Internationale Tentoonstelling van Bijenteelt
te 's-Hertogenbosch,
op 9, 10 en 11 September 1902.


(Vervolg van Bladz. 170., nov. )


Van de inzendingen uit België moest de kast van den heer A. GILLET-CROIX, Bertrix, in 't oog vallen, een verbetering van Voirnot, dus een kubus, die op zijn kant staat, warme bouw, de ramen kunnen omgeslagen worden. Het verhoogsel omsluit de twee bovenvlakken van den kubus. Volgens de bij de inzending gevoegde circulaire werd deze kast het vorig jaar te Leuven en Spa bekroond met 1e prijzen als kast met warmen bouw en als een welgeslaagde en praktische uitvinding.
De heer L. VAESSEN-GRUBBEN, Maasbree, had o. a. een boogkorf van Gravenhorst en een Berlepsch-kast ingezonden, die beiden bij de eerste aanwending van den lossen bouw in ons land, een voorname plaats innamen. Verder waren er van dien inzender goedkoopere woningen met lossen bouw, de wanden daarvan waren van geperst stroo met buntgras bekleed. De Regina-kast werd met een 2den prijs bekroond, als goedkoope woning met lossen bouw. Een etage-kast met Duitsche normaalramen behaalde een 3den prijs, maar ‘t is mij niet gebleken in welken wedstrijd deze mededong.

Men krijgt den indruk, dat al mogen in 't buitenland heel wat systemen van bijenwoningen gebruikt worden — wat oude tradities en zeer uiteenloopende toestanden dan ook wel verklaren — de tusschenvormen daarbij toch meer en meer verdwijnen en 't wel niet zoo heel lang meer zal duren, dat ‘t aantal typen minder wordt en de eigenaardige voordeelen van elk type voor bepaalde toestanden ons duidelijk zullen zijn. Herinnert men zich de nationale tentoonstelling te Boxtel in 1900 en gaat men de op deze tentoonstelling uit Nederland ingezonden bijenwoningen na, om ze te vergelijken met 't geen andere rijken inzonden, dan krijgt men den indruk, dat onze bijenhouders een grootere verscheidenheid van materiaal vervaardigen of zich aanschaffen. We kunnen hierbij zeker ons voordeel doen met de langere ondervinding van lossen bouw in ‘t buitenland opgedaan, dat ons in deze afdeeling veel goeds te zien gaf.

Nog deze opmerking:
Te Boxtel werden een Dadant-Blatt en een Berlepsch kast , bekroond, in den Bosch de kast van MORET en een Layenskast. Zou de opinie omtrent die systemen gewijzigd zijn, of zou dit een gevolg zijn van het internationale karakter der tentoonstelling?

Met een woning voor studie en waarneming, no. 27 van het programma, zijn wij, geloof ik, niet veel verder gekomen dan we waren. KELTING's eerste Handelsbijenstand, er waren niet meer dan twee inzendingen, behaalde een 1sten prijs voor een goed afgewerkte kast met glazen wanden, waarop een afdeeling met een viertal secties was geplaatst. Bijvoorbeeld instrumenten om temperatuur bij wasafscheiding en raatbouw; in 't broedruim enz. op te nemen, komen daarbij nog niet voor.

Voor den 28sten wedstrijd was een inzending van de firma GIRAUD FRÉRES, Succrs. te Le Landreau van zeer veel belang en kreeg een 1sten prijs. De bekende Amerikaansche bijenhouder DOOLITTLE heeft een wijze om koninginnen te kweeken in toepassing gebracht, deze methode is geleidelijk verbeterd en in het stelsel Swarthmore is meerdere volkomenheid bereikt. Die samengestelde koninginne-kweekkast is niet in 't kort te beschrijven, de catalogus van de firma GIRAUD FRÉRES, Succrs., geeft daaromtrent meer uitvoerige inlichtingen en nu de heer L. VAESSEN-GRUBBEN, Maasbree, een en ander heeft overgenomen, zal zich de gelegenheid nog wel voordoen om op de koninginneteelt in 't algemeen, op deze methode meer in ’t “Maandschrift” de aandacht te vestigen.

