daarnaast werd
ook onderzocht of met deze alternatieve
indicatororganismen ook de bron van de fecale
verontreiniging kan worden aangeduid en hoe lang de
alternatieve indicatororganismen detecteerbaar waren in
fecaal besmet leiding- en oppervlaktewater. [HAAFF
NN31061,2006,028 ]
Wullings, B.;
Detectie van Legionella pneumophila in water met een
kwantitatieve real-time PCR-methode : validatieonderzoek.
(nl) Kiwa, Nieuwegein, 2005. 30 p
Met behulp van real-time PCR kan binnen een dag een
kwantitatief resultaat worden verkregen over de
aanwezigheid van L. pneumophila in water. Met de
standaard kweekmethode is het resultaat pas na 7 tot 14
dagen beschikbaar. Voor de detectie van L. pneumophila
met behulp van real-time PCR is een protocol ontwikkeld,
inclusief nieuw ontworpen primers en een probe.
Vervolgens is door Kiwa Water Research en
Waterlaboratorium Noord een validatieonderzoek uitgevoerd
conform de richtlijnen van de Raad voor Accreditatie
(documentnummer SC 08). In totaal zijn 496 watermonsters
geanalyseerd met zowel de real-time PCR-methode als de
kweekmethode. Tevens is een 20-tal monsters van
verschillende watertypen door de laboratoria van Kiwa en
WLN geanalyseerd. [HAAFF NN31061,2005,033 ]
WATERKETEN - Stedelijk waterbeheer
Baars, E.; Graaf, E. de; Beenen, T.;
Van projectmatig meten tot structureel monitoren :
Amsterdam stelt meetplan op voor 400 overstorten :
dossier: Meten aan riool. (nl)
In: Land + water
46(2006)4 p.16-17. Ill.
Om het functioneren van het Amsterdamse
afvalwatersysteem in de gaten te houden is een meetplan
ontwikkeld, dat deels is ingevoerd. De eerste resultaten
zijn nu bekend.
Boogaard, F.; Sollie, P.; Koops, K.; [et al.];
Vuiluitworp rioolstelsel heeft weinig effect op
oppervlaktewaterkwaliteit. (nl)
In: H twee O 39
(2006)14/15 p.42-44. figs.; ill.; tab.; 6 refs.
Bij een overstorting uit het gemengde rioolstelsel
wordt ongezuiverd water met een relatief laag
zuurstofgehalte en een hoog BZV-gehalte geloosd op het
oppervlaktewater. Hierdoor kan de zuurstofconcentratie in
het ontvangende oppervlaktewater dalen en een effect
hebben op de flora en fauna in het oppervlaktewater. Dit
effect wordt vaak verondersteld, maar wordt in de
praktijk vrijwel nooit gemeten. Reden voor diverse
partijen om in 2001 een monitoringsprogramma op te
stellen om dit in de praktijk te onderzoeken. Al snel
werd duidelijk dat dit effect in de praktijk niet zo
groot was als men zou verwachten. [HAAFF]
Kaderrichtlijn Water, de vaart erin! : de Europese
Kaderrichtlijn Water en gemeenten. (nl) Provincie Noord-Brabant, Den Bosch, 2005. 18 p.
Om bestuurders, raadsleden en ambtenaren van
gemeenten in het stroomgebied van de Maas te informeren
is de brochure Kaderrichtlijn Water, de vaart erin!
verschenen. Hierin wordt een overzicht gegeven van de
actuele ontwikkelingen rond de KRW. Ook vindt u erin
terug welke bijdrage aan het verbeteren van de
waterkwalitet van de gemeenten wordt verwacht.
URL:
http://www.kaderrichtlijnwater.nl/download-document.php?id=81
Krommendijk, E.; Schure, A. ter ;
Water in de stad in Noord-Holland : onderzoeksrapport.
(nl) Milieufederatie Noord-Holland, 2006.
