Vraagbaak.
Vraag; Ik wil in het volgende jaar van nazwermen jonge koninginnen in kastjes bewaren met een gedeelte der bijen van den zwerm, ten einde later soms moerloos geworden korven daarmede te kunnen helpen; Hoe groot moet zulk een kastje zijn?; Moeten er ook raampjes in?; Hoeveel? Ik wil ze zelf maken.
H. B. te A.
Antw.: Daar U deze volkjes wilt doen dienen om desnoods moerlooze korven weer van een koningin te voorzien, komt de raamgrootte er minder op aan. Moet 't zijn voor kasten, dan zou ik aanraden kastjes te maken met twee raampjes, naar de grootte der raampjes, welke men in gebruik heeft. Deze raampjes zouden twee aan twee in één kast kunnen geplaatst worden, telkens met een tusschenschot, om, door de tusschenschotten weg te nemen, deze volkjes weer tot één volk te kunnen vereenigen.
Hier is 't doel echter om moerlooze korven desnoods van een koningin te voorzien. Dan zou ik raden kastjes te maken met drie raampjes. Ieder raampje ongeveer 20 c.M. lang en 15 c.M. hoog binnenwerks. De afmetingen ervan kunnen uit de raampjes worden afgeleid. Of daar beslist raampjes in moeten? Nu, 't zou er ook wel zonder kunnen, maar 't is toch wel zoo gemakkelijk om bijv. de koningin uit te zoeken. Wanneer men kleine volkjes in zulke kastjes doet, mag men er wel voor zorgen, dat in drachtlooze tijden wat gevoerd wordt. Mijn ondervinding is, dat zulke kleine volkjes er gemakkelijk van door gaan.
Vraag; Welke sierheesters worden door de bijen 't meest bevlogen?
H. v. Z. te O.
Van alle sierheesters wordt de sneeuwbes — Symphonicarpus racemosus 't meest bevlogen, verder Hazelaar, Prunus-soorten en veel de Vuilboom, Rhamnus frangula, maar die is nauwelijks onder de sierheesters te rekenen. Er zijn er wel meer, die bevlogen worden, bijv. Cornus Mas, de Ribessoorten, Cydonia japonica, maar 't heeft weinig te beteekenen. Wil men thuis iets doen voor bijengewin, laat men dan frambozen en bessen aanplanten.
Vraag; Een lijstje van zaadplanten, die honig afscheiden (dezelfde.)
Daar is 't al zelfde mede. Ik kan wel een heele lijst afschrijven van zaadplanten, waarop de bij wel eens gezien is om honig te puren, maar wat heeft men daarvoor.
Wil men in dat opzicht iets voor de bijen doen, dan komen in aanmerking: Phacelia en Borage, verder Bartonia aurea, waarop de bijen veel stuifmeel halen, maar die nergens wordt genoemd, Eryngium giganteum, de reuzendistel, die eveneens niet wordt genoemd, dan de verschillende Cruciferen, Klaproos en Reseda, beide stuifmeelplanten, de Korenbloem en de Digitalis, waarvan de honig giftig zou zijn, ten slotte noem ik nog de Zonnebloem. Er zijn er wel meer, waarop de bijen wel eens vliegen, maar van beteekenis is dat niet.
S.