Verslag der Algemeene Vergadering der Afdeeling
Gelderland-Overijssel, 4 Augustus 1904 te Tiel.

Deze vergadering werd gehouden ter gelegenheid van de Landbouwtentoonstelling te Tiel, waarop ook inzendingen die op bijenteelt betrekking hadden, gevraagd werden. Ze werd gepresideerd door den heer J.A. HEUFF Ez.; de verdere leden van 't Bestuur, de vertegenwoordigers der Onder-Afdeelingen Tiel, Winterswijk, Bennekom, Wageningen, Dinxperlo, Apeldoorn, Eerbeek, waren ter vergadering.

De voorzitter wijdde o.a. bij de opening een woord van lof aan zijn voorganger, den heer J.H. MOORREES.
Van de op de agenda voorkomende punten stippen wij aan dat tot afgevaardigde voor de Algemeene Vergadering te Enkhuizen werd gekozen de heer J. ESMEIJER, Apeldoorn.

Mr. A.C. VAN DAALEN had de inleiding op zich genomen van: Honiggebruik en honigprijzen. De inleider meent, dat 't niet aangaat om te verlangen dat het honiggebruik zal toenemen en dat 't bevorderd zal worden door allerlei maatregelen van buiten af, of wel door of vanwege de Vereeniging, zoo lang de honigprijzen te hoog zijn om hem tot een consumptieartikel voor algemeen gebruik te maken. Voor extra uitgezochte honigsoorten, voor sectie-honig is geen waarde te noemen, dat zijn luxe artikelen, die ze verlangt, kan ze duur betalen - maar voor zuiveren slinger- of lekhonig is f 0 60 te duur om er een algemeen gebruik van te kunnen verwachten, hij concurreert dan o.a. niet met vruchtenjams, die men voor 27½ cent het ½ kilogr. krijgen kan.
De inleider zou voor dit gebruik een zuiveren honig wenschen, die b.v. 35 cent het ½ kilogr. kost, die men ter markt brengt in eene eenvoudige verpakking, zoodat die kosten niet op de prijzen behoeven te drukken.

Zoo zou men ook kunnen concurreeren tegen knoeisels, die 't binnen- en buitenland in flacons in den handel brengt. De honigverkoopers zullen zich zelven moeten helpen.
De heer Opmeer verwacht alleen heil als de slechte buitenlandsche honig, die voor spotprijzen wordt ingevoerd, belast wordt. Honig, die door den praktischen vakman voor minder dan 60 cent verkocht wordt, is vervalschte honig.
De heer BEIL, die onvoldaan is over 't geen de inleiding hem gegeven heeft, zegt dat er zoo weinig inlandsche honig gebruikt wordt tengevolge van de vervalschte waar, vooral uit 't buitenland ingevoerd. De prijs is niet te hoog, in Bochum betalen gewone arbeiders gaarne 72 cent per ½ kilogr.
In Hamburg wordt honig ingevoerd voor 11 cent per ½ kilogr., door met dien honig te voederen ontstaat de bijenpest, die ook hier te lande zou voorkomen.
Voor minder dan 60 cent kan geen zuivere honing verkocht worden, maar vervalsching is moeilijk aan te toonen, de scheikunde geeft geen zekerheid, daarom heeft men in Duitschland ook nog praktische vakmannen aangewezen, die bij de keuring van raad dienen.

Maar toch zijn er bijenhouders, die hun honig niet af kunnen zetten. Hij had aanbiedingen gekregen, maar durfde er niet aan, omdat er mogelijk, 't kon zijn zonder 't te weten, met vervalschten honig gevoederd was.
De heer ESMEIJER vindt den door den heer van DAALEN voorgestelden prijs te laag, rekent men de verschillende onkosten, dan zou er zuiver 19 cent voor den honig gemaakt worden, dat is te weinig. Goede honig kan goed betaald worden, hij staat in voedingswaarde hooger dan jam. Spreker is als mensch tegen protectie, maar als ijmker zou hij van wat protectie niet afkeerig zijn. Tegen vervalsching moet gestreden worden, hij wenscht een wet tot 't tegengaan van de vervalsching der voedingsmiddelen, en dan aanbeveling van 't gebruik van honig in brochures en door voordrachten.

In zijn antwoord wijst de heer VAN DAALEN er den heer BEIL op, dat mag deze niet voldaan zijn over de inleiding, spreker tevreden is over de levendige belangstelling, die ze opwekte. De meening, die hij uitte is niet die van den heer BEIL, spreker is tegen protectie. 't Doet hem genoegen, dat hij bij den mensch ESMEIJER steun vindt - die den imker ESMEIJER wel tot beter inzicht zal brengen - overigens is 't hier de plaats niet om over protectie uit te wijden. Hij heeft niet 't voorrecht om aan arbeiders te Bochum voor 72 cent honig als dagelijksch voedsel te kunnen verkoopen en dat zullen de meesten wel met hem missen.

Door coöperatie kunnen de kosten aan tusschenpersonen vervallen. Voor een wet tot wering van vervalsching van levensmiddelen voelt spreker veel, maar de tegenwoordige politieke verhoudingen doen hem vreezen dat er zooveel tijd zal verloopen eer we daartoe komen, we zullen intusschen de handen uit den mouw moeten steken.
De heer WIGMAN wijst op de honigvervalsching, die in 't binnenland voorkomt, zelfs bij raathonig, door het voederen der bijen met suiker.
De heer BEIL noemt allen honig onvervalscht, die door de bijen bereid is, onverschillig waaruit. Hiertegen wordt van meerdere zijden geprotesteerd.

Na 't sluiten der discussie wordt een voorstel gemaakt van den wensch van den heer ESMEIJER in zake een wet tegen de vervalsching van levensmiddelen, dat als punt ter behandeling op de Algemeene Vergadering zal ingezonden worden.

De heer ESMEIJER vraagt nog of 't Hoofdbestuur besloten heeft tot uitgave van een ander blad? of er eene andere organisatie komt? Wat verstaat de Vereeniging onder honig in raat, ook dien met kunstraat?

De heer VAN DAALEN antwoordt, dat wegens geldgebrek geen ander blad uitgegeven kan worden; de wijziging der statuten is bij 't Hoofdbestuur ingediend, de vraag omtrent honig in de raat is een uitstekend punt om in 't "Maandschrift" te behandelen.
De heer ESMEIJER neemt op zich om eene desbetreffende vraag in te dienen.

Na de vergadering werd de modelstal der Onder-Afdeeling in den Pomologischen tuin bezocht en de tentoonstelling, waar de bijenteelt vertegenwoordigd was door een inzending van den heer ESMEIJER uit Apeldoorn en door die van den heer J.A HEUFF te Tiel, deze laatste grootendeels ter opluistering.