JAARVERSLAG OVER 1905


Het jaar 1905 moet voor onze Vereeniging geboekstaafd worden als een der merkwaardigste jaren. Niet zozeer om het honinggewin, dat slechts middelmatig mag genoemd worden en zeker verre bleef beneden het overvloedige gewin in 1904, maar wel om de reorganisatie, die de Vereeniging dit jaar onderging door wijziging harer Statuten, waarop al zoolang was aangedrongen.

Leeraar. Bovenal echter door de vervuiling van den lang gekoesterden wensch der leden om een eigen leeraar der Vereeniging te hebben, die overal met raad en daad de imkers kon ter zijde staan. Dankzij de bemoeiingen van het Hoofdbestuur, werd de Regeering bereid gevonden de subsidie voor de aanstelling van een zoodanigen leeraar te verdubbelen en van f 1200.- op f 2400.- te brengen. Dadelijk na deze toezegging nam het Hoofdbestuur de noodige maatregelen om de benoeming van een leeraar door de Algemeene vergadering met den meesten spoed te doen geschieden.
Uit de sollicitanten, die in het bezit moesten zijn van het Diploma der Vereeniging werd met groote meerderheid van stemmen in de Algemeene Vergadering van 18 Mei benoemd de heer L. VAN GIERSBERGEN te Berlicum (N-B.) op een jaarwedde van f 900.- en vergoeding van reis- en verblijfkosten. Bepaald werd, dat de benoemde reeds 1 Juli in functie zou treden en tot standplaats hebben Wageningen.
Hoewel de benoemde dus nog slechts een half jaar in functie is geweest en het voorbarig zou zijn nu reeds over zijn arbeid een oordeel te vellen, mag toch met vreugde geconstateerd worden, dat de keuze van de Algemeene Vergadering een gelukkige is geweest. In den korten tijd van zijne werkzaamheid in een betrekking, die voor den benoemde totaal vreemd was, heeft de heer VAN GIERSBERGEN zich een ijverig ambtenaar betoond die door zijn humaan en beleidvol optreden spoedig het vertrouwen der imkers wist te verwerven. Met groote tevredenheid heeft èn de Vereeniging, èn het Hoofdbestuur zijn arbeid dit halfjaar gadegeslagen en naar onze bescheiden meening mag de Vereeniging zich gelukkig achten, zulk een ijverig en practisch ambtenaar aan zich verbonden te hebben. Van zijn arbeid en streven mag zij met alle recht de schoonste vruchten verwachten.

Statuten. In de tweede plaats was 1905 voor de Vereeniging een merkwaardig jaar, omdat de lang verbeide wijziging der Statuten tot stand kwam. Dit belangrijk werk heeft in zijn voorbereiding aan het Hoof bestuur veel tijd en zorgen gekost, inzonderheid aan de heeren DINGER en van DAALEN, die zich met de opstelling van de nieuwe Statuten en het daaruit voortvloeiende nieuwe Huishoudelijk Reglement welwillend belastten.
In meer dan ééne Hoofdbestuursvergadering zijn de aangeboden ontwerpen behandeld en gewijzigd, voor zij in druk ter bespreking aan de Afdeelingen konden worden toegezonden. In de Algemeene Vergadering van 18 Mei werden de Statuten met enkele wijzigingen in de ontwerpen aangenomen en in de Algemeene Vergadering van 9 November eveneens het Huishoudelijk Reglement.
Voor beide werd bepaald, dat zij 1 Januari 1906 in werking zouden treden. Voor de vele bemoeingen, die de Oud-Voorzitter der Vereeniging, de heer DINGER, in dezen zich welwillend had getroost, zoomede voor het vele, dat hij én als Voorzitter der Vereeniging, én als Commissaris der afdeeling Gelderland-Overijssel in het belang der Vereeniging had verricht, werd hij met applaus benoemd als "Lid van Verdienste." Betreurd werd ten zeerste, dat de particuliere werkzaamheden den heer DINGER verhinderden lid te blijven van het Hoofdbestuur.

Hoofdbestuur. Het Hoofdbestuur vergaderde in den loop van het jaar vijfmaal en wel op 24 Maart, 18 Mei, 8 Juni, 10 Augustus en 9 November. Behalve de Vergadering van 10 Augustus, die ter gelegenheid van de tentoonstelling, waarvoor de Vereeniging f 25.- subsidie toestond, te Wolvega werd gehouden, hadden de vergaderingen plaats te Utrecht.
In de samenstelling van het. Hoofdbestuur kwam een kleine wijziging door het bedanken van den heer REIJNE, Commissaris der afdeeling Noord- en Zuid-Holland. In zijn plaats werd door die afdeeling benoemd de heer F.C. VAN BRUSSEL. Daar van alle vergaderingen een beknopt verslag werd opgenomen in het "Maandschrift", behoeft te dezer plaatse niet worden stilgestaan bij de zaken, die er werden behandeld.
Zooals reeds gezegd; was de hoofdschotel de herziening Statuten en van het Huishoudelijk Reglement, zoomede de vaststelling van een instructie voor den Wandelleeraar. Ook werd in een dezer Vergaderingen de Redacteur, die als zoodanig op 1 Januari 1906 moest aftreden, weder herbenoemd. Met het oog op de keuze van een nieuw Hoofdbestuur als gevolg der nieuwe Statuten, meende het Hoofdbestuur de benoeming slechts voor één jaar te moeten doen, dus tot 1 Januari 1907.

