VERSLAG over den toestand der
Vereeniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland 1901.


Evenals het vorige jaar kan ook nu met vreugde geconstateerd worden, dat de Vereeniging bloeit. Het ledental toch vermeerderde van 1652 in 1900 tot 1805 in 1901; een vooruitgang dus van 153 leden over de acht provinciale afdeelingen. Jammer, dat sommige afdeelingen in ledental teruggingen: Friesland verminderde met 15 leden, Drenthe met 7, Limburg zelfs met 26 leden (in 1900 met 36). Daartegenover staan de afdeelingen Gelderland-Overijsel met eene vermeerdering van 115 leden, Noord-Brabant met 74, Noord-Zuid-Holland met 4 en Utrecht met 6. Het geheele getal leden is als volgt over de afdeelingen verdeeld: Noord-Brabant 701; Gelderland-Overijsel 420; Limburg 292; Friesland 161; Noord-Zuid-Holland 78; Drenthe 66; het Noorden 46 en Utrecht 26 leden, terwijl 15 verspreide leden bij de Vereeniging zijn aangesloten.

Elke Provinciale Afdeeling is in het Hoofdbestuur vertegenwoordigd door één commissaris, behalve Noord-Brabant, die wegens het grooter aantal leden er twee heeft. Het Hoofdbestuur telt dus 9 leden tegen 8 in het vorige jaar. Als negende lid nam voor de Afdeeling het Noorden zitting de heer EBBINGE WUBBEN te Roden. Wegens bedanken van den heer DINGER als voorzitter werd in zijne plaats als zoodanig gekozen de heer G. baron DE GRANCY te Vucht en in diens plaats tot vice-voorzitter de heer E. SNELLEN te Maastricht. Het Hoofdbestuur vergaderde 6 maal te Utrecht, de zetel der Vereeniging. In deze vergaderingen werden belangrijke zaken besproken en gewichtige beslissingen genomen in zake de bevordering der bijenteelt. Verschillende subsidies voor het oprichten van modelstallen, het houden van cursussen en voordrachten, enz., werden aan de afdeelingen verstrekt en een prijsvraag uitgeschreven omtrent het honinggebruik. Hoewel op deze prijsvraag geen enkel antwoord inkwam, dat waardig was bekroond te worden, werd toch één antwoord zoodanig omgewerkt in overleg met den schrijver, dat er een eenigszins bruikbaar vluchtschriftje uit ontstond om het honingverbruik te vermeerderen. Den schrijver werd f 25.- toegewezen voor zijn moeite.

Nieuwe modelstallen werden opgericht te Beilen, Oosterhesselen, Steenwijkerwold, Lonneker, Bennekom en Santpoort, terwijl aan de bestaande te Oosterwolde, Wieuwerd, Weert, Venray, Gemert en Leende opnieuw de subsidie van f 25.- werd verleend. Uit de ingekomen verslagen over deze modelstallen blijkt overtuigend hunne nuttige werking. Algemeen werden ze veel bezocht, zoowel door vakmannen als door belangstellenden. Die te Leende werd door meer dan 100 vreemde imkers bezocht ! De modelstal te Lonneker genoot geen subsidie, hij werd door de onderafdeeling aldaar uit eigen middelen bekostigd. Deze instellingen dragen zeer veel bij tot de kennis der bijenteelt; jammer, dat de financiëele toestand der Vereeniging niet toelaat voorloopig meer dan twee in elke afdeeling te subsidiëeren.

Cursussen in Bijenteelt werden in den winter van 1900/1901 gegeven te Bennekom met 20 deelnemers door den heer LAKO te Wageningen, en te Rosmalen-Nuland met 25 deelnemers. Deze laatste cursus werd niet door de vereeniging gesubsidiëerd. Ook deze cursussen, waaraan zelfs bejaarde imkers trouw deelnamen, stichtten veel nut.
Op verschillende plaatsen werden door onderscheiden personen voordrachten gehouden over Bijenteelt, o. a. te Teteringen, Beek-en-Donk, Gemert, Boekel, Nieuwkuik, Rosmalen, Nuland, Someren, Asten, Bakel, Breda, Apeldoorn, Diepenveen, Enschedé, Dalfsen, Dieren, Angerlo, Leeuwen, Wychen, Nijmegen, Staphorst, Veenendaal, Woudenberg, Westwoud, Beverwijk, Nietap. Over 't algemeen werden deze lezingen trouw bezocht en hadden ook tengevolge, dat meerderen tot de Vereeniging als lid toetraden. In de Afdeelingen Limburg, Friesland en Drenthe werden geen voordrachten gehouden, althans de verslagen der Secretarissen, voor zoover zij inkwamen, zwijgen er over.
Aan het examen, ook dit jaar te Santpoort, gehouden door dezelfde commissie als het vorig jaar, behalve de heer F.M. BOOT te Valkenswaard, die vervangen werd door den heer H. STASSEN te Geulle, onderwierp zich slechts één candidaat, die ook slaagde, n.l. de heer J.J.L. OPMEER te Bennekom. Het schijnt, dat de lust tot het afleggen van dit examen nog niet groot is.

