Werkzaamheden in September - October.
Nu is het jaar zoo ver gevorderd, dat wij op dit oogenblik ten volle overtuigd kunnen zijn, dat het onder de minder voordeelige moet opgeschreven worden. Wij leefden steeds in de hoop, dat het weder ons gunstiger zou worden, helaas! in die hoop zijn wij teleurgesteld geworden.
Toch mag door de weinige opbrengst van dit jaar ons de ijver niet ontzinken om de meeste zorg te besteden aan een goede inwintering. Is dit bij vasten bouw niet zoo erg moeielijk, bij lossen bouw vordert dit meer kennis en overleg. Voor overwintering kunnen de volken dienen, die reeds den vorigen winter zijn doorgehouden. De oude volken of moederstokken, zij bezitten een jonge koningin. Ook met de voorzwermen kan overwinterd worden, mits de koningin niet te oud is. Een twee à driejarige koningin kan nog wel een winter meemaken.
Bij voorkeur overwintert men echter de nazwermen, omdat die in het bezit zijn van een jonge koningin en van den mooisten bouw. Wat den bouw betreft — als men de keuze heeft — neemt men de korven met het meeste fijn werk of werkstercellen. De vlijt, de arbeidzaamheid van een volk moet geenzins bij de keuze over het hoofd worden gezien.
Wat den noodigen wintervoorraad betreft — die 12 à 15 kilogr. zijn mag — daarbij kan men wel te hulp komen door bijvoederen, hetzij met honing of met suiker. Wil men met suiker het noodige voedsel verstrekken, dan neemt men 3 kilogr. suiker — liefst broodsuiker — en 1 kilogr. water. In deze verhouding doet men het benoodigde in een ketel en kookt dit tot een siroop, na gekookt te hebben, voegt men er — naar gelang der hoeveelheid — eenige scheutjes azijn bij om de kristallisatie te voorkomen.
Het voeren moet in groote porties van 2 à 3 kilogr. geschieden en in de maand September afgeloopen zijn, opdat de bijen de gevulde cellen nog kunnen verzegelen.
Bij lossen bouw kan men door het bijhangen van gevulde ramen den noodigen voorraad verstrekken. De met broed gevulde ramen uit de stokken, die opgeruimd worden, hangt men zooveel mogelijk bij de volken, die overwinterd worden, daardoor zal men met eene grootendeels jonge bevolking den winter ingaan. Bij vasten bouw kan men de volken versterken door er afgetrommelde bijen aan toe te voegen. Het bedwelmen der bijen, hetzij met salpeterlont, of bovist, om ze over te kunnen brengen, is niet aan te raden, ze lijden daardoor veel.
E. J.