Dr. JOHANN DZIERZON.


In ‘t November-nummer van den vorigen jaargang vermelden wij met een enkel woord het overlijden van dezen, overal gevierden, algemeen bekenden meester der bijenteelt. Wij wenschen aan ons toen uitgesproken voornemen gevolg te geven en een en ander mee te deelen uit dit merkwaardig leven.

Hij werd den 16 Januari 1811 in Lowkowitz bij Kreuzberg in Silezië geboren, zijn ouders waren eenvoudige landlieden, tot zijn 10de jaar groeide hij in die Poolsche omgeving op. Hij bleek een goeden aanleg te hebben, een jaar was hij nog op de stadsschool te Pitschen, verder 8 jaar op 't Matthias-gymnasium te Breslau, waar hij zich steeds onderscheidde en de eerste van zijn klas was. In deze stad bezocht hij ook de hoogeschool en werd daarna in 1834 benoemd tot kapellaan te Schalkowitz. Na een jaar werd hij pastoor te Karlsmarkt en bleef daar tot 1884. Toen hij 73 jaar was, legde hij zijn ambt neder en vestigde zich weer in zijn geboorteplaats Lowkowitz, waar hij nog 22 jaar leefde en den 16en October 1906 in zijn 96ste levensjaar kalm en zonder pijnen overleed.

Van dit leven in den engen kring te Lowkowitz en te Karlsmarkt wordt ons niet verhaald, mogelijk is 't, dat als Dzierzon geen bijen gehouden had, 't rustig daarheen gegleden zou hebben, zooals dat van honderden zijner ambtgenooten. Zijn liefde voor de bijen, geleid door zijn helderen geest, zijn scherpe opmerkingsgave, bracht hem op een anderen weg, maakte hem tot een gevierd man tijdens zijn leven, over wien na zijn overlijden de geheele wereld sprak.
Dzierzon zelf heeft ons verhaald, hoe hij in zijn prille jeugd een open oog had voor de natuur, vol belangstelling de bijen zag. Zijn ambt te Karlsmarkt gaf hem geen groot inkomen, maar hij kon er bijen houden. Met eenige Christ-magazijnkasten van zijn vader begon hij daar, geleidelijk werd zijn stand uitgebreid, verbeteringen werden aangebracht en zoo kwam hij tot eenige standen met honderden kasten; hij werd ,,de bijen-hertog van Karlsmarkt” genoemd.

Dzierzon hing in zijn kasten stokjes, waaraan raat bevestigd werd; ramen construeerde hij toen niet. Dat was in een tijd, toen overal gezocht werd naar middelen om den ratenbouw te wijzigen en de losse bouw toegepast werd; von Berlepsch in Duitschland, de Beauvoys in Frankrijk, Langstroth in de Vereenigde Staten ze zochten allen, hun werken bracht ons den lossen bouw, 't was een belangrijk tijdperk voor de bijenteelt. Dzierzon speelde daarbij zijn rol, maar die rol was bescheiden.
Zijn bijenkast, de dubbele woning, was 't ook niet, die hem den grooten naam bezorgde. Vol ijver was hij er voor in de weer, krachtig heeft hij haar verdedigd, in Duitschland vond zij wel aanhangers, maar buiten de grenzen van dat gebied treft men haar slechts zelden, in ons land zal 't wel een groote uitzondering zijn.

Dzierzon hanteerde met groote vaardigheid de pen en deelde zijn vele en zoo belangrijke ervaringen gaarne aan zijn vakgenooten mede. In 1835—1845 schreef hij over zijn bijen in de ,,Frauendorfer Blätter”, later in de „Eichstädter” en in de „Nôrdlinger Bienenzeitung". Hij gaf drie jaargangen (1854—1856) uit van den „Bienenfreund aus Schlesien". In 1848 verscheen zijn „Theorie und Paxis des neuen Bienenfreundes", in 1861 zijn „Rationelle Bienenzucht", in 1890 zijn „Der Zwillingstock", bovendien kwamen, vooral in latere jaren, nog vele bijdragen van hem voor in andere dan de genoemde vakbladen.
Gedurende meer dan een halve eeuw verscheen zoo 't een na 't ander van zijn hand en dat in een tijd, toen hij verre van alleen stond, overal om hem was er krachtig leven in de imkerij, belangrijke verbeteringen vonden toepassing in 't bedrijf, van alle zijden roerden zich de bijenhouders.

