INGEZONDEN.


M. d. R.!
Vergun me s.v.p. het volgende langs deze weg ter kennis van de leden te brengen. Tot Januari j.l. had onze afdeling (destijds Onderafd.) een gesubsidieerde Modelstal. Jaarlijks zond ik via de Sekretaris der Prov. afd. een verslag over die stal aan 't H.B. en dan kregen we geruime tijd later door tusschenkomst van 't Prov. Bestuur de subsidie.
Toen wij van 't voorjaar in 't Maandschrift de opheffing van de Modelstallen lazen, herinnerde ik de Alg. Sekr. er aan, dat we de subsidie over 1905 en 1906 nog niet ontvangen hadden en kreeg van Z.Ed. antwoord, dat het verslag over 1905 niet ingekomen was; we kregen dus alleen over 1906 de subsidie. Ofschoon ik kon bewijzen door een brief, die ik als begeleidend schrijven bij het indienen van 't jaarverslag over 1905 aan de Sekretaris der Prov. Afd. had gezonden, (welke brief nog werd gevonden in de paperassen van de inmiddels opgedoekte Prov. Afd.), dat door mij aan de bepalingen van art. 9 van 't Reglement voor de Modelstallen was voldaan, kreeg ik op een opnieuw gedaan verzoek om uitkering van de subsidie over 1905, waarop we recht hebben, bericht van onze geachte Algem. Sekr., dat het Hoofdbestuur had „besloten de subsidie ad f 25.— over 1906 toe te staan, maar niet over 1905".
Nogmaals trachtte ik het H.B. aan te tonen, dat we wel degelik recht op de subsidie over 1905 hebben, maar kreeg tot bescheid, dat het geen aanleiding vond op zijn eenmaal genomen besluit terug te komen.

't Doel van dit schrijven is: 1e. de leden in te lichten hoe autocraties het H.B. optreedt en 2e. advies te vragen op welke wijze de Heren tot hun plicht zouden zijn te brengen. 't Gaat mij tans meer om het recht van 't spel dan om de knikkers en ik zal niet berusten eer het H B. erkend heeft dat het recht geheel aan onze zijde is.

De Sekretaris v/d afd. „Smilde",
F. VAN ZANDEN.

N.B. De inzender van bovenstaand stukje vergeet blijkbaar dat onder het oude reglement op de modelstallen, het H.B. niets te maken had met onderafdeelingen of houders van modelstallen, doch alleen een subsidie onder bepaalde voorwaarden aan de Provinciale Afdeeling, wier eigendom de stal was, daarvoor toekende. Waar de oude Provinciale Afdeeling, die thans is opgeheven niet aan de voorwaarden voldeed, had zij geen recht de subsidie over 1905 te ontvangen en in geen geval kan naar de meening van het H.B. de Afdeeling Smilde, die in 1905 nog onderafdeeling was, die subsidie van het H.B. vorderen. Alleen den toenmaligen Secretaris der Provinciale Afdeeling zou de Afdeeling Smilde wellicht aansprakelijk kunnen stellen voor het niet ontvangen dier subsidie.