Werkzaamheden April—Mei.


De bezigheid, die aan den imker op het oogenblik de meeste drukte geeft, is voorzeker het voederen. Dit jaar over 't algemeen stellig moeielijker, omdat de honigvoorraad op vele plaatsen gering is. Hij, die niet te veel voorraad heeft, kan zijn toevlucht nemen tot het gebruik van suikerstroop. Men neemt daartoe broodsuiker, die ongeveer een halven gulden per kilogram kost, voegt daarbij ruim dezelfde hoeveelheid water en kookt het tot een stroop in, waarbij men een weinig azijn doet. Dit mengsel kan men lauwwarm voederen, maar 't is beter om half honig, half suikerstroop toe te dienen. Men ziet wel imkers dagen en dagen met voederschotels loopen, eer de bijen een kilogr. bekomen hebben, dan zal men niet veel van vooruitgang merken, het gaat dan per lepel en per dag, terwijl een goede voedering dagelijks ongeveer een kwart kilogr. moet bedragen.

Sommige imkers laten zich eerst door de bijen zelven waarschuwen, zoo lang die nog geen broed uittrekken, meenen zij dat er nog geen gevaar is. Maar wanneer men op dit teeken wacht, komt men dikwijls voor een lijkenhuis te staan, in ieder geval is tengevolge van gebrek aan voorraad broed uitgetrokken, wat volstrekt niet in 't voordeel van 't volk, dus evenmin in dat van den imker is.

Hebben de bijen genoeg voorraad, dan kan men bij slecht weder het voederen staken. Bij het voederen moet men zorgen eerst 's avonds, wanneer de bijen niet meer vliegen, het voeder te verstrekken, om dan 's morgens vóór het vliegen de voederbakjes weer weg te nemen. Doet men dit niet, dan zal men het onplezierige van rooverij ondervinden.
Wordt men gewaar dat de bijen rooven, dan moet men de vlieggaten vernauwen, helpt dat niet, dan moet men het volk, waarbij geroofd wordt, wegnemen en op die plaats één of twee dagen een ledigen korf of kast plaatsen met een sterk rookenden turf er in. Bij goed weder en geringe dracht komt rooverij nog al eens voor.

Behalve het noodige voeder moet men eveneens zorgen voor een gelegenheid, waar de bijen zonder gevaar het noodige water kunnen halen. Een bord of schotel vol kiezelsteenen met een met water gevulde en omgekeerde flesch zal aan de bijen zoo'n gelegenheid geven. In lossen bouw neemt men de overtollige raten weg en maakt het broedruim enger, waardoor de warmte in de kas gebaat wordt, bij toename der bevolking wordt die ruimte geleidelijk vergroot door het tusschenhangen van raten, wat men lang trekken noemt.
't Is nu ook de tijd om honiggevende gewassen te zaaien.

E. J.