Cijfers moeten er zijn!


Er kan heel wat gepraat en geschreven worden over 't nuttige en belangrijke van een zaak, maar cijfers moeten we hebben, omdat gepraat en geschrijf op pooten te zetten. In de bijenteelt zijn die zeer schaars te vinden. Wat kost 't om bijen te gaan houden? Wat leveren de bijen ons op? zijn vragen, die men dikwijls hoort, maar die heel moeilijk zijn te beantwoorden, in bijzondere gevallen om vele redenen, maar in alle gevallen om de groore reden, dat we geen cijfers hebben.

De redactie stelt dan ook zeer op prijs, als ze haar door mannen van de praktijk worden toegezonden en geeft gaarne een plaats aan de volgende:


In 1904 werd er per stok bruto 58 K.G. verkregen.
In 1905 . 59½ K.G.
De heer M. BRUIJNEN, Helden (Limburg), merkt nog op dat hij 2 boogkorven, verder ronde korven heeft, dat zijn bijen niet vervoerd worden, en wenscht ten slotte aan zijn mede ijmkers een gezegend honigjaar in 1906 toe.

Wanneer wij een goede voorstelling hebben van de opgegeven cijfers dan begon de heer B. in 1902 met een zwerm, waarvan de waarde gesteld wordt op f 3.91, maar die opgevangen werd en waarvoor wel niets uitgegeven zal zijn, dat was winst.
In 1905 waren er 12 opzetters, die op f 50,55 geschat worden, maar in die jaren waren 7 volken aangekocht voor f 26,37 dat geeft een winst van:


De heer B. noteert nog 108 K.G. werk en honig om te voeren, ter waarde van f 76.77. Is 't zaakje in den zomer van 1902 begonnen, dan moeten we de rekening ook door laten loopen tot in den zomer van 1906, de honig is dan opgevoederd. 't Werk is er nog wel, maar we laten hier de kans buiten rekening, dat er volken niet of veel verminderd den winter door komen, 't is wel mogelijk, dat 't een tegen 't ander opweegt.
Zoo bekeken zou men na verloop van 4 jaar een waarde van circa f 50,- kunnen hebben, waarvoor men maar een f 20,- had behoeven uit te geven, en met een beetje voorspoed komen dan de vette jaren.

Iemand, bij wien een zwerm aan komt vliegen; die dan met hart en ziel met zijn bijen in de weer is, zal daar een voordeelige liefhebberij aan hebben. Zou men nu door 2-, 3- of zooveel maal meer zwermen op te zetten, ook 2-, 3- of zooveel maal meer kunnen verdienen? Was dat waar, dan reden we allen in automobielen met warme pelsen aan naar de vergadering te Utrecht! Hierboven is sprake van een liefhebberij, waarbij geen rekening gehouden is met arbeidsloon, slijtage van materiaal, renten enz. Dat moet bij een groot bedrijf zeker gedaan worden en we hopen dat we van die zijde, en altijd door van vele andere zijden, cijfers te zien zullen krijgen, want cijfers moeten er zijn, dan krijgt de bijenteelt de plaats, die ze behoort in te nemen.