VAN OVER DE GRENZEN



Ontwikkelings-geschiedenis der bij.

De honingbij maakt op ons den indruk, dat zij een hooger georganiseerd wezen is — voor duizende en duizende jaren zal zij niet als sociaal insect geleefd hebben en men heeft ons reeds de wegen aangewezen, die bij hare ontwikkeling gevolgd zou kunnen zijn. In „The Bee-Keepers' Review" van l.l. Mei wordt een en ander aangehaald uit een schildering van het leven der bij, die in een Amerikaansch magazijn voorkomt, o. a. lezen wij daar omtrent die ontwikkeling:
't Is wel wis en zeker, dat er een tijd is geweest, dat men alleen maar mannetjes- en wijfjesbijen had.
Het onbezorgde mannetje ging zijn eigen weg en zocht zijn voedsel, trouwde en stierf.
Het zorgzame wijfje voorzag niet alleen in haar eigen onderhoud, maar ook in dat van hare kinderen. Op de eene of andere manier kwamen zij op de hoogte van de voordeelen van samenwerking en precies, zooals de vrouwen nu zeggen: “Wil je de schotels wasschen, dan zal ik ze afdroogen", zeide een wijfjesbij tegen de andere: “Ik wil de moeder zijn, zorgen jullie dan voor het eten. " Het zaakje werd zoo geregeld, en zij namen de darren in den kost.