SINT AMBROSIUS



In het Verslag over de Tentoonstelling te Boxtel, zie het November-nummer, bladz. 507 wordt het gildevaandel met St. Ambrosius vermeld, in „L'Apiculteur" van dezelfde maand komt ook eene mededeeling omtrent dezen Heilige voor, ze is overgenomen, uit „Tableau de l'éloquence Chretienne" van Villemain, we laten ze hier volgen:

Ambrosius werd in Gallië geboren, maar uit eene Romeinsche familie. Zijn vader, een der eerste waardigheidsbekleeders van het rijk, was prefect van zuidelijk Gallië. Hij had den zetel van zijn bestuur óf in Trier, óf in Lyon, het strekte zich uit tot over een deel van Spanje en Mauritanië. De kindschheid van Ambrosius, die geboren werd in het paleis van den praetor, omstreeks het jaar 430, zijn moeder en zuster waren Christenen, leverde vele vrome beloften en bijna fabelachtige voorteekenen op. Men verhaalde van hem, evenals van Plato, dat, toen hij eens buiten in zijn wieg sliep, een bijenzwerm op zijn gezichtje aanvloog, dat zelfs eenige bijen in zijn mondje kwamen zonder hem te steken. De min verschrok. De vader, die met zijn vrouw en zijn oudste dochter daar wandelde, wilde, zegt men, niet in dat wonder ingrijpen, en toen hij den zwerm hoog in de lucht zag wegvliegen, riep hij uit: „Dat kind zal, als het leven blijft, een groot man worden!"

Het kind werd later aartsbisschop van Milaan en Kerkvader.