In 2005 is een onderzoek verricht naar de
uitvoering van het stedelijk waterbeheer in de Provincie
Noord-Holland. Het doel hiervan was te onderzoeken of de
uitvoering van het stedelijk waterbeheer in de provincie
voldoet aan de landelijke beleidsdoelen, welke problemen
gemeenten en waterbeheerders ondervinden bij het
stedelijk waterbeheer en welke oplossingen en
aanbevelingen daarvoor kunnen worden aangedragen. Het
onderzoek bestond uit literatuuronderzoek, een enquête
onder alle gemeenten in de provincie en interviews met de
provincie, twee waterbeheerders vier gemeenten.
URL: http://www.reinwater.nl/docs/Rapport_Water_in_de_stad.pdf
Luyendijk, E.; Wendt, T.; Cleef, R. van; [et al.];
Herstelkosten en vastgoedwaarde bij
grondwaterproblemen : bij bouwrijp maken gronden meer
aandacht voor grondwaterstand [thema Stedelijk
waterbeheer]. (nl)
In: H twee O 39
(2006)13 p.16-17. figs.; tab.
Dat veranderingen in de grondwaterstand schade
kunnen toebrengen aan bebouwing is bekend. Cijfers
omtrent de omvang van de kosten die gemaakt moeten worden
om de schade te herstellen, lopen echter sterk uiteen. In
dit artikel zal blijken dat behalve de gebouwen ook de
vastgoedwaarde en het vestigingsklimaat 'beschadigd'
kunnen worden door wisselingen in de grondwaterstand. Uit
het onderliggende onderzoek kan geconcludeerd worden dat
Nederland een aanzienlijke opgave te wachten staat.
[HAAFF]
Piron, D.; Hoeijmakers, R.; Verstegen, W.; [et al.];
Basisinspanning Gemeente Nijmegen leidt tot een
zandfilter op de rwzi. (nl)
In: Neerslag 41
(2006)4 p.2-5. fig.; ills.; tab.
Net als elke gemeente in Nederland moet ook
Nijmegen voldoen aan de basisinspanning. De keuze om de
vuiluitworp van de overstorten met 50% te verminderen
door middel van een bergbezinkbassin was wel een dure.
Uit een studie van het afvalwatersysteem is gebleken dat
dezelfde vuilvracht voor eenzesde van de kosten is te
verwijderen door middel van een zandfilter op de rwzi
Nijmegen. Het gaat hierbij primair om een extra
verwijdering van CZV uit het effluent van 28 ton per
jaar.
URL: http://www.neerslag-magazine.nl/artikel.asp?key=461
Pui Mee Chan, ; Rossen, W.; Dekker, G.;
KRW en gemeenten, leren door doen! : consortium zoekt
inzicht in KRW-opgave [thema Stedelijk waterbeheer].
(nl)
In: H twee O 39
(2006)13 p.28-29. ill.
In een uniek consortium van 19 partijen wordt
ervaring opgedaan met de KRW en gemeenten. Doel van het
project is inzicht verkrijgen in de nu nog vaak
onduidelijke KRW-opgave van gemeenten en hun rol bij de
totstandkoming van het Stroomgebiedsbeheersplan, en deze
inzichten verspreiden onder de bij de implementatie
betrokken overheden (gemeenten, waterschappen, provincies
en rijk).
URL:
http://www.kaderrichtlijnwater.nl/download-document.php?id=81 Brochure Kaderrichtlijn Water, de vaart erin!
Rens, C. van; Hartman, E.; Augustijn, D.;
Beslismodel voor het al dan niet zuiveren van
afstromend hemelwater [thema Stedelijk waterbeheer].
(nl)
In: H twee O 39
(2006)13 p.43-45. figs.; tabs.; 3 refs.
