Het bedwelmen der bijen.


De heer L. Müsebeck, Greifswald, wijdt in de „Leipziger-Bienenzeitung" van Januari daaraan een artikel, waaraan wij 't onderstaande ontleenen.

‘t Bedwelmen van bijen kan voor den bijenhouder somtijds een voortreffelijk middel zijn als 't met wijsheid wordt toegepast. De schrijver verhaalt van een darrenbroedig volk, waarbij men een koningin met wat bijen voegt; van twee volken, die vereenigd worden; van een volk, dat men, ook 's winters, op een andere plaats wil zetten; van volken, die men in 't najaar vereenigen wil. Bij al die gelegenheden kan men door de bijen te bedwelmen gewenschter ‘t doel bereiken.

Maar is ‘t dan niet gevaarlijk voor 't welzijn, voor de werkkracht der bijen? De heer Müsebeck is van oordeel, dat een bijenvolk geen voortdurend nadeel van de bedwelming kan ondervinden als deze niet verder gaat dan noodig is, de ervaring heeft hem dit geleerd.

Wat gebruikt men? De krachtigste middelen zijn chloroform en zwavelether. Beiden hebben in zoo verre denzelfden invloed, dat de bijen door de verdamping in korten tijd bedwelmd raken; maar de invloed gaat spoedig verder dan noodig is, vele bijen slapen te gemakkelijk voor eeuwig in. Bovendien hebben zij 't nadeel, dat de honig te zeer er mee doortrokken raakt en voor 't gebruik ongeschikt wordt Daarom zijn ze minder aan te bevelen.

Een geliefd middel is bovist, ‘t gedroogde weefsel van een paddestoel, een goedkoop, vertrouwbaar en onschadelijk bedwelmingsmiddel. Het gedroogde goedje brandt gemakkelijk; eenige stukjes ter grootte van een noot, in een kast verbrand, geven zooveel rook, dat de bijen of bedwelmd op den bodem vallen, of tusschen de raten blijven hangen. De bedwelming duurt van 15—30 minuten. Bij verbranding ontwikkelen zich stikstofoxyduul, N2 O en stikstofoxyde N O, die wel 't meest invloed op de bijen zullen hebben. Stikstofoxyde vormt zich daarbij ook, waardoor de bedwelmde dieren zouden kunnen stikken, daarom moet 't voorzichtig gebruikt worden, in geen geval mag ‘t te lang duren.

Makkelijk gaat 't bedwelmen met salpeter doortrokken lapjes. Ze kunnen gekocht worden, maar men kan ze ook zelf maken. Men haalt voor een stuiver salpeter, die bij elken drogist of apotheker te bekomen is, lost 't in een glas warm water op, doet de lapjes, 5—10 c.M. lang, uit een ouden zak gesneden, in de oplossing en laat ze vervolgens in de zon droogen. Kalisalpeter bevat veel zuurstof en veroorzaakt daardoor een heftige verbranding.

Vult men nu den berooker met droog wilgenhout en legt men daarop van die lapjes, dan is 't klaar, 't geschut kan afgevuurd worden. Men legt op de lapjes een paar stukjes hout, steekt een stukje aan en doet den berooker dicht. Men blaast met den blaasbalg ‘t vuurtje aan, beginnen nu de lapjes te branden, dan komt er een donkere rook uit de pijp, die voor 't vlieggat gehouden wordt, na 1/2 minuut liggen de bijen bedwelmd op den bodem. Zijn ze een paar minuten aan dien rook blootgesteld, dan blijven ze 15—20 minuten volkomen bedwelmd. Klopt men wat tegen de schuin gehouden woning, dan vallen ze makkelijk tusschen de raten uit. Iemand, die met bijen begint, moet eerst de proef maar eens zonder bijen nemen.

Bedwelmen door buskruit heeft dezelfde uitwerking. Daarbij doet 't ook de salpeter, buskruit bevat 79 deelen salpeter, maar ook 10 deelen zwavel, waarvan de bijen een nadeeligen invloed ondervinden, daar weten we van bij ‘t afzwavelen der korven.

De opgegeven bedwelmingsmiddelen ontnemen aan de bijen ook 't herinneringsvermogen, na de bedwelming herkennen zij de plaats niet meer. Men kan de bijen zetten waar men wil, ze keeren niet meer naar de oude standplaats terug.

We weten dat bijen door tabaksrook verdoofd kunnen worden, ze tuimelen dan spoedig op den bodem, maar ‘t herinneringsvermogen verliezen ze niet. De schrijver meent dat tabaksrook geen nadeeliger invloed heeft als salpeter-verbranding.

Een paar practische wenken worden gegeven. Blaast men rook in de benedenopening, dan moet er boven wat gelucht worden. De rook strijkt dan omhoog en dringt overal tusschen de raten door, men heeft dan niet de kans om later hier of daar een hoopje niet bedwelmde bijen te vinden, die nog veel moeite zouden kunnen geven en waartusschen zeker de koningin zou zitten. Men moet in een kast de raten ook wat van elkaar verwijderen, als ze wat vast opeen zitten. Bij die gelegenheid zullen die bijen de honigblazen vullen, daarom moet men dan een oogenblik wachten, totdat ze weer tot rust zijn gekomen, met gevulde magen bedwelmd zou menige bij 't met den dood bekoopen.

Gebruikt men om der wille van de eenvoudigheid kruit, dan plaatst men den korf op een kist en daarin een patroon, die voor de helft met vochtig kruit wordt gevuld, waarover men draadgaas spant, en waarvan men een loop los kruit strooit, die dan daar buiten aangestoken kan worden. De korf moet vast gehouden worden, anders zou hij bij de ontploffing omgeworpen kunnen worden.

Tot slot dit. Men moet alleen maar bedwelmen als geen andere weg mogelijk is. Kan men ‘t met tabaksrook klaar spelen, dan moet men geen lapjes met salpeter gebruiken. 't Is geen schande om 't doen, maar van zijn overmacht mag men toch geen misbruik maken. Wat hier gezegd is, moet men wijs en ten nutte van de bijen toepassen.