Werkzaamheden April — Mei.


Eerst tegen het einde van April kunnen onze stokken eenige toeneming van gewicht vertoonen. Nu openbaart zich bij de koningin eene sterke neiging om het grove werk met eieren te bezetten en bij het volk om darrencellen te bouwen.
Darren zijn noodzakelijk in de huishouding der bijen, maar te veel darren zijn nadeelig, omdat zij niets inbrengen en veel gebruiken. Het bouwen van darrencellen alleen moet dus voorkomen worden en het kan voorkomen worden, wijl wij de beschikking hebben over kunstraat. Zuinig te zijn op kunstraat is verkeerde zuinigheid. Men gebruikt volle platen, doch zij behooren l à 2 cM. van de onderlat verwijderd te blijven. Er kunnen dan nog voldoende darrencellen aangezet worden.

Om een raam met kunstraat te voorzien moet men het eerst draden. De draden behooren in den kunstmatigen middelwand te komen. Men gebruikt bloemendraad en steeds ijzerdraad. De Amerikanen met hun breede ramen, laten de draden waterpas, de Duitschers, met hun hooge ramen, laten ze loodrecht loopen. Beide manieren zijn goed. De draad moet strak gespannen worden door middel van kleine nageltjes, waar men het einde omheen woelt.
Kleine ramen behoeven niet gedraad te worden.
De kunstraat wordt aan de bovenlat bevestigd met gesmolten was. Sommigen doen er wat hars door. Men kan de wasplaat ook koud bevestigen door haar in de zon eenigszins week te laten worden en dan eene zijde om den tafel rand ongeveer 6 m.M. om te buigen. Dit omgebogen gedeelte wordt met een houten rolletje of met een stevig, vochtig mes tegen den bovenrand gedrukt.
Om de raten juist in het midden te krijgen, bezigt men een plankje, dat juist in het raam past en half zoo dik is als de breedte van de bovenlat.
De draden moeten geheel in het was verzonken worden. Daarvoor gebruikt men meestal een in water heet gemaakt wielspoortje.

De ramen, voorzien met kunstraat, mogen slechts dan aan de bijen worden verstrekt, als er dracht is. De kunstraat brengt haar geld op, want dikwijls wordt een raam met zulk een middelwand in één dag met honig gevuld, terwijl de bijen anders drie of vier dagen noodig zouden hebben om het raam met enkel raat te voorzien.

Ledige raten zijn het kapitaal van den imker. Wie pas begonnen is, kan zich dat nu verschaffen. In den voorzomer bouwen de bijen gaarne, later slechts bij zeer goeden oogst. Zwermen natuurlijk uitgezonderd. Men hangt een raam met kunstraat zoodanig, dat het op één na het uiterste raam vormt. Zoodra de kunstraat uitgebouwd, en de raat gedeeltelijk met honig gevuld is, verwijdert men het uiterste raam en plaatst een raam met kunstmatigen middelwand in de plaats van het nieuwe raam. Dat kan men aan beide zijden of voor en achter doen en aldus tenminste twee raten winnen.
Zoodra de kast in gewicht toeneemt, zij men er op bedacht het volk ruimte te verschaffen door het inhangen van nieuwe ramen op de boven omschreven wijze. Men vergroote echter het broednest niet te veel op eens.

Winterkussens blijven nog steeds behouden.

Bij sterke volken kan men reeds bedacht zijn op het plaatsen der ramen in de honigkamers. Men gebruikt naast ramen met kunstraat, ramen met uitgebouwde raat. Deze kunnen in de broedruimte gemaakt zijn. Hangt men ze met bijen en honig in den opzet, dan heeft men stellig een voorsprong. Bij zwakke en middelmatig sterke volken krijgt men de bijen niet in de honigkamer als men alleen kunstraat aanwendt. Ramen met oude, zwarte raat vormen dikwijls een uitstekend lokmiddel. Wanneer de paardenbloem bloeit kan men de honigkamer met evenveel ramen vullen als de broedruimte, ook al is deze nog niet geheel vol.
Is de dracht in Mei slecht dan dient men te voeren. Dit is vooral het geval met volken die aan eene speculatieve voedering zijn onderworpen geweest. Het uittrekken van darrenbroed dient ons als noodsein.

Volken, die ondanks al onze zorgen zwak blijven, hebben een slechte moer, te herkennen aan den onregelmatigen broedstand. De koningin wordt verwijderd; bijen, broed en honig worden over andere stokken verdeeld. Vereenig nooit eenige zwakke volkjes; ze blijven altijd achterlijk. Een sterk volk is meer waard dan tien zwakkelingen. Geef het broed aan een kolonie met veel broedbijen; geef de bijen aan een stok, die 't broednest bovenmate uitbreidde of waar een tekort aan bevolking kan worden verwacht; geef den voorraad aan een volk, dat slecht in zijn voer zit. De vereeniging van twee stokken geschiedt het best als er vele bijen op 't veld zijn, als men beide volken zich vol laat zuigen en ze beiden voor 't vlieggat uitstort.
Men voorkomt het zwermen gedeeltelijk door veel ruimte, vooral door ruimte onder het broednest. Ruimte dan natuurlijk, waarin de dieren kunnen werken, vooral bouwen.

A. de BIE.