De beslisbomen die zijn opgesteld om verantwoord om
te gaan met afstromend hemelwater blijken in de praktijk
te algemeen en daarom beperkt toepasbaar. Dat geldt met
name bij de afweging voor de toepassing van zuiverende
voorzieningen bij directe afkoppeling naar
oppervlaktewater. Ook IBOS en ProA van Stichting RIONED
geven weinig informatie om tot een keuze voor een
zuiverende maatregel te komen. De Kaderrichtlijn Water
stelt dat een integrale afweging op lokaal niveau moet
plaatsvinden en het oppervlaktewater in 2015 een 'goede
toestand' bereikt moet hebben. Om tot een effectieve
verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit te komen, is
een duidelijkere afstemming tussen de
waterkwaliteitdoelstellingen en de daarvoor benodigde
emissiereductie gewenst. Op basis van een onderzoek naar
de kwaliteit van het afstromende hemelwater, de mate van
zuivering van diverse voorzieningen en de immissietoets
voor het ontvangend oppervlaktewater is een beslismodel
ontwikkeld. Daarmee kan voor een specifieke locatie
worden bepaald of en hoe afstromend hemelwater gezuiverd
moet worden. Met het model kunnen diverse 'end of pipe'-
voorzieningen en bronmaatregelen tegen elkaar afgewogen
worden. [HAAFF]
Schreuders, R.; Gerritsen, R.; Kwaadsteniet, P. de;
Aanpak riooloverstorten vraagt om maatwerk. (nl)
In: H twee O 39
(2006)16 p.41-43. fig.; tabs.; 4 refs.
Het waterbeheer in de bebouwde omgeving heeft het
laatste decennium veel aandacht verkregen. Een
substantieel deel van de waterprojecten in stedelijk
gebied heeft, al dan niet direct, betrekking op de
riolering. Door maatregelen aan gemengde rioolstelsels is
de kwaliteit van het stedelijk water sinds de jaren 80
fors verbeterd. Op verschillende locaties voldoet de
waterkwaliteit echter nog niet aan gestelde doelen en
normen, streefbeelden of de minimale kwaliteitseisen die
aan water gesteld mogen worden. Waterschap Vallei & Eem
heeft de afgelopen jaren de waterkwaliteit in stedelijk
gebied intensief gemeten om meer zicht te krijgen op de
actuele situatie in verschillende omstandigheden en
daarmee op de beïnvloedingsfactoren van de waterkwaliteit
in stedelijk gebied, zoals riooloverstortingen. Analyse
van deze gegevens, mede in relatie tot andere recente
inzichten, leidt tot een aantal interessante bevindingen.
Stand van zaken stedelijke wateropgave 2006 :
voortgangsmeting. (nl) SGBO, Den Haag, 2006. 77 p.
In 2003 is het Nationaal Bestuursakkoord Water
(NBW) afgesloten waarin diverse afspraken staan om
wateroverlast zo veel mogelijk te voorkomen. Het gaat
hierbij overigens om overlast, niet om een
veiligheidsrisico. Een van deze afspraken heeft
betrekking op het rapporteren over de stedelijke
wateropgave door de VNG. In het voorjaar van 2006 heeft
de VNG op basis van een bij alle gemeenten uitgezette
vragenlijst de voorliggende rapportage opgesteld. De
vragenlijst was opgebouwd uit vragen over de stedelijke
waterplannen, over overlast als gevolg van inundaties
uit oppervlaktewater, over overlast door water op de
straat uit de riolering en over grondwaterproblemen. De
vragen waren zowel gericht op in het verleden
geconstateerde problemen als in de toekomst te verwachten
problemen. In totaal hebben 221 gemeenten (48,3%) de
vragenlijst ingevuld.
