Werkzaamheden in Augustus/September.


In het algemeen heeft de laatste helft van Juli den ijmker een streep door de rekening gehaald. Weken, die anders voor den honingoogst tot de voornaamste kunnen gerekend worden, zijn verloren gegaan, en door 2 à 3 weken gedwongen binnen zitten, hebben de volken zich op 't broedaanzetten toegelegd, zoodat op menige plaats de zwermen nog weer gaan zwermen. Dit is natuurlijk een krachtversnippering, en voor hen, die hun bijen op de heide hebben, wel dikwijls absoluut verlies van den zwerm, daar men op de heide niet zoo goed over de bijen kan waken.

Reeds nu moet de ijmker zijn aandacht en zorg besteden aan de inwintering. Immers dit geeft de zekerheid, voor zoover dit mogelijk is, voor een goed verloop in het volgend jaar. Wanneer men zijn korven nu naziet, moet men geen koninginnen behouden, die reeds drie zomers hebben meegemaakt, daar gewoonlijk de teeltkracht dan sterk verminderd is. Door oudere koninginnen te overwinteren, stelt men zich ook aan het gevaar bloot, dat de volken moederloos worden. Vindt men om dezen tijd plaatsen geregeld en aan elkaar gesloten broed, dan is dat een teeken, dat de koningin in goeden staat verkeert.
Plotseling kan nu door groote droogte of langdurigen regen de honingoogst afgebroken worden, dit veroorzaakt gewoonlijk het rooven onder de bijen. De vlieggaten moeten dan vernauwd worden. Gewoonlijk zijn de zwakke en moederlooze korven de slachtoffers. Zoo zijn het dan ook vooral zij, die met zwakke volken de heide bezoeken, welke weten te vertellen, dat een of andere kwaadwillige de handen naar zijn bijen heeft uitgestoken, dikwijls wordt deze beschuldiging ten onrechte geuit, zelven zijn ze de oorzaak door daar zwakke volken te plaatsen, waar zich zoo vele sterk en flink bevolkte korven bevinden.

E. J.