BRIEVENBUS



Bijenuitwerpselen en reinigingsvlucht.
Dezer dagen kreeg ik een Oostenrijksch vakblad den "Wiener Bienenvater" in handen en las daarin een en ander, dat de redacteur, de heer Weippl over bijenuitwerpselen meedeelde, een onderwerp, dat ook in het Decembernummer van het "Maandschrift" werd behandeld en waarover de vakmannen het in het geheel nog niet eens schijnen te zijn. Hij kwam tot het volgende besluit: "In den tijd, dat de bijen behalve honigsap ook stuifmeel tot zich nemen, vinden wij in de uitwerpselen van gezonde bijen pollenvliesjes (het vliesje, dat de stuifmeelkorreltjes omsluit), daarentegen in de uitwerpselen van bijen, die aan loop lijden in groote hoeveelheden pollen korrels. Aan de tegenwoordigheid van stuifmeel en stuifmeelvliesjes kan men dan ook de uitwerpselen der bijen herkennen.

In de mul vinden wij nooit geen stuifmeel of stuifmeelvliesjes en daaruit volgt dus, dat de mul niet uit de bijenuitwerpselen bestaat, maar uit niets anders dan fijn verdeelde stukjes van de waszegeltjes der honig- of broedcellen. - De bewering, dat de bijenuitwerpselen droog zouden zijn, kan dus bij nader onderzoek geen stand houden; maar daaruit volgt in het geheel niet, dat de loop der bijen geen ziekte zou zijn.

Dit laatste is wel nergens beweerd, wel verklaarde Mevrouw Wilma Rummler (zie Maandschrift van Dec. 1900), dat vloeibare uitwerpselen het gevolg zijn van een ongezonden toestand: de bij vat koude en daarom is hare ontlasting vloeibaar, anders is die vast en wordt bijv. ‘s winters in de mul gevonden. Bij scheikundig onderzoek bleek, dat de mul noch meer bevatte dan wasdeeltjes; de bittere smaak was een bewijs, dat er stuifmeel in voorkomt; de bijen openbaarden haar de zichtbare bewijzen.

Wat de een vertelt is zoo ongeveer het tegendeel van hetgeen de ander meedeelt; we kunnen ook niet zeggen, dat hunne gevolgtrekkingen zuiver en zoo klaar als de dag zijn, de vraag wordt zoo niet opgelost. Zijn er onder de lezers, die een microscoop hebben en die weten hoe er zoo'n stuifmeelkorreltje uitziet, dan zouden zij ons al weer wat verder kunnen brengen, als zij de mul eens nauwkeurig bekeken.
't Is een merkwaardig geval, dat de menschen al zooveel eeuwen bijen houden en we hier nog voor een vraag staan.
Zeker zijn er honderd en zooveel bijenhouders, die bepaalde meeningen daaromtrent hebben, maar hebben zij ook degelijke gronden daarvoor?
Als dat het geval is, dan moesten zij eens een artikel voor het "Maandschrift" schrijven, ik ben wel niet de eenige nieuwsgierige, die er wat meer van wil hooren, de Redactie zal het zeker wel willen plaatsen.

Th. Mollen.