Wet op de vervalsching van levensmiddelen in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika.


1 Januari 1907 treedt deze wet in de Vereenigde Staten in werking. Onder hen, die in dat gebied producten der bijenteelt koopen en verkoopen, vindt ze de meeste belangstelling, want 't is er al niet beter gesteld dan in de Oude Wereld, ook daar wordt vervalscht, ook daar wordt veel verkocht onder een schijnnaam, die een valsche voorstelling geeft omtrent de eigenlijke samenstelling.

In de Amerikaansche vakbladen wordt die wet besproken, uitvoerig in 't Novembernummer van „Gleanings in Bee Culture", wij willen een en ander daaruit meedeelen. Ook in ons land zullen toch wetten in deze richting tot stand komen en we kunnen verwachten dat onze Vereeniging zich zal beijveren om hare voorlichting te geven waar 't de producten der bijenteelt geldt, wij kunnen voordeel doen met den praktischen arbeid der Amerikanen.
In „Gleanings" wordt gezegd dat 't een wet is, waarmee niet te gekken valt. Vermengingen en schijnnamen zijn nog nooit zoo krachtig bestreden. Geen knoeier met glucose zal na l Januari zijn waar op de markt durven brengen, want doet hij 't, dan krijgt hij met „Uncle Sam" te doen, hij loopt een zware boete op, of kan een tijdje achter de tralies zitten.

Men is strafbaar, als men levensmiddelen een schijnnaam geeft of vermengt, wanneer niet buiten op de verpakking juist is opgegeven waaruit ze bestaan.
Rekening is gehouden met de eigenaardige omstandigheden, die zich in de Vereenigde Staten voordoen, omdat elke Staat zijn eigen wetten heeft. Den invloed der wet zal men toch altijd ondervinden, zelfs bij uitvoer naar 't buitenland.
Met zware boeten of gevangenisstraf, of beiden kan men gestraft worden, bovendien wordt 't geval door advertenties, openbaar gemaakt.

Verkoopt men verknoeide waar, maar kan men een verklaring van den leverancier overleggen, waarin deze verzekert dat de waar zuiver is, dan is men zelf buiten vervolging, de verkooper, 't kan zijn de eerste verkooper, wordt dan gestraft. Men koopt dus geen honig of men eischt van den verkooper de verklaring, dat de waar, die hij aanbiedt, zuiver is — de oorspronkelijke verpakking mag niet veranderd worden.
Wordt vermenging verondersteld, dan kan de verdachte, voor de vervolging ingaat aan de daarvoor aangestelde beambten inlichtingen geven en 't geval misschien ophelderen.
Men mag alleen 't eigen product onder zijn eigen naam verkoopen. Dat is nauwkeurig omschreven. JAN JANSEN mag den honig van zijn bijenstand verkoopen en op zijn etiquet laten drukken: „Zuivere honig van den bijenstand van JAN JANSEN." Heeft hij geen honig genoeg en koopt hij dien van een ander, dan kan hij, die honig moge goed of slecht zijn, dat etiquet niet gebruiken, wel b.v.: „Zuivere honig. Handel van JAN JANSEN". Staat op een etiquet klaverhonig, dan moet 't ook klaverhonig zijn. Op deze wijze worden zaken beschermd, waarin noesten arbeid en kapitaal gestoken zijn om ze op een flinke hoogte te brengen, die benadeeld kunnen worden door een knoeier, die hier of daar een paar planken in elkaar slaat om een type-writer onder dak te brengen, minderwaardige waar op crediet opkoopt en met een bedriegelijk etiquet in den handel brengt. Men kan daardoor ook andere misbruiken voorkomen, b.v. dat in den Haag gebakken koek als „Bossche koek" verkocht wordt.
Van groot belang is de waarborg omtrent zuiverheid, die van den verkooper verlangd kan worden. 't Is zaak om daar met kracht de hand aan te houden, ook voor buitenlandsche koopers van Amerikaansche producten.

„Gleanings" is zeer ingenomen met de wet, wijst er nog bijzonder op, dat er nu geen geneesmiddelen onder een onschuldigen naam verkocht kunnen worden, die een sterk vergif bevatten, tenzij de juiste hoeveelheid van het vergif of van andere bestanddeelen op het etiquet vermeld zijn. Duizenden menschen zijn er slachtoffers van geworden, omdat in met onschuldige namen geadverteerde medicijnen zware vergiften voorkwamen.
Een bijenhouder kan bij deze wet er ter goeder trouw inloopen, 't is daarom zaak ze te kennen. Bij elk pondje honig, dat men koopt, moet een verklaring verlangd worden; geen etiquet mag een valsche voorstelling van de waar geven.

Tot zoover zoo ongeveer de inhoud van 't Amerikaansche blad. Die voorschriften zullen zeker een goeden invloed hebben, maar de groote moeilijkheid zal nog wel blijven, om de vermenging en vervalsching aan te toonen.
In 't laatste September-nummer werd op producten gewezen die in 't buitenland in den handel gebracht worden. Er wordt kunsthonig vervaardigd, die niet van natuurhonig te onderscheiden is. In Duitschland wijdt men daaraan de volle aandacht en zoekt men ijverig naar middelen om aan de misbruiken, die daaruit voortvloeien, een einde te maken. „Strijd tegen den kunsthonig" is daar een leus geworden van allen, die voor bijenteelt wat voelen.
Niet lang geleden vernamen wij van iemand die 't weten kon, dat er grootere hoeveelheden honig in ons land ingevoerd worden, daarbij had men niet de overzeesche aanvoeren op 't oog. Zou die honig eigenlijk invertsuiker met de noodige bijmengseltjes kunnen zijn? Krijgen wij die ook als pure honig te slikken? Weet men er soms wat anders mee aan te vangen? Laat ons trachten te weten te komen, wat daarvan is! In de vlag van onze Vereeniging moet ook staan; „Strijd tegen de honig-vervalsching!"