De Thüringer Bijenwoning

Door JOH.A. JOUSTRA, Amersfoort.
Nu onze Vereeniging binnenkort óók de Thüringer bijenwoning, meer bekend onder den naam “Gerstungsbeute”, in den handel zal brengen, wil ik deze kast, welke in Duitschland zooveel opgang maakte en ... zoovele bestrijders vond, ook in ons land meer bekendheid geven.

Dr. F.A. Gerstung, Duitsch predikant en beroemd bijenteler, is de ontwerper van deze woning, terwijl de firma Edgar Gerstung en ook andere firma's, deze kast in den handel brachten. In Duitschland vindt men dan ook zeer schoone bijenstallen, meer bekend onder den naam bijenpaviljoens, welke met deze bijenwoning zijn uitgerust.
Ook schrijver dezes bezit een bescheiden paviljoentje met Thüringer kasten, welk paviljoen in de Practische Imker (uitgave H.A. Beil te Dinxperlo) van October 1921 afgebeeld werd.

De Thúringer bijenwoningen, bestemd om in een paviljoen te worden ondergebracht, zijn, behalve van voren, enkelvoudig, terwijl tusschen deur en gazen raampje (de kast is óók van achter behandelbaar) een dikke stroomat het broodnest warm kan afsluiten. Worden de kasten naast elkaar geplaatst, dan kan men de ruimte, die ontstaat door den wat uitgebouwden bovenkant en bodem, uitvullen met droog mos, houtwol of iets dergelijks.

Boven op de raampjes komt nu nog des winters een stroomat in houten raam (met spongat en spon), zoodat ons volkje warm ingepakt is.
's Zomers kan men in plaats van de stroomat in houten raam een bijbehoorende dekplank gebruiken, na eerst een stukje tafelzeil met den gewasten kant op de raampjes te hebben gelegd. De voorzijde der kast is, zooals ik reeds zeide, dubbelwandig en opgevuld met een slecht warmtegeleidende substantie, b.v. turfmolm of iets dergelijks.
Hoewel de bodemplank gemaakt is van zgn. “duims” hout, verdient het toch aanbeveling de ruimte tusschen bodemplank en draagbalkjes uit te vullen met houtwol of i.d.

In 't algemeen kan men de Thüringers in 2 soorten verdeelen, n.l. de zgn. Standerbeuten (d.z. kasten met een hoog raam) en Lagerbeuten (kasten met liggend raam).
Bij de Standerbeuten, zooals als bij de Lagerbeuten is de raammaat hetzelfde, n.l. buitenwerks 41 X 26 c.M., wat een raatoppervlakte beteekent van 1000 c.M.2. Deze raammaat is niet toevallig ontstaan, doch, als ik 't zoo eens mag noemen, aan het bijenlichaam aangemeten. Misschien vertel ik U daar later nog wel iets van.

Die Standerbeute is een eigenaardige kast.
Zooals alle moderne bijenwoningen bestaat zij uit een broedruim en een honingruim. In het broedruim kunnen 12 raampjes gehangen worden, elk metende 41 X 26 c.M. buitenwerks. Aan elk raampje bevinden zich 2 afstandsbeugels, welke in de zijlatjes zijn genageld. Men kan de ramen van boven uitnemen, doch ook van achteren. De Thüringer Standerbeute is dus een kast met z.g.n. bovenbehandeling en tevens een met z.g.n. achterbehandeling. Naar verkiezing!

Die broedruimte eigent zich niet alleen voor het inhangen van heele ramen, doch men kan er ook halve ramen in hangen. De broedruimte biedt dan plaats voor niet minder dan 24 halfraampjes. Dit zou echter een dwaze handeling zijn, want we zouden dan een broednest krijgen, dat in 't midden gedeeld was en een ieder imker weet wel, dat dit uit den booze is. In welk geval men dan half raampjes gebruiken moet, hoop ik U bij de bedrijfswijze te vertellen.

Op de broedruimte kan, na verwijdering van de bovenste stroomat of houten deksel, de honingkamer worden geplaatst. Die honingkamer kan 11 halfraampjes bevatten en is alleen van boven toegankelijk. De van de broedruimte afgenomen stroomat of dekplank past op de honingruimte.
Ik heb nog geen kast gezien welke eenvoudiger van constructie was, dan de Thüringer Standerbeute. Zooals ge uit bovenstaande beschrijving zult kunnen opmerken, kunt ge zelfs zonder dat ge de honingkamer afneemt, U ook nog met het broeinest bemoeien. Intusschen raadt de constructeur dezer kast (Dr. Gerstung) aan om liever even de honingkamer af te nemen als men in de broedkamer wil werken, omdat Z.Ed. geen voorstander is van de in Duitschland overheerschende achterbehandeling.

