Uit de practijk.

Als bij 't eindigen van de dracht de bijen van de heide terugkomen, staat menig imker voor de vraag op welke wijze kan ik nu tot mijn doel komen nl. om zooveel mogelijk mijn bijen te behouden, van de stokken, die uitgebroken zullen worden.
Dezelve aftrommelen duurt te lang en als het weer niet gunstig is, ook met een slecht resultaat.
De methode, die op de Lünenbergerheide wordt toegepast, en in de P.I. is beschreven, vordert ook veel tijd en is alleen te doen, als ze nog op de heide zijn, daar ze hun oriënteeringsvermogen niet verliezen, en ze alsdan niet blijven op het volk, dat men versterken wil, en bovendien sneuvelen er dan ook nog velen.
Salpeteren, zooals dit gewoonlijk gebeurt, is ook maar half werk, veeltijds is het resultaat niet groot, d.w.z. het bedwelmde gedeelte is gering en bovendien zijn het de oudste bijen, die zich op de buitenste raten bevinden, de jonge, waardevolle bijen blijven terug en vindt men later als de rest wordt afgezwaveld.

Nu is mij uit de praktijk gebleken, dat, wil men het salpeteren rationeel toepassen, men als volgt moet te werk gaan.
De standvolken zijn uitgezocht, staan op de plank, en zijn volgens het oordeel van den imker alle goed, doch hebben te weinig volk, zoodat dit van de stukken, die uitgebroken zullen worden, moet bijgevoegd worden.
Hij neemt nu de salpeterlap, d.w.z. niet een salpeterlapje van plm. 10 cM.² en gemaakt van kalisalpeter, doch een handvol lappen, gedrenkt in chilisalpeter, graaft een diep gat en legt daarin de handvol lappen. Alvorens den korf op het gat te zetten, doet hij onder den korf nog een extra rand, opdat de onderste raat plm. 50 cM. van de lappen verwijderd is, en alsdan een niet te dichte bijendoek onder den korf bevestigd te hebben, wordt de korf, als de lappen zijn aangestoken, op het gat gezet. Er ontwikkelt zich nu een groote volume bedwelmende rook en of er wat ontsnapt, hindert niet, want de hoeveelheid rook is thans wel zoo groot, dat alle leven, wat zich in den korf bevindt, moet bedwelmen. Als de raten niet te dicht op elkaar zitten en er niet te veel plaatsen in den korf zijn, waar de bijen tusschen blijven hangen, is veeltijds het resultaat van dien aard, dat nazwavelen zelfs niet noodig is.

Nu schijnt het tevens, dat chili minder lang bedwelmt dan kali, want zoodra het proces is afgeloopen in hoogstens 5 minuten, kan men den rand met doek, waarop dan alle bijen, opnemen en plaatsen onder den korf, dien men versterken wil en na verloop van een korten tijd zijn alle bijen opgetrokken, en den volgenden morgen vindt men de koningin onder den korf.

Door dezen rand, waaraan den doek is vastgesloten is het bijvoegen al uiterst gemakkelijk en is er geen geknoei met eerst de bijen in de zon wat laten bijkomen, door voor den korf of gedeeltelijk onder den korf storten; alles dubbel en half werk, want hoe precies en accuraat men 't een en ander ook behandelt, het kost tijd, en ten koste van vele bijenlevens.

Er is echter één negatief bij deze behandeling, lappen gedrenkt in kali blijven droog en stijf, daarentegen nemen chililappen, nadat ze droog zijn weder spoedig vocht op en worden slap en klam, zoodat men ze voor het gebruik steeds even op een of andere wijze weer moet opdrogen, alhoewel intensief droog geen vereischte is.

Ook is bij mij deze behandeling opgevallen, dat het vinden der koningin als van zelf gaat, daar ik bijna zonder uitzondering bij mijn ruim 100 zoo behandelde volken, steeds na het afnemen van den korf van den rand, hare majesteit over de bijen zag marcheeren. Ik nam haar dan weg, als zij in mijn oog niet waardevol bleek te zijn. Was het daarentegen een bij uitstek mooie, dan ging ze mee onder het te versterken volk en moest er dan daar binnen maar uitgemaakt worden, wie zou blijven leven. Op de beschreven wijze zijn ook zeer gemakkelijk volken te maken voor de verzending, want blijkbaar heeft de operatie geen invloed op het voortbestaan, daar ik 3 volken heb opgezet in geheele leege korven, welke volken thans na 4 weken prachtig in 't werk zitten en ook nog flink broed en een mooi nest gemaakt hebben, ze zijn uitsluitend met suiker opgevoerd.
v. H.