DE HOOGTE VAN 'T VLIEGGAT.



De honingoogst is afhankelijk: 1o. van de weide, 2o. van de bijen. 3o. van den ijmker, eerst 4o. van den honing.

De groote opbrengst, welke ds. RICHARD te Amsterdam kreeg, had hij o.i. niet tengevolge van, maar ondanks 't hoog aangebrachte vlieggat. De weide was goed (suikerfabrieken), de volken waren sterk (Dadant-Blattkasten) en aan ijmker-ervaring zal 't ds. RICHARD niet ontbreken.
De theorie, gesteund door 'n vijfjarige praktijk, eischt 'n krielgat onmiddellijk boven den bodem. 'n Hoog geplaatst vlieggat kost den bijen bij 't reinigen van de bodemplank tijd en arbeid. In vele gevallen zal de bodem zelfs niet schoon gemaakt worden voor de bijentros die genaderd is. Maar dan kan 't te laat zijn, wijl 't spinsel van de larve der wasmot dan elke reiniging in den weg kan staan. De vuile bodem wordt zoo dubbel nadeelig.
Als 't volk niet al te zwak is, wordt bij 'n laag geplaatst krielgat de bodem steeds gereinigd. Zeg niet, mijn bodem is los en 'k maak hem zelf schoon. Wie weet of ge morgen den bodem niet aan de romp der kast moet bevestigen. 't Broednest strekt zich steeds in de nabijheid van 't vlieggat uit.

'n Hoog geplaatst krielgat geeft aanleiding tot 'n hooggeplaatst broednest, tot uitbreiding daarvan naar boven ten koste van de honingruimte en dus ook ten koste van den voorraad, die zooveel mogelijk boven 't broednest wordt geborgen.
Warme lucht stijgt omhoog. 'n Hooggeplaatst vlieggat heeft dus 'n snellere ontwijking der warmte en 'n minder gelijkmatige temperatuur ten gevolge dan 'n laag geplaatst vlieggat. Vooral in den winter en 't voorjaar kan dit nadeelige gevolgen hebben.
Maar ook in den zomer, wijl op sombere dagen en in koele nachten de temperatuur in de honingkamer zoodanig verlaagd kan worden, dat de bijen haar verlaten, vooral als zij met secties gevuld is en de kast niet kokend vol bijen is.
Op heete dagen is 'n hoog geplaatst vlieggat uitmuntend geschikt voor luchtverversching. Maar ook 'n laag geplaatst krielgat voorziet in de behoefte, als 't maar breed en hoog genoeg is. 'n Hooggeplaatst vlieggat brengt wel is waar de honingkamer dichter bij de buitenwereld, maar bespoedigt daarom niet 't opbergen van den geoogsten honing. Immers niet de vlieg- doch wel de huisbijen zijn daarmee belast. Bewijs wordt desverlangd nader geleverd.

'n Beroep op de plaats van 't vlieggat in onze niet deelbare strookorven gaat niet op, hoewel wij toestemmen, dat daar onder zekere omstandigheden 'n hooggeplaatst vlieggat wenschelijk kan zijn.
De hoogvliegers mogen nu theorie tegenover theorie stellen.
Niets zal ons aangenamer zijn.

F.C. VAN BRUSSEL, 19 Febr. '05.