RIETSCHE'S KUNSTRAATPERS


(Gietvorm)


Sedert het rationeele bedrijf met den mobielbouw ook in ons land meer en meer wordt toegepast, is het gebruik van de kunstraten zeer toegenomen. Zoolang echter de ymker voor degelijke kunstraten f 2,70 per kilo moet betalen, zal hij wellicht uit zuinigheid de fout begaan met nauwelijks bruikbare raten te werken. Zullen derhalve de bijen met een wasbouw voorzien zijn, die onberispelijk is en telkens vernieuwd kan worden wat toch voor de gezondheid en de grootst mogelijke ontwikkeling van het volk noodig is - zoo moet tenminste de beroepsymker in staat zijn, op de goedkoopste wijze zich in 't bezit van kunstraten te stellen d.i. ze zelf kunnen gieten. Sedert wij eene kunstraatpers uit metaal hebben, die aan alle billijke eischen voldoet, is de aankoop daarvan den ymkers zeer aan te bevelen; ik bedoel Rietsche's kunstraatpers.

Deze pers is, nadat men eenige honderden raten gegoten heeft, nog zoo goed als nieuw. Het gieten der raten door middel van deze pers is ook heel gemakkelijk, wanneer men ten minste daarbij let op de aanwijzingen, die luiden als volgt:
Men smelt het was in een ca. 24-28 cM. breed en 12 cM. hoog geëmailleerd pannetje, of in plaats daarvan in eene vuurvaste, aarden pan. Hierin giet men, voor het smelten ca. ¼ liter water, om het aanbranden van het was te voorkomen. Het mag niet koken. Is het meeste was gesmolten, dan hangt men in de pan eene ca. 16 cM. groote zeef van fijn draad, eene zoogenaamde bouillonzeef, waardoor verhinderd wordt, dat men bij het afscheppen stof of gesmolten stukken was krijgt. Van tijd tot tijd vult men den voorraad was aan door er telkens weer nieuwe stukken bij te smelten. Bij de zeef behoort nog een klein 9-14 cM. groot en 4-7 cM. hoog geëmailleerd scheppannetje met steel.

HET GIETEN


Men plaatst vlak bij den haard of de petroleummachine, waar het was wordt gesmolten, eene niet te kleine tafel. Hierover wordt een, van te voren goed nat gemaakten, vier dubbel gevouwen linnendoek gelegd. (Overgestort was kan hiervan gemakkelijk verwijderd en mogelijke oneffenheden der tafel kunnen hierdoor worden aangevuld.)
Rechts van zich plaatst men den gietvorm, daarachter een diep bord of beter nog een steelpannetje voor de vloeistof, die moet dienen om de versche raat van den vorm los te kunnen maken. De ingrediënten ter bereiding van dit middel (oplossingsmiddel) zijn : 1/3 liter honig, ½ liter water en ¼ liter zuivere spiritus (wijngeest). Het is goed dezen spiritus eerst in den vorm te gieten, om de misschien nog voorhanden vetdeeltjes weg te nemen. Bij gebrek hieraan: 1/8 liter honig, ½ liter brandewijn, ¼ liter water. De alcohol-reuk vervliegt spoedig. Bij het losmaken der kunstraat kan men een gewoon tafelmes met ronde stompe punt gebruiken.

Fig. 1. Het ingieten.

De bewerking is de volgende:

1. Giet (zooals fig. 1, maar met de linkerhand) uit een pannetje het oplossingsmiddel op de pan der pers. Zet het pannetje links, terwijl met de rechterhand de bovenplaat der pers behoedzaam wordt neergedrukt. (Het oplossingsmiddel moet 1½ cM. hoog aan den rand der gesloten pers staan).

2. Houd niet de linkerhand den gietvorm zoo vast, dat de duim in den ring of onder het handvat komt. Met de rechterhand houdt men den anderen kant op gelijke wijze vast. Licht nu met den duim der linkerhand de bovenplaat voorzichtig 2 cM. op, terwijl men het oplossingsmiddel weer in het pannetje giet.Laat het goed afdruipen, hierbij den vorm steeds open houdende. Zet hierna den vorm gesloten op tafel.

3. Terwijl men den duim der linkerhand in den ring steekt en de vingers met zachten druk over de druklijst heenlegt, neemt men met de rechterhand een pannetje vol was uit de zeef. Men heft nu met de linkerhand de bovenplaat der pers een weinig op, (zie fig. l) en giet onmiddellijk snel met de rechterhand een pannetje vol was in ééns op de pan der pers, die nu langs de achterzijde tot de helft met was moet zijn bedekt. Bijna gelijktijdig moet met de linkerhand de bovenplaat neergedrukt worden, terwijl men met de rechterhand het pannetje weer in de zeef legt. Het is onnoodig nog langer op den vorm te drukken. De handeling van no. 3 mag niet langer dan een seconde duren. Dus vlijtig oefenen !