URL:
http://www.vng.nl/Documenten/Extranet/Fei/ROVV/SGBOrapportage_sted_wateropg_2006.pdf
Vergouwen, M.;
Werken aan duurzaam en schoon Gelders water : een
terugblik op subsidie 'duurzaam stedelijk waterbeheer en
diffuse bronnen': positieve ervaringen in 10 concrete
projecten beschreven. (nl) Provincie Gelderland,
Arnhem, 2005. 27 p [HAAFF 839A22 ]
WATERKETEN - Hemelwater
Boogaard, F.; Bruins, G.; Wentink, R.;
Wadi's: aanbevelingen voor ontwerp, aanleg en beheer :
gebaseerd op zes jaar onderzoek van de wadi's in Enschede
gecombineerd met overige binnen- en buitenlandse
ervaringen. (nl) Rioned-reeks, 9, Stichting Rioned,
Ede, 2006. 135 p
Infiltratie van regenwater in stedelijk gebied en
op bedrijventerreinen draagt bij aan een betere
ontwatering van het gebied. Hoe deze
infiltratievoorzieningen op de lange termijn blijven
functioneren is in de wijk Ruwenbos (Enschede)
onderzocht. [HAAFF ]
Bosch, S.; Hakvoort, H.; Diermanse, F.; Verhoeve, C.;
Verantwoord omgaan met de nieuwe neerslagstatistiek.
(nl)
In: Stromingen
12(2006)1 p.13-24. 5 fig., 2 tab., 4 refs.
In dit artikel wordt gesproken hoe een nieuwe
statistiek van extreme neerslag kan bijdragen aan een
goede toetsing van watersystemen met behulp van een
stochastenmethode. Alhoewel de methode grotendeels
vastligt, moeten een aantal keuzes vooraf gemaakt worden,
waarvan de afweging lang niet altijd evident is. Aan de
hand van een praktijkvoorbeeld van de waterstand in een
peilgebied op Schouwen-Duiveland wordt dit concreet
gemaakt. [HAAFF]
Dorland, R. van; Komen, G.J.;
Klimaatveranderingen en kimaatvoorspellingen : over
zeespiegelstijgingen en extreme weersomstandigheden.
(nl)
In: Topos 16
(2006)2 p.10-13. 6 refs.
In dit eerste artikel van Topos, dat over creatief
omgaan met klimaatverandering gaat, geven twee experts
uitleg over de huidige kennis rond klimaatverandering.
Een visie vanuit het KNMI; een bewerking van een eerder
artikel uit Geografie (2005). [HAAFF]
URL:
http://www2.wau.nl/rpv/geniusloci/Topos/archief/2006-02.pdf
Droogers, P.; Hurk, B. van den;
Waterbeheer en de nieuwe KNMI-klimaatscenario's. (
nl)
In: H twee O 39
(2006)12 p.25-28. figs.; ill.; tabs.; 3 refs.
Het KNMI heeft op 30 mei de nieuwe
klimaatscenario's aangeboden aan staatssecretaris Schultz
van Haegen. Een uitgebreide promotiecampagne, inclusief
Gerrit Hiemstra die een fictieve weersverwachting voor
2040 presenteerde, moet het gebruik van deze nieuwe
scenario's stimuleren. De grote vraag voor
waterbeheerders is niet zozeer in hoeverre deze
scenario's afwijken van de oude WB21-scenario's, maar in
hoeverre deze van belang zijn voor het strategisch en
operationeel waterbeheer en of aanvullende maatregelen
gewenst zijn. [HAAFF]
URL: http://www.knmi.nl/klimaatscenarios Website KNMI klimaatscenario's
Schets, F.M.
De microbiologische kwaliteit van hemelwater toegepast
voor toiletspoeling, schoonmaken en tuinsproeien :
inventariserend onderzoek 2005. (nl)
RIVM, Bilthoven, 2005. 24 p.
Regenwater opgevangen in reservoirs en toegepast
voor onder andere toiletspoeling is vaak fecaal
verontreinigd en bevat soms ziekteverwekkende bacterien.