In die jaren kwamen ook de eerste congressen der Duitsche, Oostenrijk-Hongaarsche bijenhouders samen. Dzierzon was lange jaren een der voormannen, ijverig voor zijn theoriën in de weer, menige lans brak hij daar voor zijn dubbele bijenwoning, strijdvaardig stond hij tegenover anderen, die een krachtig tegenstander vonden in den alom geëerden meester.
In 1852 werd 't congres te Brieg, meer in de nabijheid van Karlsmarkt, gehouden. 112 congresleden trokken naar Dzierzon's bijenstand om daar zijn werken te zien. In 1903 bezocht hij voor 't laatst die bijeenkomst te Weenen, voor zijn leeftijd, 92 jaar, was hij nog een krachtig man, een warm voorstander van zijn methode, een ijverig strijder voor zijn bijenwoning, een trouw verdediger van de parthenogenesis bij de bijen.
Door woord en daad deed hij zooveel voor de Duitsche ijmkerij, hetwelk ook weer elders invloed gehad heeft, maar 't zijn vooral zijn waarnemingen, omtrent die parthenogenesis, 't bewijs materiaal, dat zijn Italiaansche bijen hem opleverden, waardoor zijn naam door de geheele wereld een gevestigde bekendheid heeft verkregen.

In 1853 had Dzierzon een volk Italiaansche bijen, toen in Duitschland nog maar van hooren zeggen bekend, ten geschenke ontvangen. Dit volk stelde hem in staat om zijne vooronderstellingen te bevestigen. De professoren Leukart en von Siebold werkten dit verder uit en zoo verkregen wij een juistere voorstelling van de sedert eeuwen nog raadselachtige voortplanting der bijen. In latere jaren heeft Dickel dit wel bestreden, maar Dzierzon's opvatting werd daardoor slechts bevestigd.

Dat krachtig en geregend werken heeft veel waardering gevonden. De Hoogeschool te München verleende hem „honoris causa" den titel van docter. Geleerde genootschappen te Frankfort a/Main, Weenen, Brünn, Graz, Krakau, Verona, Parijs benoemden hem tot eerelid. Tal van decoraties werden hem verleend.

Zijne latere levensjaren sleet hij, zooals wij boven zeiden, kalm in Lowkowitz. Zijn krachten werden geleidelijk minder, het loopen werd hem steeds moeilijker. Een zijner vereerdsters had hem een rolstoel geschonken, daarin gezeten bezocht hij nog gaarne zijn bijen, ook dit werd minder. 't Moest gestaakt worden, veelal sluimerend bracht hij den laatsten levenstijd door, den 26sten October gaf hij den geest.

“Bijenvriend” plaatste in dit blad (zie Januari, “Ingezonden”), een oproep om zich aan te sluiten bij hen, die een gedenkteeken wilden plaatsen ter eere van dezen gevierden man. In Duitsche bladen werd ook met een enkel woord daarvan gerept, maar nu dit geschreven wordt, is ons van een commissie, welke in dien geest werkzaam optreedt, nog niet bekend. Dit zal echter niet aan onze aandacht ontgaan en wij zullen U daarop dan ook opmerkzaam maken.

Dzierzon is een krachtige persoonlijkheid geweest, hij leefde in een tijdperk, waarin de Duitsche bijenteelt veel heeft gegeven, hij verdient zeer zeker de waardering, die Bijenvriend, en velen zullen toch met hem gaan, hem toedenkt.