Honing.

Eet Honing, mijn zoon, want hij is goed.
Spr. 24:13.
Wat is honing? Honing is het edelste natuurproduct dat de bijen uit de kelken (klieren, bakjes) der bloemen verzamelen. Om direct van "honing" te spreken is niet geheel juist. Dezen naam verdient het product nog niet. Honing komt voort van nectar; dit is wat de bijen van de bloemen verzamelen. Deze nectar (godendrank) wordt in de kunstig gebouwde cellen van de bijenwoning neergelegd en ingedikt, nadat hij in het lichaam der bij reeds een geheele verandering heeft ondergaan. De nectar zelf is een zoet en welriekend sap, dat door de honingklieren der bloemen wordt afgescheiden. Hij lokt bijen en andere insecten met het doel de planten de zoo gewenschte kruisbestuiving te doen ondergaan en deze zuigen met hun tong den nectar uit de bloemkelk.

De bijen brengen den nectar dan naar hunne woning om er den honing van te bereiden. Die nectar bevat echter nog zeer veel waterdeelen 60—80 pCt. Dat water moet worden verdampt om den nectar te doen indikken tot hij eindelijk den naam van honing waardig is.
Er bestaat over het algemeen zeer veel misverstand aangaande de wijze waarop de bijen den nectar uit de bloemen halen. Vraagt men aan iemand, hoe de bijen den honing naar huis dragen, dan is al spoedig het antwoord “aan hun pooten”. Wat echter de bijen aan hun pooten meenemen is geen nectar, doch stuifmeel. Dit stuifmeel hebben de bijen noodig als voedsel voor de jonge bijen. Den nectar zuigt de bij uit de bloemen en neemt hem in haar lichaam of n.l. in haar honingmaag, ook wel honingkrop genaamd. Die maag is slechts een klierlooze blaas. Een bij heeft behalve deze honingmaag nog een spijsverteringsmaag. In die honingmaag ondergaat de nectar reeds verschillende veranderingen en worden de stoffen, die niet in den honing thuis behooren afgescheiden en vinden hun weg door de spijsverteringsmaag. Zoodra de bij haar honingmaag gevuld heeft met dien heerlijken godendrank, brengt zij hem direct naar huis en wordt ze met gejuich ontvangen.

Is het honinggewin (eigenlijk nectargewin) zeer sterk, dan deponeert de bij den nectar in de eerste de beste ledige cel en verlaat onmiddellijk weer de woning om wederom een vrachtje te halen. Na den geheelen dag hard gewerkt te hebben (geen 8-urige arbeidsdag) gaat zij als de zon reeds ter kimme neigt met de laatste vracht naar huis, niet om dan in een heerlijken leuningstoel uit te rusten van den vermoeienden arbeid en te luisteren naar hetgeen Hare Majesteit de Koningin tot hare onderdanen heeft te zeggen, o neen, zij weet haar werk. Mogelijk zal zij even den tijd er af nemen om zich wat te poetsen, doch spoedig daarna aan den arbeid om den honing, die in alle haast in de onderste cellen is gedeponeerd naar boven te dragen en daar opnieuw in de cellen op te bergen.

Is het voor de bijen een bijzonder goeden dag geweest, dan loopt de imker met genoegen langs zijn bijenstal en klinkt hem het sterke gegons vanuit de bijenwoningen als muziek in de ooren. Hoe sterker gebrom, hoe beter gewin en hoe grooter arbeid in de bijenwoning. De bijen werken nacht en dag. Zeker er is nog zwaarder werk te verrichten in de bijenwoning. Daar kunnen die honinghaalsters van meepraten. Zij waren nog zeer jong, ongeveer een 14 dagen. Ze werden als het ware vetgemest met honing, doch met het doel van dien honing raten te bouwen, want het gewin was zoo sterk, dat er op één gegeven oogenblik geen bakken genoeg waren om al dien heerlijken nectar te bergen. En juist zijn het de wasbouwers (1e klas architecten) die het zwaarste werk hebben te verrichten. Natuurlijk zijn jonge krachten noodig voor dit werk. Waren die wasbouwers doodop van hun zwaren arbeid dan namen jonge krachten hun plaats in en werden zij de wijde wijde wereld ingezonden om weer van dien heerlijken nectar te verzamelen.

Hoe dikwijls heb ik gedacht aan Salomo's spreuk: "Gaat tot de mieren gij luiaard, ziet hunne wegen en wordt wijs". Ik heb toen ik dat las meermalen gedacht, dat Salomo niet veel van de bijen schijnt geweten te hebben, want ik geloof, dat hij dan zeer zeker in plaats van het woord mieren het woord bijen zou hebben gebruikt.
(Wordt vervolgd).