VRAAGBAAK.


Vraag:

Ik heb een volk in W.B.C. kast. Nu is dat volk verbazend kwaadaardig. Als ik er verleden zomer bij kwam of erin werkte, zaten mijn leeren handschoenen vol met angels, soms wel 30 stuks,
Niet alleen, dat dit natuurlijk zeer hinderlijk is, maar ook gaan er heel wat bijen, zonder noodzaak, door te loor.
Is hiertegen iets te doen en wat is de oorzaak?
J.H. A. te M.

Antwoord:
De oorzaak kan ik niet aangeven, daarvoor zou ik deze bijen zelf moeten behandelen. Laat u ze eens behandelen door een ervaren ijmker in uwe buurt. Indien deze er ook niet mee overweg kan, dan zit 't kwaad in de bijen, weet die er wel mee om te gaan, dan zit 't in uwe behandeling. De kwaadaardigheid kan in 't karakter uwer bijen liggen of kan zijn aangeleerd, in 't laatste geval zal een ervaren ijmker er ook last mede hebben.

Is 't een karaktereigenschap uwer bijen, schaf ze dan af en neem er nieuwe voor in de plaats.
Ik heb nooit met lastige bijen te doen gehad en heb dus geen ondervinding met 't temmen van zulke volken. Het is me wel eens overkomen, dat een volk, waarvan de raampjes moeilijk uit de broedruimte te verwijderen waren, mij haast de baas werd, maar door dan even te wachten en kalm ze weer te berooken, werd ik ze meester; in 't uiterste geval nam ik de toevlucht tot 't besprenkelen met water. Zoo iets kan gebeuren, wanneer men nog laat met een volk, begint om eraan te werken en tenslotte 't eigenlijk te donker is om er nog iets aan te doen.

Zijn de bijen kwaadaardig uit oorzaak van den ijmker, dan is dit terug te voeren tot het haastig werken, tot rukken en stooten en ook, dat de ijmker een voor de bijen onaangenamen reuk vergezelt, vooral van alcohol. Is 't mogelijk, dat die onaangename geur van de leeren handschoenen uitging?

Als men de bijen van een W.B.C. kast behandelt, licht men kalm het dekkleedje eerst een weinig op, en blaast wat rook tusshen de raten, waarna 't kleedje weer wordt neergelaten. Nu wacht men even. De bijen zullen nu honig opnemen en zijn dan niet meer steeklustig. Nu neemt men kalm 't heele kleedje weg en blaast opnieuw wat rook over de raten, zoodat er geen bijen meer boven op de raampjes zitten. De raampjes kunnen nu worden uitgelicht. Zitten ze wat vast, dan licht men ze kalm met een voorwerp, dat men als hefboom gebruikt, wat op. Zitten aan de kanten latjes, om de raampjes in de ruimte te knellen, dan neemt men die eerst weg. Telkens als de bijen boven de raampjes komen of zich om de ooren der raampjes verzamelen, blaast men ze met rook weg. De uitgenomen raampjes plaatst men in een ratenhouder.

De meeste ijmkers hebben daarbij geen handschoenen van noode en zelfs maken velen bij uitzondering van een kap of sluier gebruik. Ik heb steeds een kap bij me, maar doe die alleen voor, wanneer de bijen rumoerig worden. Ik behandel ze van achter, de bijen vliegen dan steeds naar voren uit. Heel vaak heb ik bij de behandeling bezoekers; ook deze hebben bij 't laten zien geen kap noodig, wel als de behandeling meer ingrijpt. Zoodat ik maar zeggen wil, dat de steeklust bij kalme behandeling en in overeenstemming met de geaardheid der bijen, beslist gering is.

Vraag:
Wat is er aan te doen, om de bijen het uitvliegen te beletten, daar zij zulks met het zachte weer doen, en niet meer binnen kunnen komen van de kou, vooral tegen den avond. (Ze waren den avond te voren gevoerd).
E. v.d. K. te B.

Antwoord:
Indien de bijen 's av. te voren gevoerd waren, zou 't verkeerd zijn 't uitvliegen der bijen te beletten. Het is op zich zelf ook al verkeerd, dat men half Februari reeds voert. Dit had voor het inwinteren moeten geschieden. Er zijn omstandigheden denkbaar, dat onvoldoend voederen voor de inwintering te verontschuldigen is, maar 't blijft toch steeds een fout, die zich nu bij u heeft gewroken. Door 's avonds te voeren, werden uw bijen geprikkeld om den volgenden dag uit te vliegen en indien zulks belet was geworden, zou er groote kans zijn geweest, dat er nog een grooter kwaad was gebeurd dan nu, n.l. dat ze ziek waren geworden aan diarrhee, wat bij de bijen roer heet. U verloor nu eenige bijen, die verkleumden, maar deze ziekte zou 't heele volk kunnen vernietigen.

Iets anders is 't tegengaan van een uitvlucht, als van te voren niet is gevoerd. Ook dan belet men zoo'n uitvlucht slechts in uiterste omstandigheden, want de reinigingsvlucht is noodzakelijk voor de gezondheid der bijen. Zulk een uiterste omstandigheid is er, wanneer de grond met sneeuw of sneeuwwater bedekt is en de luchttemperatuur hoog.
In dit geval, als men n.l. dien toestand 's morgens voorziet, worden de vlieggaten gesloten gehouden, dat geen licht naar binnen kan dringen tot zoolang men zeker is, dat de bijen niet meer zullen uitvliegen. Is de vlucht eenmaal begonnen, dan sluit men de vlieggaten niet meer. Men ruimt voor den stand de sneeuw op, en strooit stroo uit, om de bijen daarop een plaatsje te geven als ze na uitgevlogen te zijn, terugkeeren.

De vraag over 't maken van kunstzwermen in ronde korven van J. te S. en over 't aftrommelen van J.H. B. te. H., zullen we een volgenden keer beantwoorden, omdat dit toch in hoofdzaak werkzaamheden voor den zomer zijn, kunnen ze wel even wachten en thans vragen berichten betreffende de A.V., veel plaatsruimte. Intusschen ontvangen we gaarne over deze onderwerpen practische ervaringen, om ze voor 't Maandschrift te verzamelen.

H. Stienstra.