TENTOONSTELLINGEN.



Deze zijn een zeer geschikt middel om de bijenteelt te bevorderen, maar zooals ze hier in den laatsten tijd gehouden zijn, stichten ze weinig nut. Want stel je nu eens een tentoonstelling van paarden en rundvee voor, waar men wat paardentuig, melkgereedschap, enz. te zien krijgt en geen paarden of runderen, wat zou men daarvan zeggen?

En zoo gaat het juist, op een paar uitzonderingen na, op al onze bijententoonstellingen. Men ziet daar een aantal prachtig beschilderde kasten, bovendien wat honing en was, verder een massa snorrepijperijen, maar het voornaamste: de bijen en hoe ze in verschillende woningen gehuisvest zijn, krijgt men niet te zien. Men kan m.i. voortaan op landbouwtentoonstellingen de afdeeling bijenteelt wel achterwege laten, als men geen plaats weet te vinden, waar ook bijen tentoongesteld kunnen worden.

Naar mijn bescheiden meening zouden tentoonstellingen met het meeste succes gehouden kunnen worden op bijenmarkten, b.v. tijdens de markt te Veenendaal, waar jaarlijks p.m. 2000 stokken worden aangevoerd, waaronder geen enkele met lossen bouw. Daar zou men met den lossen bouw kennis kunnen maken, want wil men met voordeel bijen houden, dan zal het toch daar heen moeten.
En wanneer er dan prijzen worden uitgeloofd voor de goedkoopste en doelmatigste woning met lossen bouw, met bijen bezet, dan zou de losse bouw meer belangstelling vinden. Volgens mijne meening moet een bijenwoning, zal ze meer algemeen ingang vinden, aan de volgende voorwaarden voldoen: Goedkoop, gemakkelijk om mee te reizen, goed om in te overwinteren en te vervaardigen door elken imker, die een goede strookorf kan maken.

N. Hooikaas, Zuilichem.