EEN PAAR ZIEKTEN DER BIJEN.



Hoewel de meeste ziekten der bijen ontstaan door gebrek aan kennis van de bijenhouders, waardoor de bijen slecht en niet op tijd worden behandeld, ontstaan er soms bij de beste behandeling ziekten onder zijne bijenkoloniën. Tot de meest voorkomende ziekten mogen wel de loop en de vuilbroed gerekend worden. De meeste andere ziekten der bijen zijn weinig van beteekenis en herstellen meestal vanzelf, zonder van belang nadeel aangebracht te hebben.

DE LOOP



De loop ontstaat meestal tegen het begin van de Lente, wanneer de bijen door lange en strenge koude verhinderd zijn uit te vliegen, om zich van haar vuil te ontlasten. De bijen kunnen zonder storingen hare uitwerpselen een langen tijd bij zich houden, zonder het te laten vallen. Wanneer de bijen in den winter gestoord worden, beginnen zij uit elkander te gaan en kunnen het vuil niet langer houden en moeten dat dan, zoo zij niet kunnen uitvliegen, in de woning laten vallen, waardoor zij niet alleen de woning en den bouw bevuilen, maar elkander ook onderling verontreinigen.

Het laatste heeft tengevolge, dat zij in hare natuurlijke bewegingen bemoeilijkt worden. Met alleen hierdoor, maar ook door den reuk, die de onreinheden verspreiden, ontstaat de loop, die soms, wanneer de bijen niet kunnen uitvliegen, een zoo besmettelijk karakter aanneemt, dat eene groote verwoesting in de bijenfamilie aangericht wordt. Meestal behoeft er geen vrees voor deze ziekte te bestaan, wanneer de bijen in den wintertijd niet gestoord worden en ze niet te lang behoeven opgesloten te blijven wegens de koude.

Komt er in 't laatst van Januari of in 't begin van Februari een mooie dag, zoodat de thermometer in de schaduw minstens 50° F.(10° Celsius) aanwijst, dan kan men er toe overgaan, om zijne bijen te laten vliegen. Dralen zij bij dit mooie weder, om naar buiten te komen, dan moet men ze daartoe aansporen, door tegen de woning te kloppen, of wat beter is, een enkelen eetlepel vol warmen verdunden honing toedienen, waardoor de bijen opgewekt worden en spoedig de woning verlaten.

Heeft men een stok, die aan de loop lijdt en als de dagen er niet geschikt voor zijn om te kunnen voorspelen, dan brenge men den korf in een warm vertrek om ze daar te laten vliegen. De bijen begeven zich meestal dadelijk naar het venster, waardoor het licht invalt, en onder het daarheen vliegen zullen zij zich van haar vuil ontlasten, om daarna in den korf terug te keeren om hare verblijfplaats in bezit te nemen.

Het is goed, om de meubelen en al wat men voor de verontreiniging bewaren wil, vooraf met doeken of papier te bedekken. In den tijd, dat de bijen zich van haar vuil ontlasten, moet door den bijenman de woning en het werk zooveel mogelijk gezuiverd worden. Uit woningen met lossen bouw kunnen de tafels, die te veel bezoedeld zijn, uitgenomen worden en door andere worden vervangen.
Vele bijenhouders achten het nuttig, om de bijen, welke aan den loop lijden, te voeren met honing waaronder een aftreksel van steranijs of muskaatnoot gemengd is. Het kan wel goed zijn, maar zelfgewonnen zuiveren honing acht ik voor haar in dezen toestand beter. Ook door gebrek aan water of versche lucht kan deze ziekte ontstaan.

Let in den winter vooral op de vlieggaten of ze door de eene of andere oorzaak ook verstopt raken, waardoor dan geen frissche lucht kan binnendringen. Alles, wat aanleiding tot deze ziekte geven kan, moet zooveel mogelijk vermeden worden.

DE VUILBROED



Deze ziekte komt over 't algemeen niet zoo vaak voor als de loop; op enkele plaatsen heeft men haar nog nimmer zien woeden. Wanneer ze ontstaat, kan ze zelfs heele bijenstallen verwoesten. De vuilbroed ontstaat meestal door strenge koude, die nog invalt nadat de bijen vroeg in het voorjaar veel broed hebben aangezet, waardoor de bijen zelf genoodzaakt worden om het broed te verlaten en zich bovenin den korf samen te trekken om zich te verwarmen.

Het broed, dat niet langer bedekt wordt, zal nu spoedig sterven en in een brijachtige stof overgaan. Wanneer deze stof maar spoedig opdroogt, kan ze gemakkelijk worden uitgetrokken en door de bijen uitgeworpen. Men vindt haar op den bodem der woning. Hieraan kan men zeker zien, dat de vuilbroed in den korf geheerscht heeft.

Nog erger is het met de bijenkoloniën gesteld, wanneer het gedekt broed wordt aangedaan en dit in een taaie stof overgaat, die zich zoo vast aan de cel hecht, dat deze door de bijen niet weggenomen kan worden. Enkele bijenhouders zeggen, dat deze ziekte ook wel ontstaat door het voeren van honing, die in gistenden staat verkeert. Deze ziekte is gemakkelijk te ontdekken door den onaangenamen reuk, dien de stok verspreidt, en door het volk dat dagelijks vermindert, omdat er geene jonge bijen meer uitloopen.
Er is weinig aan de vuilbroed te doen. Het is altijd goed den aangetasten stok van den gezonden te verwijderen, zoodat hij geen andere kan besmetten. 1)

L. UNEKEN, Ruinerveen.


1) Verwijdering is niet voldoende; algeheele vernietiging door verbranding van de woning met alles wat er in is, is te verkiezen, want de ziekte is in hooge mate besmettelijk. Honing uit zo 'n stok mag zeker niet gevoerd worden. Door het gebruik van vreemden honing of vreemde was, kan de vuilbroed zelfs worden veroorzaakt.
(RED.)