Om het infectierisico bij toepassing van dit water te
kunnen schatten is aanvullend onderzoeknodig waarbij
ziekteverwekkers worden gekwantificeerd en getypeerd en
waarbij onderzocht wordt in welke mate gebruikers worden
blootgesteld aan het besmette water.Regenwater is
aanvankelijk onbesmet, maar bij afstromen langs
oppervlakken en tijdens opslagin reservoirs kan
besmetting optreden met micro-organismen die ziekte bij
de mens kunnen veroorzaken. Dit kan gebeuren wanneer
bijvoorbeeld vogelfeces van het dak wordt gespoeld of
ratten of andere dieren toegang hebben tot het reservoir
of openleidingen. Onderzoek van opgevangen hemelwater op
vier verschillende locaties in Nederland toonde de
aanwezigheid van de indicatoren voor fecale
verontreiniging, bacterien van de coligroep, E. coli en
enterococcen, in respectievelijk 28, 27 en 27 van de28
onderzochte monsters aan.
URL:
http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/703719009.pdf
Slijkerman, D.M.E.; Palsma, A.J.;
Afgekoppeld hemelwater bedreigt kwaliteit
oppervlaktewater : monitoring van waterkwaliteit bij
regenwateruitlaten : dossier: Meten aan riool. (nl)
In: Land + water
46(2006)4 p.18-19. Ill.
Over de invloed van afgekopperd hemelwater op de
kwaliteit van oppervlaktewater zijn weinig gegevens
beschikbaar. Sinds 2004 zijn onderzoekers in het kader
van het Europese Interreg-project bezig met monitoring en
monsternames bij vijvers in Wieringerwerf, waar in de
jaren '70 een gescheiden stelsel is aangelegd en waar nu
o.a. zinkconcentraties worden gemeten. [HAAFF]
Witte, J.P.M.; Kruijt, B.; Maas, C.;
Effecten van CO2-toename op verdamping. (nl) KIWA,
Nieuwegein, 2006. 59 p 118 refs.
In een zeer beknopte studie (Doomen en Witte 2004)
werd aangetoond dat de verdampingsreductie door
CO2-toename aanzienlijk kan zijn, en grote gevolgen kan
hebben voor de hydrologie van Nederland. Hun studie is
echter te kort geweest om de relatie tussen CO2-stijging
en verdampingsreductie voldoende te kunnen onderbouwen.
Bovendien heeft hun studie verscheidene vragen
opgeroepen, zoals over de bruikbaarheid van de in de
literatuur beschreven experimenten en over de
wisselwerking tussen verdampingsreductie en
milieufactoren als droogtestress, temperatuur en
nutriëntenbeschikbaarheid. Onderzoeksinstituut Riza van
Rijkswaterstaat heeft daarom aan Kiwa Water Research
gevraagd het effect van CO2-stijging op de
verdampingsreductie nader te onderzoeken. Dit rapport is
de weerslag van dit onderzoek. [HAAFF ]
URL:
http://www.droogtestudie.nl/documenten/effecten-co2toename-op-verdamping.pdf
DIVERSEN
Abrahamse, J.E.;
De problematiek van Amsterdam als waterstad : 'een
schone maagd met stinkende adem'. (nl)
In: Historisch
geografisch tijdschrift 24(2006)1 p.24-36.
In 1663 verscheen een (positief) historische
beschrijving van Amsterdam (Historische beschryving der
stadt Amsterdam (O. Dapper). Ondanks de (gangbare)
positieve toon, kon één aspect niet onvermeld blijven: de
stad stonk als de hel. Uit de grachten van de bloeiende
stad steeg de geur van verrotting op. Te wijten aan: de
combinatie van vervuiling en de te kleine
waterdoorstroming van de grachten. Tegen het einde van de
17e eeuw kende Amsterdam een complex watersysteem met
zeven verschillende peilen. Dit artikel geeft hoofdlijnen
van het promotiewerk van de auteur. [HAAFF]
URL:
http://users.bart.nl/~leenders/hgt/24-1c.html Uitgebreide samenvatting
Didde, R.;
Prins & water. (nl)
In: Terra 2
(2006)2 p.12-17.
