Waarnemingsstations over Maart 1923.


VLIEGDAGEN EN VERSCHILLENDE OPMERKINGEN.
Warnsveld:
Verbruik: -0,800; -1,200; -0,650; totaal -2,650 K.G.
Gemiddelde temperatuur 7,2° C, normaal 8,3° C. Hoogste stand 20,9° C. op 12, laagste 2.7° C. onder nul op 25 April. In 12 nachten daalde het kwik onder 't vriespunt. 6 dagen van 15—20° C, één dag boven 20° C.
Neerslag 26,1, normaal 48,3 m.M. Bewolkingscijfer 6,2, normaal 6,4. Heldere dagen 5, betrokken 12, normaal 4 en 11. Barometer 757,3, normaal 760 m.M.

Het weer was van 1—21 overwegend droog met vrij veel zon, doch koude nachten. Na den 21en was 't overwegend betrokken en regenachtiger. Windverdeeling N. 8, N.O. 15, O. 34, Z.O. 7, Z. 8, Z.W. 13, W. 4, N.W. 12. Stilten 0 op 100 keer.
Vliegdagen 21, waarvan 4 zeer goed, 13 goed, 4 zwak. In de laatste week was er niet veel vlucht.
Gewin. Er werd vrij veel stuifmeel gehaald. Gewin was er op 5 dagen, 't meest 150 gram op 18 en 30. Bloem was er in 't laatst der maand voldoende, doch 't was daarbij te koel, te vochtig en ook te winderig, dus ongeschikt voor 't winnen van nektar.
's Nachts werd er verbruikt 0,850 K.G. en daags 2,350 K.G. en daags 0.550 K.G. gewonnen. Gedurende de laatste 6 jaar was 't gemiddelde Aprilverbruik 1,733 K.G. Achtereenvolgens werd in 1918—1922 ingeteerd of gewonnen - 2,650, -3,5, +0,550, +1,050, -3,2 K.G.

Behandeling: 't Volk werd nog niet nagezien.
Drachtplanten: Ruige wilg 15/3—10/4, wilde pruim 24/3—5/4, ribes 27/3—30/4, roode bes 10/4—25/4, kers 11/4—22/4, pruim 11/4—28/4, sleedoorn 13/4—28/4, peer 13/4—30/4. Bloeiers voorts op 30 April mier, veldbies, meizoentje, kruisbes, pinksterbloem, koolzaad, paardebloem, appel, resp. 1, 2, 2, 11, 8, 14, 18 en 30 April af.

Zutphen:
Verbruik: -0,450; +0,050; -0,100; totaal -0,500 K.G

Wageningen:
Verbruik: -1,200; -0,100; +0,050; totaal -1,250 K.G.
De meeste dracht was na den 15den, toen waren er dagen met gewichtstoename. Er waren 2 dagen met zeer goede, 8 met goede en 13 met zwakke dracht. Dikwijle was het te koud en te regenachtig.
De gewichtstoename bedroeg in totaal 1,4 K.G., waarvan 300 Gr. bijvoer, de afname was in totaal 2,650 K.G.
Drachtplanten kruisbes, paardebloem, pruim, groot hoefblad, vergeet-mij-niet, muur, kool. Na den 15den kers, morel, appel, zwarte aalbes.
W
anneer het beter weer was geweest, zou er meer honig gehaald zijn. Hier was den 12den in een korf met een sterk volk reeds een open moercel, darrencellen waren er toen reeds bij meerdere volken. Dracht op de boschbes zag ik slechts spaarzaam; wel kwamen er wespen en hommels op de bloemen.

Assen:
Verbruik: -1,550; -0,900; + 0,860; totaal -1,650 K.G.
Gewin op vruchtboomen en weidebloemen. Vliegdagen 22, waarvan 10 met goede, 7 met matige en 5 met geringe vlucht; 28 April een ballon met suikeroplossing gevoederd. Begin der maand 1—5 zeer strenge nachtvorsten, 9 April sneeuw; 12 April was een zeer mooie en warme dag met 20° C. “de hoogste” temp. voor deze maand.

Gronsveld:
Verbruik: +1,700; +1,600; -0,400; totaal +2,900 K.G.
Sterke broedontwikkeling door veel warme dagen en haast aanhoudende dracht. De laatste decade van 22 t/m 26 April te koel. 8, 9 en 10 vorst. Drachtplanten van beteekenis: kers, appel, koolzaad.

Boekelo:
Verbruik: -0.400; -0,100; -0,500; totaal -1.000 K.G.
Hoogste temp. 12 en 13 April 19° C. Laagste 's nachts 9 April 4½° C. onder nul. Windrichting veel N.O. met heldere dagen. De bijen konden geregeld uitvliegen en wonnen op wilg, paardebloem, vruchtboomen. Regendagen 12 met 29 m.M. neerslag de volken zijn goed ontwikkeld.