Fig. 2. Het afgieten van het overtollige was.

4. Houd den vorm met beide handen vast (zie fig. 2.), giet het overvloedige was rondom den rand der pers over den rechterkant van den vorm in het pannetje naast de zeef en zet de pers nu weer op haar plaats.

5. Breng de wijsvingers onder de draadbeugels, druk de duimen (zie fig. 3) vast op den zinken rand, totdat de pers een weinig geopend is, vat met de linkerhand de druklijst en licht de bovenplaat met de kunstraat er vrij af.

Fig. 3. Het openen der pers

6. Keer de bovenplaat om, leg ze op de linkerhand en houdt ze vast bij de druklijst (zie fig. 4)
Daarna worden de wasranden aan de vier zijden afgesneden (in een bij den haard geplaatst mandje of kist, waar zich de voorraad was bevindt). Wanneer de wasranden goed zijn afgesneden, kunnen de raten er gemakkelijk afgenomen en op zijde gelegd worden. (Men verzuime echter niet het honingwater, dat er nog aanhangt met eene zachte spons te verwijderen en vervolgens de versche kunstraten tusschen vloeipapier te leggen.)

Fig. 4. Het afsnijden der wasranden.

De geoefende gietster of gieter kan nu dadelijk een tweeden afdruk maken en voor den derden afdruk eerst weer het oplossingsmiddel gebruiken. Aan eerst beginnenden is het evenwel sterk aan te raden, voor elken nieuwen afdruk zich van het oplossingsmiddel te bedienen. Op deze wijze wordt voortgewerkt, zonder de pers (vorm) ooit af te koelen. Slechts wanneer men dikke raten wenscht, moet deze een weinig in lauw water afgekoeld worden.

Een vorm (pers) 23x17 cM. groot levert zonder afkoeling van l Kilogr. was 36 kunstraten. De vorm (voor boog-korven) 22x35 cM. groot levert van l kilo was 14 tot 15 raten. Zoolang deze getallen niet bereikt kunnen worden, ontbreekt òf de oefening bij het ingieten en snel sluiten, òf het was is te koud geweest.
Raten, gegoten uit zuiver bijenwas, zijn in een temperatuur van minder dan 15° R. broos als glas.
Voegt men bij het was 3 tot 5 % terpentijnolie, dan blijven de raten zoolang buigzaam, als de terpentijn nog niet vervlogen is. Maar ook deze altijd bedenkelijke toevoeging, kan gemakkelijk voorkomen worden, wanneer men de raten voor het bevestigen in de raampjes of boogjes iets verwarmt, hetgeen in een warm vertrek of ook in de zon kan geschieden.

Het afsnijden der raten.


Wanneer de vorm (pers) iets grooter is, dan de gereed zijnde raten, moeten deze laatste afgesneden worden. Afgesneden raten zijn ook veel mooier.
Leg 6-10 raten nog warm op elkander op een stuk zink. Boven op de raten wordt een plankje of nog beter een stukje blik gelegd, zoo groot als men de raten wenscht. Met een scherp, dun mes snijdt men dicht langs den rand, dit werk zal na eenige oefening volkomen gelukken.

Het reinigen der kunstraatpers


(gietvorm) na het gebruik bestaat eenvoudig hierin, dat men de nog overgebleven wasdeeltjes met een mes losmaakt en de platen (pan en bovenplaat) hierna in koud water afspoelt. De rand der bovenplaat moet steeds vrij van was gehouden worden.
Die platen, welke toevallig met was mochten bemorst zijn, worden met heet sodawater met een borstel schoon gemaakt. Daarna moeten ze met een mengsel, bestaande uit fijn gezeefde houtasch en spiritus of brandewijn afgeborsteld worden. (Deze behandeling kan ook aangewend worden, wanneer was aan de plaat is vast blijven zitten).
Vervolgens worden de platen met zuiver water nagespoeld en zijn voor het gebruik weer gereed. Het niet verwerkte was in de smeltpan houdt men nog eenigen tijd vloeibaar, opdat de onzuivere deelen kunnen bezinken. Na het koud worden snijdt men het bovenste er af. De gietvorm (kunstraatpers) wordt in de zon gedroogd en op een drooge plaats bewaard.

De prijs van Rietsche's kunstraatpers wordt berekend naar de oppervlakte der te gieten kunstraten en wel per 1² cM. 1½ cent.
Het zou te wenschen zijn, dat deze kunstraatpers ook in Nederland steeds meer in gebruik genomen werd en dat men ze naast den honigslinger op elken bijenstand met mobielbouw aantrof.

H.A. BEIL. Dinxperlo, l April 1900.