Maak geen bijen dood in 't najaar, is den heer M. v. d. Meer te Beek ("Maandschrift" 1904 bldz. 173) en den heer J. R. te B. (zie "Maandschrift" 1904', bldz. 183) slecht bekomen. Hun meening is, dat die oude bijen 's winters wel honing gebruiken, maar in 't voorjaar niet meer halen, dan onnut zijn en dood gaan voor de goede dracht begint.
De heer Tukker Jr., zegt (,, Maandschtift" 1904, bldz. 184), dat 't komt omdat de proeven niet goed genomen zijn.
Wij lezen daar, dat hij aan de volken, die opgeruimd worden, het broed ontneemt en aan de opzetters geeft. De bijen van die volken komen, zooals daar nader aangegeven is, in een opzet met ledige ramen boven die opzetters, welke zoo sterk van bijen en broed voorzien worden en nog flink wat verzamelen kunnen. Dat lijkt ons allemaal best maar hiermede wordt naar onze meening de vraag niet opgelost: of 't voordeel oplevert om die bijen, al hebben ze dan ook in 't laatst van 't seizoen een goeden voorraad honing verzameld, nog gedurende den winter in 't leven te houden? Is de bewering van de heeren M. v.d. MEER en J. R. waar, dat ze in 't voorjaar niet meer halen en spoedig dood gaan, dan zou 't toch zonder nut zijn om ze den winter over te houden, wat natuurlijk altijd nog honing kost.
De heer TUKKER maakt de koninginnen dood, zeker omdat ze hem van geen nut meer zijn, maar waarom dan ook later niet de oudere bijen?
Ik hoop, dat de heer TUKKER zoo vriendelijk zal zijn om eens te vertellen hoe hij over die oudere bijen denkt, of hij bepaald weet, dat die hetzij 's winters in den stok, hetzij als de dracht in 't voorjaar begint, inderdaad van nut zijn? Ik zag geen kans om deze vraag voor de Vragenbus pasklaar te maken en laat gaarne aan de Redactie over onder welke rubriek zij ze wil brengen, ik heb een beetje hoop, dat ook anderen ze wel van belang zullen vinden.

Th. Mollen.