Brievenbus
M. de R. Het artikel ,,De bakens verzet”, bld.z. 47 van den loopenden jaargang (mrt 1906), heeft de meeste, rustig voortdommelende, vaste-bouw-ijmkerswellicht wat doen opschrikken; sommigen klonk het misschien als een alarmkreet en .... geen enkele intusschen zien we zijn strookorven verbranden!
Twee gewichtige bezwaren weerhouden m.i. de meeste vaste-bouwers, van 't aanschaffen van kasten. De betrekkelijk hooge prijs van mobielwoningen en de talrijke mislukte proeven bij 't ijmkeren naar de nieuwe methode. Een uitgaaf van 100 à 150 gld. voor slechts 'n tien- of vijftiental bijenwoningen, is voor zeer velen, vooral na de jongste ongunstige ijmkerjaren, een onoverkomelijk bezwaar.
Dan de mislukte proeven. Die en die hebben 't met kasten beproefd en 't haalde immers niets uit!... Het moge vreemd schijnen en sommige collega's misschien een medelijdend lachje ontlokken; ’n stabilist-ervaring met kasten, toch waag ik het te zeggen, dat ik uit eigen ervaring een drietal zoo'n gevallen ken. Een bekwaam, flink ijmker ging kasten aanschaffen, nu reeds zoowat tien jaar geleden. 't Waren lange, lage kastjes met tien raampjes en warmen bouw. In 't begin ging het uitstekend; flinke zwermen werden erin geschud, die de raampjes vol bouwden. Natuurlijk wilde men ze ook overwinteren en aan honig ontbrak het niet. Maar de volgende lente bleken meer dan de helft der kastvolken gestorven in de enkelwandige onbeschutte kasten; wellicht door de koude. Nu werden ze nog 'n paar jaren 't meest ’s zomers gebruikt en ten slotte allen en voorgoed opgeruimd.
Een ander ijmker, een zeer ontwikkeld man, ijmkert sedert vijf jaren in ronde korven, boogkorven en gedeeltelijk in kasten van rationeel systeem en deze verklaarde me nog den vorigen herfst onomwonden: "ik voor mij, ben nog altijd niet van 't groote nut van den mobielbouw overtuigd. "Nog een ander, een mijner beste ijmkervrienden, die ook al eenige jaren met 'n paar kasten van verschillend systeem proeven nam en evenals de twee bovengenoemde, me dikwijls welwillend de kastdeurtjes ontsloot, zei me: een kast is een mooie graadmeter om te bepalen of en hoeveel de bijen halen, maar anders ...."
Zeker, het is een feit, dat een goed vaste-bouwer daarom nog niet direct een goed mobilist wordt en zijn mobiel-proeven gewoonlijk onoordeelkundig zijn te noemen. Toch werken dergelijke voorbeelden ontmoedigend op den beginneling-mobilist, die als in 't duister tastend, niet weet welke kast hem in zijne streek nu eenmaal 't best zou passen. In 't "Maandschrift" werden reeds verschillende kasten, als de Diagonaalkast, de Magazijn-kast, de Amerikaansche kast, de Dadant-Blatt, de Dzierzons-kast, de Danzebaker, de Heddon-kast, enz. uitvoerig besproken en telkens, na lezing van zoo’n artikel, meent de een of ander vastebouwer, ja, die moet ik misschien nemen.
Goed, men bestelt zoo'n kast, die wellicht voor de streek zijner inwoning volstrekt ongeschikt is, sukkelt er eenigen tijd mee, wijzigt en verbetert(?) ze soms nog en .... wordt ten slotte verstokt anti-mobilist!
Flinke voorlichting van bevoegde zijde zou in dergelijk geval zeer nuttig zijn geweest.
Een kast van zeker systeem zal bijv. uitmuntend voldoen in kleistreken met voortdurende dracht, van de vroege wilgenkatjes in Maart-April, tot de honigrijke ijmatbloempjes in September.
In zandstreken met alleen zomer- en najaarsdracht, zou men intusschen een geheel ander soort behoeven. Kon en wilde men nu kasten leveren, tegen billijken, zoo laag mogelijken prijs, van degelijke practische bereikbaarheid en passend aan de verschillende toestanden en honigweiden, men zou der vaderlandsche bijenteelt 'n gewichtigen dienst bewijzen. Dan zou men, wellicht ook niet eerder, de vaste-bouwers in massa tot den mobiel-bouw kunnen bekeeren. Daarom voorlichting, maar van bevoegde zijde. Wie schrijft ons nu eens zoo’n wegwijzertje in het Maandschrift? In schier elk der vorige jaargangen wordt een of andere kast aangeprezen; och, hadden we eerst maar "normaalkasten"! Zouden we het den heer wandelleeraar niet eens mogen aanbevelen? Dankbaar waren zeker alle vaste-bouwers die wel kasten zouden willen aanschaffen, maar steeds weifelend, niet weten welke te nemen.
W.A. Otten