Interview met Prins Willem-Alexander over de
toekomst van het waterbeheer in Nederland en de rest van
de wereld. Aandacht voor: de rol van het Wereld Water
Forum en de realisatie van de doelstellingen daarvan
gedurende de afgelopen tien jaar; het nut van riolering
en waterzuivering in derde wereldlanden; de mate waarin
de ruimtelijke ordening in Nederland structureel rekening
houdt met een wisselend waterpeil en de mate waarin
waterschappen voorbereid zijn op crisissituaties; 'wonen
op het water' (drijvende woningen); de achterstand in
baggerwerkzaamheden en wat er moet gebeuren om dat in te
lopen; het beeld van de prins van Stichting Natuur en
Milieu en hoe die stichting nog beter kan opereren.
[HAAFF]
URL:
http://www.natuurenmilieu.nl/pdf/0200_terra_20062.pdf
Gons, H.[red.];
Progress report 2003-2005 / Netherlands Institute of
Ecology (NIOO - KNAG). (en)
NIOO, Nieuwersluis, 2006. [HAAFF]
URL:
http://www.nioo.knaw.nl/SCIENCE/progress_report_2003_2005/index.htm
Hooimeijer, F.L.;
De nieuwe Hollandse polderstad : oude kunsten als
nieuwe handvaten voor de waterproblematiek. (nl)
In: Topos 16
(2006)2 p.22-25. 2 fig., 6 refs.
Soms lijkt het dat we eerder zullen verdrinken in
de artikelen en programma's over water dan in het water
zelf. Dat er zoveel gesproken wordt geeft enkel weer dat
het thema belangrijk is; dat deze enorme opgave een kans
blijkt voor innovaties in de ruimtelijke planvorming.
Fransje Hooimeijer neemt in haar promotieonderzoek (TU
Delft) als uitgangspunt: vanuit het stedelijk waterbeheer
uit vroegere tijden naar de huidige opgaven kijken.
[HAAFF]
URL:
http://www2.wau.nl/rpv/geniusloci/Topos/archief/2006-02.pdf
Innovatie mobiliteit en water : voor een bereikbaar,
schoon en veilig Nederland. Innovatieprogramma. (nl) Innovatieberaad
Mobiliteit en Water, [sl], 2006. 139 p
Innovatieprogramma van de Club van Maarssen,
geïnitieerd vanuit Verkeer & Waterstaat Beraad. Voor de
sectoren Verkeer, Bouw, Logistiek, Luchtvaart en de
sector Water is gewerkt aan verbetering van beheer. Zowel
overheid, bedrijfsleven als kennisinstellingen zijn erbij
betrokken. [HAAFF 839A16 ]
URL:
http://www.verkeerenwaterstaat.nl/kennisplein/uploaded/RIZA/2006-06/332684/bijlageInnovatiebrief_tcm195-160835.pdf
Innovatie mobiliteit en water : voor een bereikbaar,
schoon en veilig Nederland. Innovatiebrief. (nl) Ministerie van Verkeer en
Waterstaat, [sl], 2006. 15 p
Het Innovatieberaad Mobiliteit en Water bestaat uit
sleutelfiguren van de sectoren Verkeer, Bouw, Logistiek,
Luchtvaart en Water en ontwikkelde zich van een platform
dat verschillende visies en sectorale ervaringen met
elkaar deelde naar een platform dat innovaties initieert
en organiseert in de vorm van programmavoorstellen. Het
beleidskader voor de bijdrage ven VenW aan de
organisatorische en financile uitwerking van de
programma's geeft het ministerie in de Innovatiebrief
Mobiliteit en Water. [HAAFF 839A16 ]
URL:
http://www.verkeerenwaterstaat.nl/kennisplein/uploaded/RIZA/2006-06/332684/bijlageInnovatiebrief_tcm195-160835.pdf
Jaaroverzicht 2005 / Zuiveringstechnische werken,
Waterschap Groot Salland. (nl)
Waterschap
Groot Salland, Zwolle, 2006. [HAAFF NN31107 ]
Jaarverslag 2005 / Commissie van Deskundigen
Grondwaterwet (CDG). (nl)
CDG,
Utrecht, 2006. [HAAFF 31/617 ]
Jaarverslag 2005 / Koninklijk Meteorologisch
Instituut. (nl)
KNMI, De Bilt, 2006. [HAAFF 31/220 ]
URL:
http://www.knmi.nl/over_het_knmi/jaarverslag_2005.pdf
Jaarverslag 2005 / Waterschap Hollandse Delta. (
nl)
Waterschap Hollandse Delta, Dordrecht, 2006.