Examen. Ook in 1906 werd gelegenheid gegeven om examen af te leggen ter verkrijging van het Diploma der Vereeniging. Er meldden zich 6 candidaten aan, die allen opkwamen. Van elk der candidaten werd een storting van vijf gulden geëischt. Welk bedrag hun zou worden teruggegeven, als zij zich aan het examen onderwierpen. Deze bepaling werd gemaakt om te voorkomen, dat zij, die zich aanmeldden, klakkeloos wegbleven, zooals vroeger gebeurde en natuurlijk geld kostte aan de kas der Vereeniging. Dat de maatregel gunstig heeft gewerkt blijkt wel hieruit, dat allen, die zich aanmeldden, ook opkwamen. Van de 6 candidaten slaagde slechts één, nl. de heer R. TUKKER uit Breukelen. Leden der Examencommissie waren de heeren Dr. H. Bos, L. van GIERSBERGEN en B. WIGMAN te Wageningen. H. STASSEN te Gronsveld en T.C. HOOTSEN te Hoevelaken. Als voorzitter fungeerde Mr. A.C. VAN DAALEN te Bennekom, lid van het Hoofdbestuur. Het examen, dat twee dagen duurde, werd afgenomen te Bennekom en aan de Modelstalhouder aldaar, die de commissie onverplicht ter zijde stond, werd een gratificatie van f 10.- door het Hoofdbestuur verleend voor zijn bewezen diensten.

Afdeelingen. De klacht in ons verslag over 1904, over de onvoldoende samenwerking tusschen sommige Afdeelingen en het Hoofdbestuur aangeheven, moeten wij tot ons leedwezen thans herhalen. De inzending der verslagen, het afdragen van het quotum, de opgaven elke maand van de mutaties in de ledenlijst, zoo dringend noodzakelijk voor eene goede verzending van het "Maandschrift", alles komt veel te laat of erger, heel niet. Klaagden wij in het vorig jaar over een Afdeeling, die eerst in Juli de benoodigde verslagen over Afdeeling en Modelstallen inzond thans was er een andere Afdeeling, die zich blijkbaar van de klacht weinig heeft aangetrokken. Zij toch zond eerst, en dan op herhaalden aandrang, die stukken in de eerste helft van November 1906. Gelukkig staan tegenover de laakbare lakschheid van sommige Afdeelingen andere, die in alles met prijzenswaardige correctheid handelden en het werk van ondergeteekende zeer vergemakkelijken. 't Is te hopen, dat de nieuwe statuten vooral ook in deze verkeerde gewoonten verbetering zullen brengen, en dat de Afdeelingen, die de schoen passen, zullen rekening houden met de toepassing van Artikel 3 van het Huishoudelijk Reglement.

Modelstallen. Het aantal modelstallen verminderde met 3 wegens opheffing te Wiewerd, te Smilde en te Beilen. Voor dit jaar werd een subsidie verleend aan de Afdeeling Gelderland-Overijssel voor inrichting van een Modelstal te Wilp. De Modelstal van de Afdeeling Limburg werd verplaatst van Weert naar Schinnen, terwijl klachten inkwamen uit Winterswijk over willekeurige verplaatsing van den Modelstal aldaar. Over 1905 werden dus nog 11 Modelstallen gesubsidiëerd. Over den toestand der meeste valt niets te zeggen, omdat geen rapport er over inkwam, voor zoover er wel verslagen van inkwamen, is de toestand over het algemeen vrij goed en worden sommigen vrij goed bezocht.

Ledental. Het ledental, op het eind van 1904 1729 bedragende, daalde tot 1628, en vermindering alzoo van 101 leden. Deze achteruitgang staat ongetwijfeld in verband met de herziening der Statuten; velen hebben blijkbaar eerst de kat uit den boom willen zien. Deze 1628 leden zijn als volgt over de Afdeelingen verdeeld: Noord- en Zuid-Holland 170; Utrecht 80; Friesland 166; Groningen-Drenthe 149; Drenthe 55; Gelderland-Overijssel 567; Limburg 215; Noord-Brabant 203; verspreide leden 23. De Afdeeling Noord-Brabant verminderde met 107 leden, doch dit verlies heeft die Afdeeling over het loopende jaar 1906 al weer ruim ingehaald.

Markten, enz. Op verschillende plaatsen werden weer door de Afdeelingen of Onder-afdeelingen honing- en wasmarkten georganiseerd. Voor zoover daarover bij het Hoofdbestuur berichten inkwamen, slaagden de meeste vrij goed. De aanvoer was op eenige markten niet groot, omdat het gewin in vele streken bitter tegenviel. Toch hebben de markten in de laatste jaren een grooten invloed uitgeoefend op de betere prijzen, die gemaakt worden en niet minder op het gebruik van den honing.
Aan het eind van ons verslag spreken wij de beste wenschen uit voor den bloei der Vereeniging. De wijziging harer Statuten heeft het mogelijk gemaakt, dat de afdeelingen meer rechtstreeks kunnen inwerken op alles, wat het welzijn der Vereeniging betreft; mogen dan nu ook door de oprichting van tal van afdeelingen allerwege velen bereid mogen gevonden worden, en in de eerste plaats wel de Besturen der bestaande Provinciale Afdeelingen, in den geest der Statuten daartoe krachtig mede te werken. De beletselen zijn nu weggenomen, dat ieder naar vermogen nu ook helpe tot verwezenlijking van het doel: een zoo groot mogelijk aantal afdeelingen, die krachtig in zich zelve, te zamen vormen een steeds meer in bloei en kracht toenemende Vereeniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland.

B. WIGMAN.