VERSLAG VAN DE FRIESCHE YMKERS-VEREENING
OVER HET JAAR 1899



Ingevolge art. 10 der Statuten, moet in deze vergadering een verslag worden uitgebracht, omtrent den toestand der Vereeniging; op mij als Secretaris rust de vereerende taak dat verslag uit te brengen en U een overzicht te geven over onzen arbeid in het afgeloopen jaar.
Ik doe zulks met blijmoedigheid, omdat ik weder wijzen kan op een jaar, dat voor den ymker niet onvruchtbaar was, alhoewel het honiggewin in den voorzomer zeer veel te wenschen overliet.

Het ledental nam verbazend toe en steeg van 80 tot 130, alzoo eene vermeerdering van 50 leden, doch verminderde wegens overlijden en bedanken met 3, zoodat het ledental op 1 Januari 1900 bedroeg 127, terwijl het aantal begunstigers, n.l. 6, stationair bleef. In het vorige jaarverslag hebben wij den wensch uitgesproken, dat ons weder eene Rijks-subsidie zoude worden toegekend ; onze wensch is evenwel niet vervuld en moesten wij dien bijna onmisbaren steun dit jaar missen; de rekening sluit over het afgeloopen jaar weder met een belangrijk nadeelig saldo.

In het afgeloopen jaar werden gehouden eene algemeene vergadering op 30 Maart, ten huize van den logementhouder A. Zwart te Beetsterzwaag, welke vergadering werd bijgewoond door alle leden van het hoofdbestuur, door acht afgevaardigden van de onderafdeelingen en door zeven gewone leden als belangstellenden.

Het Hoofdbestuur vergaderde driemaal en wel op 18 Februari, 20 Mei en 31 Juli .Hetgeen in de verschillende vergaderingen werd behandeld en besloten, is aangeteekend in de notulen.
Met den verkoop van tafelhonig in doozen en flesschen ging het voor zoover mij zulks werd medegedeeld, evenals het vorige jaar weder goed, en hebben wij reden om daarover tevreden te zijn. Voor het eerst werd beproefd, de bijen in levenden toestand te verkoopen, waartoe twee openbare verkoopingen werden gehouden, eene te Oosterwolde op Donderdag den 21 September, de andere te Bakkeveen op Vrijdag den 22 September. Die verkoopingen liepen boven verwachting goed af; er werden bevredigende prijzen bedongen, loopende van f 0.26 tot f 0.31 per kilogram bruto gewicht, terwijl de ymkers bovendien voor korf en doek, die niet weder teruggenomen werden f 0.35 ontvingen. Er werd verkocht voor een totaal bedrag van f 2901.08, zonder dat de verkoopers eenige onkosten behoefden te betalen; de kooper betaalde evenwel als eene bijdrage in de kosten 5 % boven den koopprijs, waarmede de onvermijdelijke kosten vermoedelijk bestreden kunnen worden.

De coöperatieve aankoop van bijendoeken, honigglazen en etiquetten is goed geslaagd, waardoor de leden onzer vereeniging al voordeelen behaalden. In het afgeloopen jaar werd de onderafdeeling Leeuwarden opgericht, aanvankelijk met 24 leden, en het doet ons genoegen te kunnen mededeelen, dat ook deze afdeeling goed werkt en alle recht van bestaan heeft. Wegens gebrek aan financieële kracht, konden er dit jaar geene lezingen over bijenteelt, en aanverwante vakken worden gehouden; wij willen echter hopen, dat het getal leden en begunstigers spoedig zoodanig moge toenemen en onze financieële toestand zoodanig moge verbeteren, dat wij meer kunnen doen, dan tot dusverre in onze macht lag.

Van het bestuur der onder-afdeeling Ooststellingwerf ontvingen wij een kort verslag over het afgeloopen dienstjaar, waaruit bleek, dat die afdeeling thans 71 leden telt en twee vergaderingen heeft gehouden, de eene op 30 Januari 1899, die door 16 en de andere op 10 Juni 1899, die door 9 leden werd bezocht; van de beide andere onder-afdeelingen ontvingen wij geen verslag. Het zou mij echter zeer aangenaam zijn geweest indien Heeren Secretarissen van die afdeelingen zulks in 't vervolg niet weder nalieten, want een geregelde gang van zaken en het naleven der reglementen en besluiten zijn het eenige middel om eene zwakke vereeniging sterk te maken; laten wij dat bedenken en ons daaraan houden. De verstandhouding van de besturen der onderafdeelingen en van het Hoofdbestuur was ook onderling uitmuntend, eensgezindheid kenmerkte steeds onze bijeenkomsten.

Dit verslag zou nu zeer goed kunnen eindigen, doch 't zij mij vergund er nog een enkel woord aan toe te voegen en U er op te wijzen, dat onze jeugdige vereeniging zeer zeker nog een zwaren strijd zal hebben te doorworstelen om te blijven bestaan en recht van bestaan te krijgen; betrekkelijk klein is nog het aantal leden, enkelen zagen wij in het afgeloopen jaar komen en henen gaan, sommigen om nimmer weer terug te keeren; onze kleine schare zou nog door vele ymkers en andere belangstellenden versterkt kunnen worden, doch zij hebben zich, hoe noodig ook, nog niet bij ons aangesloten.

De vruchten van onzen arbeid zijn nog zeer gering, onze vereeniging heeft zich nog niet voldoende uitgebreid om reeds thans iets van beteekenis te kunnen doen, maar stilstand is achteruitgang of mogelijk nog erger, wij moeten dus alle mogelijke middelen in het werk stellen en niets onbeproefd laten om door verandering, verbetering aan te brengen; wij kunnen vergaderingen en redevoeringen houden, zooveel wij willen, maar de ymker is daarmede niet geholpen; wij moeten dus iets uitvoeren, onze vereeniging moet worden uitgebreid, ons ledental moet grooter worden, maar onze ledenlijst moet niet versterkt worden door leden, die rekenen, dat zij genoeg gedaan hebben met het betalen hunner contributie of eene enkele maal eene vergadering bezoeken, neen, wij moeten leden hebben, die zich onze zaak aantrekken en zich daarvoor willen inspannen.
Ten slotte wensch ik nog mijnen persoonlijken dank te brengen aan onzen hooggeachten Voorzitter en den andere leden van het bestuur, voor hunne welwillendheid, steun en medewerking mij als Secretaris betoond.
Hiermede, mijne Heeren, vermeen ik zoo goed mogelijk mijn taak volbracht te hebben en U een kort overzicht te hebben gegeven van al hetgeen in het afgeloopen jaar zooal in onze vereeniging is voorgevallen, en met den wensch, dat dit pas begonnen jaar voor de ymkers in het algemeen en voor de leden dezer vereeniging in het bijzonder, een jaar van voorspoed en tevredenheid moge zijn, sluit ik dit tweede jaarverslag.

(geteekend) JOH. VAN NISPEN, Secret.

In de Algemeene Vergadering te Beetsterzwaag, gehouden den 28 Maart werd met algemeene stemmen besloten, bovenstaand jaarverslag te doen plaatsen in het „Maandschrift voor Bijenteelt", ten einde het onder de oogen te brengen van alle leden.

JOH. VAN NISPEN, Oosterwolde, 3 April 1900.
Secretaris van het Provinciaal bestuur van de Afdeeling Friesland.