MEDEDEELINGEN.



Uit de omstreken van Roermond.
Op 23 Januari bij een warm zonnetje hebben de bijen hier een gewenste reinigingsvlucht kunnen houden. Tot nu toe hebben ze zich zeer goed gehouden en betrekkelijk weinig opgeteerd, wij kunnen dan ook gerust de nog komende dingen tegemoet zien.

In "De Bieënvriend" (België) van December 1.1.. komt een artikel voor over "Bieënteelt in Nederland", waarin met waardeering gesproken wordt over het werken der "Vereeniging." In het zoo bij uitstek practische blad de "Leipziger Bienen Zeitung" van 1 Januari wordt het artikel van onzen medewerker, den heer F.C. van BRUSSEL over "De werking van hard water op gesmolten was" overgenomen.

Ontvangen prijscouranten van de Naamloze Vennootschap Kelting's Eerste Nederlandsche Handels-Bijenstand, Santpoort.
De bekende prijscourant met een menigte illustraties en allerlei nuttige wenken. Een nieuw nummer is de veel verbeterde Dadant Blatt kast met boven vliegat (syst. Richard.)

De Afdeeling Noord- en Zuid-Holland is op 't einde van 1904 eene Afdeeling rijker geworden, namelijk Naaldwijk en omstreken. 23 Dec. 1.1. werd onder leiding van het Bestuur der Provinciale Afdeeling eene openbare vergadering te Naaldwijk gehouden, waarin als sprekers optraden: de heer A.A. NEEB, Rijkslandbouwleeraar voor Zuid·Holland te Dordrecht, en de heer G.L. GLASER, bijenhouder te Loosduinen. Beiden bespraken de bijenteelt in 't algemeen, 't honinggewin. De heer NEEB stond langer stil bij de bestuiving der bloemen, wees er op, dat in 't Westland veel planten voorkomen, wier bloemen door bijen bezocht worden, zooals: komkommers, meloenen, boonen, paardebloemen, witte klaver, vruchtboomen, vooral appelen, wilgen, onkruid, waterplanten en is van meening dat 't Westland een voldoend rijke bijenweide aanbiedt, voor het met vrucht drijven der bijenteelt. Om dit met juistheid te bepalen, moet men echter goed op de hoogte zijn van den plantengroei eener omgeving.
De heer GLASER, die langer den lossen bouw besprak, deelde den uitslag mede van door hem genomen proeven inzake den invloed der bijen bij de bevruchting van perzikboomen. Wij nemen dit over uit de Westlandsche courant van 28 Dec. waarin wij lezen: In Februari plaatste hij een kast met bijen in een warme en in een koude perzikkas, bij den heer FLINTERMAN te Loosduinen. De bijen bevlogen de bloemen druk en de vruchtzetting was bovenmatig rijk en verbaasde een ieder. Ook een pruimeboom in de kas deelde in deze rijke dracht. Spreker meent, dat het groote nut van bijen bij de kascultuur niet ontkend kan worden.
Geruimen tijd werd deze bijeenkomst ook bijgewoond door den Directeur-Generaal van Landbouw.

Sedert de laatste opgave zijn voor de Bibliotheek der Vereeniging aangekocht:

BÜCHTING (ADOLPH), Bibliographie für Bienenfreunde. Adolph BÜCHTING. Nordhausen, 1861.
CHRIST· Annweisung zur nützlichster und angenehmster Bienenzucht, etc. Leipzig.
Friedrich Fleischer, 1841.
CHRIST (J.L.) Algem. theoret. prakt. Wörterbuch über die Bienen und die Bienenzucht. Frankfurt, 1805
GERSTUNG (H.) Der Bien und seine Zucht. 2de druk. Osmanstedt. F. Gerstung
GIRDWOYN (Michel) Anatomie et physiologie de l'abeille. Paris. J. Rothschild, 1876.
De kunst om met voordeel bijen te houden. Naar het Hoogduitsch door B. Meijlink. Deventer, 1817.
Nouvelle construction des ruches de bois, over la façon d'y gouverner les abeilles, inventée par M. Palteau, et l'histoire naturelle de ces insectes. Metz, 1756.
NEEDHAM. Nature et économie des mouches à miel, etc. Bruxelles, 1780. Overdruk.
SWAMMERDAM (J.) Bijbel der nature, enz. Leijden, 1737/1738