MEDEDEELINGEN.


Maaskant N.B.
»Elck wat wils" mag men wel zeggen van het weder der jongste Junimaand. Liefhebbers van nat en koude konden volop profiteeren van den 1sten tot den 21sten, drie weken lang. Wie er profiteerde, de bijen deden het niet. Het zwermen werd toen zeer vertraagd. Op den 22sten kwam de warmte en zoo was de laatste week van Juni voor het honinggewin misschien de beste van het geheele seizoen. Op den 26sten en volgende dagen werd door goede volken op de heerlijk bloeiende witte klaver dagelijks een kilogr. honing verzameld. Het zwermen was toen nog in vollen gang.

De Provinciale Afdeeling Utrecht heeft een modelstal te Sterkenburg, gemeente Driebergen, bij den heer R. WESTBROEK, die op flinken voet is ingericht. Daarin vindt men gewone ronde boogkorven, een Luneburger korf, Thüringer, Berlepsch en Alberti-kasten, benevens allerlei gereedschap, zooals: honingslinger, gietlampje, raampjesvork, drenkflesschen, opzetkastjes, koninginnekooitjes, materiaal voor honingverzending, enz.

Uit de omstreken van Roermond. In tegenstelling met wat men zoo hoort vertellen uit vroegere jaren, is de bijenteelt hier, evenals elders, sterk achteruit gegaan. Vroeger was het een zeer winstgevende tak van het landbouwbedrijf, thans zijn het op enkele uitzonderingen na meest kleine landbouwers, die er nog eenige stokken op nahouden, meer uit liefhebberij dan om er winst mede te behalen. En door de slechte jaren in den laatsten tijd gaat de liefhebberij er ook al meer en meer uit, men heeft er in het algemeen ook niet veel meer voor over. Steek er geen geld in, hoort men dikwijls zeggen, want, dat zijt ge kwijt.
En zóó is zelfs de nu verlaagde contributie voor het lidmaatschap der vereeniging velen nog te hoog.
De bijen hier kunnen op dit oogenblik goed genoemd worden, maar de heide moet ons den meesten honing geven. Wij willen hopen, dat het dit jaar best gaat, dan komt er zeker wat meer leven in de brouwerij.

De heer C.A.J. van DISHOECK te Bussum, de uitgever van het "Practisch Handboek voor den Bijenteler" van W. SKARYTKA, bewerkt door den heer G.C. SPENGLER, zond een exemplaar daarvan en geschenke aan de Vereeniging. Wij zullen hopen, dat onze uitgever nog gelegenheid vindt om dit berichtje een plaatsje in het "Maandschrift" te geven. Gelegenheid om er nog inzage van te nemen is er niet meer - de eerste indruk moet voor ieder zeer aangenaam zijn.