Naakte heidevolken.


Wilhelm Knopp schrijft daarvan, de naakte heidevolken, die vroeger een zekeren dood stierven door den zwavellap, worden thans door de heideijmkers naar alle deelen van het land verzonden en met succes, vooral door de ijmkers met vroege dracht benut. Laten wij den naakten volken de heidekoningin en brengen we zoo den heidestam op onzen stand, dan zullen we den slinger nauwelijks meer noodig hebben, daarentegen in den zwermtijd, zwerm op zwerm te scheppen hebben, want de heidebij is een zwermbij en deugt niet voor streken met vroege dracht. Wordt echter in den herfst de heidetante uit 't volk weggevangen, en een zelf gewonnen bevruchte koningin uit een bevruchtingskastje er voor in de plaats gegeven, dan zal de ijmker 't volgende voorjaar van zoo'n volk pleizier hebben.

Knopp werkt naar de volgende regels:
1.- Doortelen met de beste honigvolken.
2.- Zwermverhindering, vooral door de teelt van een zwermdragende stam.
3.- Vermeerdering door heidevolken.
Juist de heidevolken gaven succes, zoodat hij jaarlijks er eenige aankoopt. De verzending der volken geschiedt van midden September tot midden October.

De ijmker, die naakte volken wil koopen, moet zich vooraf met zijn collega-ijmker in verbinding stellen, opdat alles voor de ontvangst gereed is.
De eerste jaren zette hij de naakte volken op uitgebouwde raat en werden ze met suiker opgevoerd. De overwintering was voortreffelijk en de ontwikkeling in 't voorjaar evenzeer. Later probeerde hij het met kunstraat. Bij sterke suiker-voedering waren deze in vier a vijf dagen uitgebouwd. In tien dagen was voldoende raat gebouwd. Natuurlijk kostte dat meer suiker.

Komt het heidevolk aan, dan late men het eerst wat tot rust komen. Het zet zich in trosvorm, als bij 't zwermen, nu gaat het in de er voor bestemde kast. 's Avonds begint 't voeren, elken avond 2 à 3 L. opgeloste suiker. Dit wordt zoo lang volgehouden, tot ook de laatste raat grootendeels met suikeroplossing gevuld is. Een sterk volk heeft 25 tot 30 pond suikerwater noodig.

Is 't voeren afgeloopen, dan wordt de heidetante uitgevangen en een nieuwe koningin gegeven. De heidekoningin mag niet vóór 't voeren worden uitgevangen, en 't volk moet met een koningin naar keuze den winter ingaan. Dit zijn hoofdvoorwaarden. Geven we in Mei een nieuwe koningin, dan hebben we kans op heidedarren, die de vrucht van jaren volgehouden teeltkeus zouden te niet maken.

Wanneer moeten de heidevolken komen? Moeten ze alles uitbouwen, dan midden September. Zet men ze op uitgebouwde raat (vellen) dan later, omdat men dan meer jonge bijen krijgt. Op kunstraat gezet, moet gezorgd worden, dat deze goed vast zitten in de raampjes.
S.