UIT 'T BUITENLAND.

De Wastang.

De wastang bevindt zich aan de achterpooten van de werkbij. Het is de diepe uitholling tusschen scheen en het eerste van de vijf leden of tarsen, waaruit de voet bestaat. Met den wastang worden de wasplaatjes vastgegrepen, die uit de wasspiegels genomen en naar den mond gebracht, waar het was verder wordt gekneed.

Dit wordt ongeveer in alle leerboeken verteld, sedert de blinde Huber met behulp van zijn knecht Burnens, dit waarnam en beschreef.
In Amerika is echter door D.B. Casteel van het Departement van Bijenteelt, waargenomen dat dit met den wastang slechts fantasie is. Casteel gebruikt voor zijn waarnemingen een inrichting, waarbij de raat tusschen twee glasschijven is geplaatst, zooals dit ook 't geval is bij onze observatiekastjes. Door het glas heen worden de bijen in haar doen beschouwd door een optisch instrument, waarbij de bijen tot de grootte van een rat worden vergroot.

Casteel zegt ongeveer 't volgende: De wasplaatjes, die een bij voortbrengt, zijn in dikte zeer ongelijk. Niet alle bijen ontwikkelen acht wasplaatjes. Wil de bij een dezer wasplaatjes nemen, dan neemt ze een heel bijzonderen stand in. Ze blijft rustig staan, nijgt den kop en het vooraf uitgetrokken achterlijf naar achteren. Van boven af ziet men niet meer gedurende de vier minuten, die de bij noodig heeft om het wasplaatje weg te nemen en te kneeden.

Eerst bewogen haar lichaamsdeelen heftig, daarna is ze schijnbaar rustig. Van ter zijde ziet men echter wat ze doet. Op de twee middelpooten en één achterpoot staande strijkt ze met het borsteltje van den tweeden achterpoot over het wasplaatje heen, dat aan denzelfden kant ligt als de zich bewegende poot. Zelden wordt het wasplaatje, dat door de strekking van het achterlijf goed uitsteekt, direct met den eersten streek gepakt. Heeft ze het plaatje te pakken, dan zit dit aan de onderste haren van de tien dwarsrijen, die het borsteltje vormen, maar niet in den z.g. wastang.

Het wasplaatje is door de haren doorstoken en zit dan tamelijk vast. Nu gaat het met groote snelheid in een boog tusschen de middelpooten door en wordt door de voorpooten vastgegrepen en naar de geopende bovenkaken gebracht. Deze bijten een deel van 't plaatje af, dit wordt gekneed, en aan de raat gekleefd. Dit gaat zoo voort, tot 't heele plaatje afgebeten en gekneed is. Dan is 't werk door de waszweetster gedaan en laat ze het verdere bouwen aan andere bouwsters over, die geen was uitzweeten. De laatste zijn de bouwbijen. De waszweetster zet haar arbeid voort en neemt nu een plaatje van den anderen kant.

Het komt vaak voor, dat 't wasplaatje naar beneden valt, ook als 't reeds gedeeltelijk is afgebeten. Deze plaatjes kan men op den bodem der kast vinden of op den bodemplank. Met een vergrootglas kan men den vorm der plaatjes bestudeeren. Men zal dan geheel gave plaatjes vinden, andere met kleine openingen van de er doorheen gedrongen haren en die, welke afgebeten zijn. De waszweetster zoekt verloren gegane plaatjes niet op, evenmin doet dit de bouwbij; wel als ze deze toevallig tegenkomt, dan kneedt ze ze en bouwt er mede. Volgens waarneming van Dreylings, zou een bij slechts eenmaal in haar leven als waszweetster kunnen fungeeren. De arbeidsverdeeling tusschen zweetster en bouwster spreekt daarvoor.

Waarvoor dient de wastang dan wel?
In 't kort kan 't volgende hierop als antwoord dienst doen. (Zonder teekening is 't niet duidelijk te maken en vooralsnog is 't niet toegelaten deze hier te plaatsen).
Het stuifmeel, dat in de haren van de bij bij 't bloemen-bezoek achterbleef wordt met de voorpooten bijeen geveegd. De borstels der voorpooten brengen het naar de middelpooten over en deze naar de achterpooten. De borsteltjes der achterpooten werken als kammen en voeren het stuifmeel, dat met honig kleverig is gemaakt, bijeen. Deze massa komt ten slotte in den z.g. wastang terecht. Dit is veel meer een kneedtoestel. In den wastang wordt dus het stuifmeel gekneed en tegelijk naar omhoog gevoerd naar het korfje, waarin het wordt vastgedrukt met de middelpooten.
Gevoegelijk zouden we dus het orgaan, dat we wastang noemen, kunnen vervangen door pollenkneeder.