Het eerste jaarverslag van Waterschap Hollandse
Delta, wat bestaat sinds 1 januari 2005 en is ontstaan
uit een fusie van de waterschappen IJsselmonde, de
Groote Waard, de Brielse Dijkring, Goeree-Overflakkee en
een deel van Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en
Waarden. [HAAFF www]
URL:
http://www.wshd.nl/home/Internet/PDF/Jaarverslagen/Jaarverslag%202005/Jaarverslag_Wshd_2005.pdf
Jaarverslag 2005 : Waterschapsbedrijf Limburg. (
nl)
Waterschapsbedrijf Limburg, Roermond, 2006.
Jaarbericht van het Waterschapsbedrijf Limburg,
uitvoeringsorganisatie van de Limburgse Waterschappen
Roer en Overmaas en Peel en Maasvallei. [HAAFF]
Jochemsen, M.;
Eigenzinnig en pragmatisch: Waterschap Vallei & Eem.
(nl)
In: Het waterschap
(2006)6 p.17-19. Ills.
Gegevens en werkwijze betreffende het waterschap.
Tevens gebiedsinformatie betreffende deelstroomgebied
Rijn-Midden, waterberging, grondwateronttrekking, en
waterafvoer via het Valleikanaal. [HAAFF]
Lucassen, W.;
Veel kansen en mogelijkheden: het Waterschapshuis in
aanbouw. (nl)
In: Het waterschap
(2006)8 p.14-15. Ill.
Het Waterschapshuis heeft als doel inhoud te geven
aan de samenwerking tussen de waterschappen op het gebied
van ict. Onder begeleiding van Het Waterschapshuis
spannen de waterschappen zich gezamenlijk in om de
kwaliteit van de digitale dienstverlening naar burgers en
bedrijven te verbeteren.
Moerman, A.;
Wetsus wil samenwerking met waterschapswereld :
topinstituut watertechnologie. (nl)
In: Het waterschap
(2006)7 p.6-7.
Onderzoeksinstituut Wetsus in Leeuwarden heeft de
ambitie een topinstituut watertechnologie te worden.
Waterschappen en STOWA zouden daarin kunnen participeren.
STOWA zelf ziet weinig heil in verregaande samenwerking.
URL:
http://library.wur.nl/artik/waterschap/1810766.pdf
Mulder, J.R.; Franzen, P.F.J.;
In de ban van de Betuwse dijken. Dl. 6: Opheusden : een bodemkundig, archeologisch en
historisch onderzoek naar de opbouw en ouderdom van de
Rijndijk te Opheusden. (nl) Alterra-rapport, 900,
Alterra, Wageningen, 2006. 60 p 7 krt., 114
refs.
In het kader van de dijkverzwaring heeft Alterra in
opdracht van het Waterschap Rivierenland de bandijk van
Opheusden in 2003 op drie plaatsen archeologisch en
bodemkundig onderzocht. [HAAFF NN31844,900 ] [DKLNV NL
02 / 900 ] [HAAFF NN31844,900 ]
Peters, N.;
Overheid sluit deuren van papierwinkel : e-overheid
leidt tot efficiëntere overheidsdienstverlening en minder
administratieve lasten. (nl)
In: Het waterschap
(2006)7 p.35.
Om de dienstverlening aan burgers en bedrijven te
verbeteren en de administratieve lasten te drukken, heeft
het kabinet besloten beter gebruik te maken van
informatie- en communicatietechnologie, ook wel aangeduid
met de term 'e-overheid.' De waterschappen zijn al vrij
ver in publieke dienstverlening via internet.
