Werkzaamheden in Januari / Februari.

"Rust” is nog steeds het wachtwoord op den bijenstand.
Heeft de weersgesteldheid in dezen tijd aan de bijen gelegenheid tot een uitvlucht gegeven, dan lette men, nadat alle weder ingerukt zijn, bijzonder op de vlieggaten. Bijenstokken, die onrustig blijven, langen tijd gonzen en brommen, moeten verdacht worden moederloos te zijn. Na afloop der uitvlucht kan zonder schade de korven omkeeren om zich te overtuigen of er nog genoeg voorraad is, en ze verder eventjes na te zien. Dan verwijdert men het mul, doode bijen, al wat onder den korf ligt.

Daar dit jaar in verschillende streken nog al wat lossen honig in de korven was, zal op den voorraad voedsel moeten gelet worden. Is men door den nood gedwongen een korf bij te voederen, dan zullen bij dezen de slechte gevolgen daarvan altijd blijken. Doch nood breekt wet. De noodvoedering in vasten bouw geschiedt in een matig verwarmd vertrek. Men kan het voeder onder den korf plaatsen, of ook den korf het onderste boven zetten, in den rand in den vorm van een kruisboog twee stokken steken, waarover een doek gespannen wordt, terwijl men honig en raten op het werk legt. Hebben de bijen een voorraadje opgedaan, dan zet men 's avonds den korf weder op zijn plaats.

In lossen bouw hangt men raten met honig bij. Heeft men die niet meer tot zijn beschikking, dan vult men ledige raten met suikersiroop, waarbij een weinig azijn is gevoegd. Zijn de cellen gevuld, dan kan men met dun vloeipapier de raat toedekken.
Verder gebruikt de imker zijn tijd om geschriften over bijenteelt na te zien, om woningen en andere benoodigdheden te herstellen en te vervaardigen.

Moge 1904 voor den Nederlandsche imker een jaar vol geluk en voorspoed, zoowel bij zijn haard, als bij zijn bijenstal zijn.

E. J.