De Afdeeling Bijenteelt op de Tentoonstelling
te Beverwijk 28-31 Augustus.


28, 29, 30 en 31 Augustus werd te Beverwijk de tentoonstelling van de ,,Hollandschen Maatschappij van Landbouw" gehouden, waaraan de ,,Vereeniging voor Bijenteelt'' een bijdrage had verleend van f 25.-, de ,,Afdeeling Noord- en Zuid-Holland" eene van f 35.-.

Wij hadden ons van de bijenteelt op deze tentoonstelling nogal wat voorgesteld en 't viel ons tegen. Niet door den aard der inzendingen, maar wel door 't zeer kleine aantal der deelnemers - niet meer dan drie. Hoe komt dat nu, die tentoonstellingen van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw zijn belangrijk genoeg. Beverwijk, in zoo'n volkrijke omgeving, heeft goede verbindingen, op een talrijke opkomst van kijkgrage, koopkrachtige bezoekers kon wel gerekend worden.

De Afdeling Bijteelt schijnt in den lateren tijd alleen maar in aanmerking te komen voor een paar handelaren uit die onmiddellijke, ten minste niet te verre omgeving, die dan later, wel verdiend, maar niet moeielijk verdiend, aan hun lange lijst van bekroningen weer een strookje kunnen hechten.
De jury-leden hadden dit maal geen zware taak - medailles waren er voldoende en de kwestie van I of II was niet te moeielijk uit te maken.

De N.V. ,,Kelting's Eersten Handelsbijenstand'' te Santpoort had bepaald goede inzendingen en verwierf dan ook een vijftal eerste prijzen. De "Bijenstand de Bij" te Breukelen had evenzoo goede inzendingen, maar we hebben haar met aantrekkelijker uitstalling op andere tentoonstellingen gezien, we zouden haast zeggen: men had zich wat meer moeite kunnen geven. 't Stond alles, ook de levende maar opgesloten bijen, uit Santpoort en van den heer J.J. de Wilde uit Heemskerk, die niet heel makkelijk te zien waren, eendrachtig bij elkaar - 't was er niet ruim, ‘t was er warm, maar 't ging toch alles rustigjes: "daar heb je bijen," "dat's nou honing”. Een enkele, maar een heel enkele bijenvriend, zal er wat ernstiger op ingegaan zijn, een deksel van de kasten hebben genomen, de boeken en tijdschriften van "de Bij'' hebben bekeken, maar 't was er rustigjes. Bijenhouders hebben net als jagers zoo hun verhalen, maar 't is er daar niet toe gekomen.

Op 't programma kwam een vraag voor naar met honing bereide gerechten, enz. De "Bijenstand de Bij" schijnt wel plan gehad te hebben om daarop in te zenden, maar is er niet toe gekomen. Dat spijt me, ik vond 't een aardige vraag, maar nu achteraf, nu er zoo niets was, heb ik toch wel eens gedacht dat b.v. een honderd jaar geleden de huisvrouwen den honing zeker voor smakelijke gerechten gebruikten. Waarom hebben ze dat laten varen? Was 't, omdat suiker en andere producten hem zoo best konden vervangen? Is dit zoo, dan zal hij die plaats wel niet meer heroveren. Nu men 't betere kent, laat men ‘t goede rusten.

Veel te vertellen valt er van 't ingezondene niet, ‘t was alles meer gezien, iets nieuws was er niet bij, 't zag er over 't geheel goed uit. Rustig hebben de inzenders hunne bekroningen verworven. Veel gloed zit er in zoo'n tentoonstelling niet - ik heb er nu in soorten gezien - we moesten er nog eens een kunnen hebben, als die te Boxtel, die was van de bijentelers uitgegaan, daar zat wat in.

J.C. BOSCH, Wijk a/Zee. Sept. 1906.