URL: http://library.wur.nl/artik/waterschap/1810781.pdf
URL: http://www.e-overheid.nl/ Website e-overheid
URL: http://www.hetwaterschapshuis.nl/ Website Het Waterschapshuis
Reinwater Jaarbericht 2005. (nl)
Stichting
Reinwater, Amsterdam, 2006.
Rossum, M. van;
Handhaving verontreinigingsheffing professionaliseren:
good practice. (nl)
In: Het waterschap
(2006)8 p.16. Ill.
Het Waterschap Groot Salland is begonnen de
handhaving van de verontreinigingsheffing te
professionaliseren en heeft hiervoor een nieuwe aanpak
ontwikkeld en geïntroduceerd. De methodiek heeft al de
eerste resultaten opgeleverd en is ook goed bruikbaar
voor andere waterschappen.
Smits, A.G.E.;
Begrotingsvergelijking 2006: beleidsambities en
lastendruk van waterschappen vergeleken. (nl) [sn],
[sl], 2006. 94 p Samenvatting (12 p.).
Oorspronkelijk is de begrotingsvergelijking
ontwikkeld om de kosten- en tarievenontwikkeling van de
verschillende waterschappen in beeld te brengen. In de
afgelopen jaren is het accent verschoven van het
vergelijken van bedrijfsvoering naar het vergelijken van
beleid en ambities. Hierbij geldt niet alleen het
begrotingsjaar, maar de volledige planperiode waarvoor
de waterschappen beleid ontwikkelen. Dit meerjarig beleid
wordt steeds meer beïnvloed door besluitvorming op
Europees en nationaal niveau. Recente voorbeelden van
beleidsthema’s zijn de Europese Kaderrichtlijn Water en
het Nationaal Bestuursakkoord Water. Voor de VDW was dit
aanleiding om de begrotingsvergelijking hierop aan te
passen. In de voorliggende rapportage is een hoofdstuk
opgenomen waarin de genoemde grote beleidsthema’s worden
belicht op het punt van taakopvatting en de voortgang bij
de verschillende waterschappen. Verder begint ieder
hoofdstuk met een samenvattende beschouwing van de
taakopvatting van de gezamenlijke waterschappen. Dit
jaar wordt in de rapportage ook nader ingegaan op de
gevolgen voor de lastendruk van de voorgenomen nieuwe
financieringsstructuur, die naar verwachting in 2009
wordt ingevoerd. [HAAFF ] [WWW ]
URL:
http://www.wetterskipfryslan.nl/files/2956/begrotingsvergelijking_waterschappen_2006_-_integrale_rapport.pdf
Water : a shared responsibility. (en) The United
Nations world water development report, 2, UNESCO
, Paris, France, 2006. XV, 584 p 1 CD-ROM.
A UNESCO publication; the second world water
development report. [LEEUW 410-A/2006-002 ] [LEEUW
CD-ROMS BALIE ] [WWW ]
URL:
http://unesdoc.unesco.org/images/0014/001454/145405E.pdf
Waterschapsalmanak 2006/2007. (nl)
Unie van
Waterschappen, Den Haag, 2006. [HAAFF NN32165 ]
Werking van de rioolwaterzuiveringsinstallaties in
2005 / Waterschapsbedrijf Limburg. (nl)
Waterschapsbedrijf Limburg, Roermond, 2006.
[HAAFF NN31149 ]
Wijland, G. van;
Transparantie, verantwoording en integriteit: Good
Governance. (nl)
In: Het waterschap
(2006)8 p.6-7. Ill.
Good Governance. Het begrip is ook binnen de
waterschappen in opgang. Maar wat is het precies en wat
doen de waterschappen ermee? Wat zijn de bevindingen van
medewerkers die zich bezig houden met het opzetten van
Good Governance structuren binnen de waterschapswereld?.
[HAAFF]
![]() |
© Bibliotheek Wageningen UR, 2006; Comments and questions to servicedesk.library@wur.nl |