VRAGENBUS



Antwoord op vr. 10. (Mei)
In de meeste gevallen zitten, als zwermen zoo uitvliegen, die koloniën nog in haar winterstand. Zij kunnen dan aan eene zijde in den korf wel honig hebben, maar de koude belet haar om naar die zijde te verhuizen, en waar zij zitten ontbreekt bijenbrood en honig. Geeft men dan op zonnige dagen voedsel, zoo kan het gemakkelijk gebeuren, dat zij uitvliegen.
Mej. H. Bödekker, Bedum, 26 Nov. 1900.

Vraag 19
De ondervinding leert, dat alle bijenkoloniën, vooral die met jonge koninginnen 's zomers niet evenredig toenemen wat de sterkte van het volk en de honigdracht betreft, daarom vraag ik aan de lezers :

1. Welk verschil bestaat er bij zwermen met jonge koninginnen tusschen de zelf gebouwde raten.
· a. bij hen, bij wien de teelt de hoofdzaak is?
· b. bij hen, die van het honiggewin het meeste gebruikmaken?
· c. bij hen, die zich met recht zoowel op de teelt, als op het honiggewin toeleggen?
2. Kan men dit bij zwermen met jonge koninginnen opmerken nadat zij ongeveer 20 dagen in eene ledige bijenwoning geschept zijn en zich daarin goed ontwikkeld hebben. Zoo ja, waaraan kan men dit in de gevallen a, b en c bemerken?
J. DE NEU, Bedum

Vraag 20
De ondervinding leert, dat bijenzwermen bij goede honigdracht niet zooveel raten bouwen, als zij op de witte klaverbloem vliegen dan wanneer zij op de dopheide of de linde vliegen. Wat is hiervan de reden.
J. DE NEU, Bedum.