Groep B. van de IV.-Afdeeling omvat het gereedschap, dat verder bij bijenteelt in gebruik is. In den 1sten wedstrijd no. 29, wordt gevraagd naar den meest practischen honingslinger. In den catalogus komen 3 inzendingen voor, buitendien zond ook nog de heer AUG. MEES, Herentals, in.
Behalve in grootte, al naar het aantal ramen, van twee tot vier, dat er mede uitgeslingerd kan worden, en in de wijze, waarop de beweegkracht overgebracht kan worden, levert de bouw van die werktuigen niet veel verschil op.

In den 31sten wedstrijd werd de meest practische pers voor honing en was gevraagd. Bij het door den heer H.A. BEIL, Dinxperlo, ingezondene, zag men ook de reeds van de tentoonstelling te Boxtel bekende pers, die met een 1sten prijs bekroond werd. Een handpersje van den heer AUG. MEES, Herenthals, haalde den 2den prijs.
Om het was van de raten door smelting te verkrijgen en af te scheiden, waren eveneens gereedschappen ingezonden, dat van den heer E. MORET, Tonnerre, een 1ste prijs viel er aan te deel, is zoo ingericht, dat door het aandraaien van een schroef het verwarmde was onder water kan worden uitgeperst.
Andere inzendingen waren de hier bekende toestellen, de heer L. VAESSEN- GRUBBEN, kreeg daarvoor een 2den prijs.

Van verder gereedschap voor de bijenteelt waren er eenige uitgebreide inzendingen, waarvan in den aanvang reeds melding is gemaakt, die te zien gaven wat men tegenwoordig zoo al bij de bijenteelt gebruiken kan, bij die uit Nederland vooral wat men in Duitschland daarvoor vervaardigd. Er was heel wat te zien bij de heeren VAESSEN-GRUBBEN, Maasbree; H.A. BEIL, Dinxperlo, KELTING's eerste Nederlandsche Handelsbijenstand, Santpoort; AUG. MEES, Herenthals (niet in den catalogus vermeld); E. MORET, Tonnerre.
Bepaald nieuw gereedschap was er weinig of niet, de heer H.A. BEIL had een instrumentje, een lang gesteeld fijn lepeltje om de made van de eene cel in de andere over te kunnen brengen, zooals dat bij koninginneteelt ter selectie plaats heeft — overigens kon men bij de meeste van die inzenders de uitvoerige, van vele afbeeldingen voorziene prijscouranten inzien, waarnaar wij dan ook hier verwijzen.

De laatste nummers van de IVe Afdeeling hebben betrekking op het vervoer van levende bijen en honing.
De heer LUCIEN TOLLET, Biez-Grez. (België) verwierf een 1sten prijs; bij de uitgebreide verzameling van E. MORET, Tonnerre, noteerde ik ook een 2den prijs voor een transportkastje voor levende bijen, een 1sten prijs voor een dergelijk voor honing in secties, dat zag er alles heel keurig uit en de daarbij aangebrachte veerende sluiting was zeker wel doeltreffend, maar dergelijk materiaal komt hoog in prijs. De inzendingen van den heer L. VAESSEN-GRUBBEN, Maasbree, werden met een 2den prijs bekroond.

KELTING's Eerste Nederlandsche Handelsbijenstand, Santpoort, ontving voor de ons wel bekende verzameling leermiddelen, het eerste nummer van de Ve Afdeeling, een 1sten prijs, de heer E. MORET, Tonnerre, een 2den. Mag nu bij de verzameling uit Santpoort de bedoeling bestaan hebben om leermiddelen in te zenden, bij den heer MORET waren het toch niets anders dan verkleinde modellen van zijn gereedschap, die in den catalogus ook niet onder No. 37 mededongen.

Tegen de wanden hingen teekeningen en wandplaten, die op bijenteelt betrekking hadden, vooral in de Belgische Afdeeling, waar de heer LEON TOMBU uit Hoei een eervolle vermelding ontving. Ik heb niet gezien, dat de vergroote afbeeldingen van bijen, tentoongesteld door het Central Verein für Bienenzucht in Weenen voor een bekroning in aanmerking zijn gekomen.

