OFFICIEELE MEDEDEELINGEN.


Aan de leden en aan de Besturen der Afdeelingen wordt hierbij bericht, dat de eerstvolgende Algemeene Vergadering zal gehouden worden op Donderdag 18 April a.s., namiddags één uur, in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht.
Namens het Hoofdbestuur
G. DE GRANCY, Voorz., Vucht, Maart 1907.
B. WIGMAN, Secret. Wageningen.

Agenda:
1. Mededeelingen en ingekomen stukken.
2. Rapport der Commissie, belast met het nazien der Rekening en Verantw. van den Alg. Penn. over 1905.
3. Jaarverslag van den Alg. Secret. over 1906.
4. Rapport der Commissie, belast met het nazien der Rek. en Verantw. van den Alg. Penn. over 1906.
5. Behandeling der Motie van de Afd. Veenendaal (Geld. Vallei).
6. Welke middelen kunnen worden aangewend, om te geraken tot den lossen bouw (in te leiden door den heer H. Stienstra te Frederiksoord).
De “motie" en de toelichting bij die inleiding van den heer Stienstra zijn in dit nummer opgenomen.
P.S. De afdelingsbesturen worden beleefd uitgenoodigd voor l April aan den Alg. Secret. op te geven de namen van Afgevaardigde en plaatsvervanger voor deze Algem. Vergad.

-------


Motie:

„De vergadering, overwegende, dat het van groot belang is voor de leden der Vereeniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland, dat in eenig bestuur, hetzij hoofd-, afdeeling- of onder-afdeelingbestuur, geene handelaren in honig of diverse gereedschappen voor bijenteelt plaats hebben (directeuren of administrateurs van coöp. vereenigingen uitgezonderd), besluit aan het Hoofdbestuur te verzoeken, in de eerste algemeene vergadering hiervan een voorstel te maken.

-------


Voorstel van de Afdeeling Steenwijkerwold en Omstreken. In te leiden door den heer H. Stienstra, op de aanstaande Algemeene Vergadering in April 1907.

Het Hoofdbestuur trachte middelen te vinden om de leden der
Vereeniging op billijke wijze te voorzien van woningen met lossen bouw.


Toelichting:
Naar de meening van den inleider zijn er vooral twee wijzen, waarop de bijenteelt in Nederland zou kunnen vooruitgebracht worden.
1. Door coöperatieven verkoop van de voortbrengselen der bijen.
2. Door meerdere invoering van lossen bouw.

Het eerste punt schijnt nog niet voldoende rijp om met succes in de vergadering te worden gebracht. Coöperatieve verkoop geschiedt hier en daar reeds met voordeel voor den ijmker, maar op te kleine schaal voor naar wat inleider er van heeft gezien, ooit voldoende succes te kunnen hebben.
Het tweede punt, wat men verbetering van de techniek der bijenteelt zou kunnen noemen, is wel rijp voor behandeling.

De vaste bouw ijmkers zijn thans voor een groot deel overtuigd van het voordeel dat losse bouw boven vasten bouw heeft. De eerste geeft een produkt, dat beter betaald wordt.
Hoe gewenscht ook, de invoering van den lossen bouw stuit op één groot bezwaar, n.l. de groote geldelijke uitgaven die de aanschaffing van woningen met lossen bouw vereischt.
Men heeft beproefd het maken van Gravenhorster boogkorven populair te maken. Men kan gerust zeggen, dat, behoudens enkele zeer gunstige uitzonderingen, deze poging is mislukt.
Verder is er op gewezen dat men zelf houten woningen zou kunnen maken, maar ook daartoe zullen onze ijmkers niet kunnen komen, omdat die afwerking te groote zuiverheid vereischt.

Inleider komt alzoo tot de volgende conclusies:
1. Uitbreiding van lossen bouw is gewenscht.
2. De bestaande woningen zijn te duur om door onze eenvoudige ijmkers te worden aangeschaft.
3. Woningen met lossen bouw kunnen in 't algemeen niet door de ijmkers zelve vervaardigd worden.
4. Het is zeer gewenscht dat het hoofdbestuur pogingen aanwende om den eenvoudigen ijmkers op billijke wijze woningen met lossen bouw te verschaffen.

Inleider stelt zich dit als volgt voor. De leeraar, de heer van Giersbergen, geeft de gegevens voor het maken van een bijenkast met lossen bouw, die naar zijne meening voor ons land het meest past en waarbij in de eerste plaats op billijken prijs wordt gelet. Deze kast wordt geplaatst op de verschillende leerstallen; de heer van Giersbergen stelt haar aan de leden voor op zijne verschillende lezingen. Het hoofdbestuur stelt zich in verbinding met een fabrikant, die prijsopgaaf geeft van een groot aantal dezer kasten.
Is de kast voldoende bekend, dan wordt nagegaan hoeveel elke afdeeling of onderafdeeling ervan noodig heeft, waarna tot bestelling wordt overgegaan. Het geld, dat noodig is voor de eerste kasten ter plaatsing in de leerstallen, wordt gevonden uit het geld, dat dit jaar voor de leerstallen niet noodig blijkt, desnoods door deze tot een geringer getal te beperken, waarvoor op de algemeene vergadering toch reeds stemming bleek te zijn.

H. STIENSTRA.

-------


Beleefd doch dringend verzoekt ondergeteekende de Besturen der Afdeelingen, die tot heden nalatig bleven om een of meer der volgende stukken in te zenden, dit alsnog met den meesten spoed te willen doen.
a. Verslag over den toestand der Afdeeling over 1906.
b. Het quotum der leden voor 1907.
c. De alphabetische ledenlijst.
d. Verslag en inventaris van den Modelstal over 1906.
De Alg. Secret., B. WIGMAN.