OFFICIEELE MEDEDEELING



BIJENVERVOER PER SPOOR


Naar aanleiding van het over bovenstaande aangelegenheid door de commissie uitgebrachte rapport en daarop gevolgde besprekingen wenscht het hoofdbestuur te worden ingelicht omtrent de volgende punten:

1. Over welke baanvakken wordt het vervoer van bijen verlangd ? (Alzoo opgaaf van het station, waar geladen, en van het station, waar gelost moet worden.)

2. Op hoeveel korven (en tot welk gewicht) wordt elke tegelijk te verzenden partij over zoodanig baanvak begroot ?

3. In welke maanden van het jaar wenscht men van het vervoer gebruik te maken ?

4. Welke moeielijkheden heeft men tot dusverre met het vervoer van bijen per spoor ondervonden ? (Alzoo met betrekking tot den vrachtprijs, het niet beschikbaar zijn van wagons, oponthoud in het vervoer, belemmerende maatregelen met het oog op de veiligheid, als anderszins.)

Belanghebbenden worden uitgenoodigd zoo volledig mogelijk hunne inlichtingen in te zenden bij den algemeenen secretaris.
NB. Imkers die van hetzelfde baanvak wenschen gebruik te maken wordt verzocht gezamenlijk (of anders door bemiddeling van het bestuur hunner afdeeling) hunne opgaven omtrent de punten l, 2 en 3 te verstrekken.

Het Hoofdbestuur,
R. DINGER, Voorz.,
B. WIGMAN, Alg. Secr., Lunteren.

----------


Met het oog op de algemeene vergadering, in September a.s. te Boxtel te houden, ter gelegenheid van de Tentoonstelling aldaar, brengt het Dag. Bestuur in herinnering, dat alle voorstellen, die eene prov. afdeeling op die algemeene vergadering wenscht behandeld te zien, ter opname onder de punten van beschrijving, minstens twee maanden te voren, bij den Algemeenen Secretaris moeten zijn ingekomen (zie art. 7 der Statuten).

R. DINGER, Voorz.
B. WIGMAN, Secr. Lunteren juni 1900.

---------


De Voorzitter der Commissie, belast met het afnemen van het examen in de Bijenteelt voor 1900, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de Commissie aan de twee candidaten die het best voldaan zullen hebben, een premie van f 25 ieder kan toekennen.

De Voorzitter der Commissie voornoemd,
G. de GRANCY, Juni 1900