Behalve plaatselijke tentoonstellingen, georganiseerd en bekostigd door verschillende onder-afdeelingen en die ongetwijfeld haar nut hebben, al is het slechts voor de omgeving om belangstelling te wekken, werd door de Afdeeling Utrecht er eene gehouden te Utrecht, tegelijk met de Landbouwtentoonstelling aldaar. De afdeeling Bijenteelt trok veel bezoek en ondervond veel belangstelling. Voor deze tentoonstelling gaf het Hoofdbestuur eene subsidie van f 75.-. Van het houden van sommige plaatselijke tentoonstellingen kreeg het Hoofdbestuur kennis uit de . . . . dagbladen. Waarvoor is dan ons "Maandschrift" ?
Het Maandschrift der Vereeniging werd weder geregeld den 15den van elke maand aan ieder lid gratis verzonden, en draagt het zijne bij om voorlichting en raad te geven, waar dat noodig is. Als blijk van belangstelling in het streven der Vereeniging schonk haar de Koningin-Weduwe, die bij haar bezoek aan de Tentoonstelling te Utrecht, niet het minst lang vertoefde in de Afdeeling Bijenteelt, en zich daar allerlei inlichtingen liet geven, eene gift van honderd gulden, die dankbaar aanvaard werd.

In drie afdeelingen, n.l. Noord-Brabant, Gelderland-Overijsel en het Noorden werd de honing en was coöperatief verkocht, waardoor aanmerkelijk hoogere prijzen werden verkregen, alleen klaagt men in Gelderland over den geringen afzet van tafelhoning in flesschen, tengevolge van de scherpe concurrentie met. buitenlandschen honing van inferieure kwaliteit. Dank zij den steun der Regeering, die wederom eene subsidie van f 1200.- verleende, heeft de Vereeniging dit alles kunnen doen. Gaarne had zij meer gedaan, maar daarvoor ontbraken haar de middelen, gelijk uit bijgevoegde rekening en verantwoording voldoende blijkt. De inkomsten der Vereeniging hebben in 1901 bedragen f 2871.68 en de uitgaven f 2327.68.

Menige aanvrage om subsidie voor modelstallen, cursussen en voordrachten moest zij tot haar leedwezen van de hand wijzen, omdat haar kas niet toeliet nog meer uitgaven alleen voor onderwijs in Bijenteelt toe te staan. Zal de Vereeniging op den ingeslagen weg kunnen voortgaan, dan is meerdere financiëele steun noodig, daar met het uitbreiden van haar ledental hare behoeften vermeerderen. Zij waardeert daarom zeer de goedgunstige beschikking op hare aanvrage bij de Regeering om de subsidie met f 50.- te verhoogen. Zij zal daardoor steeds beter in staat zijn uitvoering te geven aan het vele, dat zij nog op haar programma heeft staan en dat mede strekken moet om het imkersbedrijf uit zijn verval op te heffen.

B. WIGMAN Algemeen Secretaris-Penningm.
--------------


De Secretarissen der Afdeelingen en Onder-Afdeelingen worden er nog opmerkzaam op gemaakt, dat het bij het vertrek van leden uit hunne Afdeelingen niet alleen gewenscht is om daarvan kennis te geven aan hunne Afdeelingen, maar ook van de plaats waarheen zij gaan, opdat zij in hunne nieuwe woonplaats als lid kunnen worden ingeschreven. Zonder dezen maatregel gaan tal van leden voor de Vereeniging verloren, die er anders niet aan zouden denken om te bedanken. Enkele secretarissen, zeer enkele doen het reeds.