Ik vergat U nog te vertellen, dat de raampjes in zgn. warmbouw staan, doch dat spreekt wel van zelf. Lage (of liggende) ramen plaatst men in zgn. koude bouw, hooge (of staande) ramen in zgn. warmbouw. Ge ziet, het is een heel andere kast dan de in ons land zoo gepropageerde Simplexkast. Zooals ik U reeds zeide, worden in Duitschland duizenden van deze kasten met succes gebruikt. Dat nam niet weg, dat de kast vele bestrijders kreeg.
Men vond den inhoud van de kast te groot, wel geschikt om er een sterk volk in te telen, doch minder geschikt om er honing in te oogsten. Spotters noemden de kast een “vleeschkast”, omdat er zooveel bijenvleesch in geteeld werd. Dr. Gerstung echter bewees, dat die ruime inhoud een voordeel was voor imkers, die werkelijk imkeren kunnen.

Wenscht men geen 12 ramen te gebruiken, welnu, men gebruikt er b.v. 9 en de vrijkomende ruimte vergemakkelijkt het werken in de broedruimte, daar men geen ratenbak noodig heeft en de raampjes innig met het broednest verbonden blijven. Dit eischt eenige opheldering en ik gebruik hierbij de Simplexkast als vergelijking. Stel, ge wenscht Uw Simplexkast eens nauwkeurig aan een inspectie te onderwerpen. Ge neemt de dekkleedjes af en moet nu 1 of 2 raampjes uitnemen, om, zonder bijen te kwetsen, de overige raten te inspecteeren.
Waar blijft ge met die 2 uitgenomen raampjes?
Meestal neemt men daarvoor een leege broedkamer, zet die op het omgekeerde dak van de kast en dekt ze met een kleedje. Heel spoedig gaan de zich op de raten bevindende bijen zich moerloos gevoelen en worden onrustig en vaak steeklustig. Hebt ge niet erg secuur gezien, dan gebeurt het wel, dat ge met de raampjes ook de moer uit de kast neemt, waardoor ge kans loopt het volk moerloos te maken.

Met de Thüringer Standerbeute is het een ander geval, tenminste als ge haar van boven behandelt. Ge neemt de stroomat af en slaat het dekkleedje om, zoodat de achterste raten vrij komen. Ge schuift het raampje met draadgaas geheel naar achteren, zoodat er een flinke ruimte ontstaat. Na de achterste raat geïnspecteerd te hebben, hangt ge die tegen het gaasraampje aan en nu krijgt de volgende een beurt, terwijl de open ruimte even groot blijft. Zoo werkt ge voort, tot ge het heele broednest geïnspecteerd hebt.

Ge ziet, de raampjes blijven in de kast. Het dekkleedje, dat eerst naar voren omgeslagen werd, wordt na inspectie van 'n viertal raampjes naar achteren omgeslagen, zoodat niet meer warmte verloren gaat dan hoogst noodzakelijk is. Hebt ge uw inspectie volbracht, dan schuift ge eenvoudig de raampjes weer naar voren, sluit het gaasraampje weer aan en legt het wasdoekje weer op de raampjes. Nu plaatst ge dekplank of stroomat weer op de broedruimte en klaar is Kees.

Ongetwijfeld zult ge vragen, waar dient dat gaasraampje eigenlijk voor. Vroeger was het een glasraampje en kon men zien of de bijen ruimte noodig hadden, zonder de woning te openen, of beter, zonder het broednest te storen. Men hing dan als laatste (achterste) raampje een raampje met voorbouw. Begonnen de bijen daaraan te bouwen, dan wist men, dat men het broednest vergrooten moest, door b.v. een kunstraat in te hangen.
Heel spoedig bleek, dat die glasraampjes aan de binnenzijde nat werden, wat vooral 's winters gevaar gaf tot beschimmeling van raten.

Het gazen raampje gaf meer gelegenheid vochtige dampen te doen ontsnappen, zulks tot grootere gezondheidskans van het bijenvolk.
Dat gazen raampje heeft aan de onderzijde een beweegbaar plankje, dat door 2 klemmen wordt vastgehouden. Wil men het volk b.v. van onderen voederen, dan schuift men eenvoudig dat plankje wat naar boven en men kan onder de raten een bakje met voerhoning of suikerwater plaatsen.
Ge ziet, wij hebben hier te doen met een eenvoudige, doelmatige woning. Velen gebruiken deze kast al in ons land. Of ze overal zal voldoen, is nog een vraag.

Wellicht zullen in de eene streek de Lagerbeuten, in een andere de Standerbeuten meer voldoen. Aangezien de Standerbeuten heel gemakkelijk in Lagerbeuten zijn om te bouwen (zonder noemenswaardige kosten) schafte ik mij Standerbeuten aan, die als zoodanig mij opperbest voldeden.