Van gedroogde planten op naam, nuttig voor de bijenteelt, No. 39, waren er een 3tal inzendingen. Den 1sten prijs kreeg de heer MONSEUR, Arbre-lez-Ath. Dat kan een zeer mooie verzameling zijn geweest, maar in portefeuilles opgeplakt, was ze toch minder doeltreffend voor een tentoonstelling, waar men toch gaarne de dingen ziet. Daaraan voldeed de overigens ook verdienstelijke verzameling van Mevrouw VAN RIJCKEVORSEL-WESTERWOUDT, Boxtel, beter.

Van afgesneden (versche) bloemen, de 40ste wedstrijd, vinden wij in den catalogus No. 214 genoteerd. Ik heb dat nummer niet gevonden, maar wel de mooie inzending van den heer A. DENUIT, Oisquercq (België). Dat waren de bloemen, die wel overal, waar ze groeien, honingsap af zullen scheiden en waarop de bijen zullen halen, ze stonden daar zoo frisch en verdienden, niet omdat ‘t de eenige inzending was, maar wel omdat ze zoo best voldeden ten volle den 1sten prijs.

Geen lof schiet er bij mij over voor het met den 2den prijs bekroonde nummer 215 van den 41sten wedstrijd: Volledigste inzending van vijanden der bijen op naam. Dit nummer heeft zeker betere dagen gekend, ‘t zou moeite gekost hebben om uit te maken welke dieren ‘t waren en al vond men er vijanden van de bijen, daar zat ook menige droevige figuur, die er nooit toe gekomen zal zijn om ze kwaad te doen, al heeft ze wel eens, waarschijnlijk niet recht op haar gemak, bij een bijenkorf vertoefd.

Wat onder de afdeeling: Ter opluistering gebracht was, heeft weinig ter opluistering bijgedragen. Van boeken was er niet veel te kijk, 't waren vooral nummers van Belgische vakbladen, waarvan de inhoud veel beter voldoet dan 't uiterlijk, ten minste zooals we ze daar te zien kregen. Fijne honinglikeuren en artsenijen, voederbakjes en darrenvallen, ’t was alles ter opluistering en zeker waren daar nog wel beste zaken bij.
No. 223 van den Eerw. heer COBBAUT werd eervol vermeld, dat was de goedkoope kunstraatpers van gips, ook in het „Maandschrift" beschreven. No. 214 van den heer OTTO MENDEN, Keulen, het wapen der stad 's Bosch van was, heeft zeker de aandacht getrokken. De heer J. VAN GIERSBERGEN zond een hefboom in om raampjes te lichten en te ontzegelen. Dat ging keurig, maar ik hoorde van bevoegde zijde de opmerking maken, dat het voor 't deel toch te kostbaar en te zamengesteld gereedschap was.

Nemen wij een zeer ruim overzicht over 't geen de Tentoonstelling te 's Bosch ons te zien gaf, dan heeft Nederland een goede figuur gemaakt met zijn honing en was; België was ons ten voorbeeld met zijne degelijke bijenwoningen; Frankrijk toonde ons 't nieuwere op 't gebied van koninginneteelt. Wij hebben de gegevens om met iets goeds voor den dag te kunnen komen, doen wij ons voordeel met 't geen wij hebben kunnen zien, dan zullen wij al spoedig in de eerste gelederen staan. Wij moeten dan vermijden, wat een fout is geweest bij enkele van onze en bij meerdere buitenlandsche inzendingen; om ons heil te zoeken in zoo genoemde tentoonstellingstukken; waarmede tentoonstellingen worden afgereisd en naar bekroningen wordt gehengeld. De gloed van 't nieuwe slijt daarvan af; het wordt onverschillig aangegaapt, en een groote prikkel tot inspanning verslapt bij de inzenders.

J. C. BOSCH.

----------


Men maakt ons de opmerking, dat de op Bladz. 169 (nov.) vermelde kast van KELTING’s Eerste Nederlandsche Handelsbijenstand niet op eenige ROOT kast gelijkt, die zijn allen gezwaluwstaart en dragen Langstroth of Jumbo-ramen. Dit kastje is niet gezwaluwstaart en draagt het Engelsche standaardraam met verkorte jukken. De afstand wordt verkregen door W.B.C. einden (Middelmaat). 't Gelijkt 't meest op de Cowan-kast met enkele wanden, en onderscheidt zich daarvan alleen door de verkorte jukken en den omkeerbaren bodem, die werkelijk volgens ‘t systeem Danzenbaker is vervaardigd.